3.
Plaats de schroefkop op de snijrand van het
ondermes en laat de achterzijde van de lat op
de achterrol rusten
Figuur 19
1. Hoogtelat
4.
Draai aan de stelschroef totdat de rol contact
maakt met de voorkant van de hoogtelat.
5.
Stel beide uiteinden van de rol af totdat de hele
rol evenwijdig aan het ondermes is.
Belangrijk:
Bij een correcte afstelling zullen
de achter- en voorrol contact maken met
de hoogtelat en zal de schroef goed tegen
het ondermes aan zitten. Hierdoor hebben
beide uiteinden van het ondermes dezelfde
maaihoogte.
6.
Draai de moeren vast om ervoor te zorgen dat
de afstelling geborgd is en de ring geen speling
meer heeft.
(Figuur
19).
De triminstelling wijzigen
De maai-eenheid beschikt over 6 triminstellingen die
u kunt wijzigen naargelang de gazonomstandigheden.
Begin met een instelling die overeenkomt met
de maaihoogte-instelling, en test vervolgens de
maai-eenheid en pas de triminstelling aan om de
gewenste maaikwaliteit te verkrijgen.
1.
Schakel de machine als volgt uit:
•
Benzinemodellen: zet de motor af en maak
de bougiekabel los.
•
Elektrische modellen: schakel de machine
uit en koppel de accu af (T-handgreep).
g016945
2.
Zet de flensbout los waarmee de riemkap
bevestigd is en verwijder de riemkap zodat de
riem zichtbaar wordt
1. Riemkap
3.
Draai de moer van de lagerbehuizing los
21).
15
(Figuur
20).
Figuur 20
g016915
(Figuur