12
Diepvrieslade
13
Diepvrieskalender
14 * Bessenlade
15
Schroefvoetjes
16 * Boter en kaasvak
17
Deurvak
18
Eierrekje
19 * Flessenhouder
20
Vak voor grote flessen
Bedieningselementen
Afb. "
1
Toets Aan/Uit
Om het apparaat in en uit
te schakelen.
2
Temperatuurindicatie
Diepvriesruimte
De cijfers komen overeen met
de ingestelde temperaturen in
de diepvriesruimte in °C.
3
Indicatie „super"
(diepvriesruimte)
Brandt alleen als
het supervriessysteem
is ingeschakeld.
4
Insteltoets temperatuur
in de diepvriesruimte
Met de toets wordt
de temperatuur van
de diepvriesruimte ingesteld.
Apparaat inschakelen
Afb. "
Het apparaat met de toets Aan/Uit
inschakelen 1.
Het alarmsignaal is te horen. De
temperatuurindicatie 2 knippert.
Druk op de temperatuurinsteltoets 4. Het
alarmsignaal gaat uit.
Zodra de vriesruimte de ingestelde
temperatuur heeft bereikt, gaat
temperatuurindicatie 2 branden.
Wij adviseren een instelling van -18 °C
voor de diepvriesruimte.
Aanwijzingen bij het gebruik
Na het inschakelen kan het een aantal
■
uren duren voordat de ingestelde
temperaturen zijn bereikt.
Vóór die tijd geen levensmiddelen in
het apparaat leggen.
De voorzijde van het apparaat achter
■
de deur wordt gedeeltelijk licht
verwarmd waardoor de vorming van
condenswater in de buurt van de
deurafdichting wordt voorkomen.
Wanneer de deur van de
■
diepvriesruimte na het sluiten niet
direct weer geopend kan worden,
dient u even te wachten tot de
onderdruk is verdwenen.
nl
67