Voer de volgende stappen uit om de ontluchtingskamer te ontluchten.
1.
Verwijder de dop van het ontluchtingsventiel van de
ontluchtingskamer (3).
2.
Plaats een injectiespuit (1) in het ontluchtingsventiel en druk lichtjes
op de injectiespuit om deze te openen. Gebruik van een Luer Lock-
injectiespuit (20 ml of groter) wordt aanbevolen.
3.
Verwijder de lucht en/of het schuim tot de ontluchtingskamer (2) met
vloeistof is gevuld.
4.
Plaats de dop van het ontluchtingsventiel terug op de
ontluchtingskamer.
Als het vloeistofniveau stijgt en de ultrasonische sensor passeert,
zal na enkele seconden de afsluitklep opengaan.
5.3.6 De infuuslijn losmaken van de afsluitklep van de
luchtbelbewaking
De afsluitklep is een elektrisch bediende veerklep waarmee de slang die van het infuus afloopt
wordt afgesloten nadat daartoe een opdracht van de ultrasonische sensor is ontvangen (via
de controllerplaat). De afsluitklep staat in de gesloten stand wanneer deze niet is geactiveerd.
Deze klep kan in alle omstandigheden handmatig worden bediend. Als de afsluitklep gesloten is
omdat het vloeistofniveau laag is, moet de ontluchtingskamer handmatig worden ontlucht zoals
beschreven in De ontluchtingskamer ontluchten op pagina 41.
Gebruikershandleiding - Bediening
42 van 76