18.6 Elektrische aansluiting
Ter bescherming het apparaat eerst uit de piepschuim-
verpakking halen, wanneer u het apparaat in de uitspa-
ring drukt. Plaats het apparaat niet rechtop op een zij-
kant van het apparaat.
¡ Controleer de elektrische installatie van de woning
vóórdat u het apparaat aansluit.
¡ Het apparaat voldoet aan veiligheidsklasse I en mag
alleen in combinatie met een geaarde aansluiting
worden gebruikt.
¡ De geïnstalleerde elektrische installatie dient vol-
gens de opbouwvoorschriften in de fasen te worden
voorzien van een separator.
¡ Als op het display van het apparaat
is het verkeerd aangesloten. Scheid het apparaat
van het net, controleer de aansluiting.
Aansluiting zonder voorgemonteerde kabel
Sluit de kookplaat alleen aan volgens het aansluitsche-
ma.
¡ Bouw indien nodig de meegeleverde koperbruggen
in.
¡ Bij 3-/2-fasige aansluiting (3 N~/2 N~) moet de net-
aansluiting type H05 VV-F of hoger zijn.
¡ De draaddiameter moet overeenkomstig de stroom-
belasting worden bepaald. Niet toegestaan is een
diameter < 1,5 mm².
¡ Bij een eenfasige aansluiting (1N~) is bij de service-
dienst de netaansluitleiding H05RR-F3G4 (lengte
1 m) verkrijgbaar.
18.7 Kookplaat inbrengen
Zorg ervoor dat de aansluitkabel niet beklemd raakt en
niet over scherpe randen wordt geleid.
¡ Is er een oven onder de kookplaat geplaatst, dan
de leiding via de achterste hoeken van de oven
naar de aansluitdoos leiden.
¡ De kookplaat in de uitsparing drukken.
18.8 Uitbouw van de kookplaat
Maak het apparaat spanningsloos.
1.
De kookplaat er van onderaf uitdrukken.
2.
verschijnt,
Montagehandleiding nl
61