Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Toro Greensmaster Flex 1820 Gebruikershandleiding pagina 11

Maai-eenheden van 46 cm en 53 cm met 11 of 14 messen
Verberg thumbnails Zie ook voor Greensmaster Flex 1820:
Inhoudsopgave

Advertenties

sneller of ongelijkmatig slijten en kan de
maaikwaliteit achteruitgaan.
Opmerking:
Bij eFlex maai-eenheden heeft
het contact tussen messenkooi en ondermes
een aanzienlijke invloed op het energieverbruik.
Een heel licht contact is het beste voor optimale
maaiprestaties en accuverbruik.
Opmerking:
Als de messen van de
messenkooi voortdurend tegen het ondermes
aan lopen, zal er op het oppervlak van de
voorste snijrand van het ondermes over de
gehele lengte een lichte braam ontstaan. Vijl de
voorste snijrand af en toe bij om de braam te
verwijderen en de maairesultaten te verbeteren.
Na langdurig gebruik zal er uiteindelijk aan beide
uiteinden van het ondermes een groef ontstaan.
Voor een soepele werking moet u deze groeven
afronden of gelijk vijlen met de snijrand van het
ondermes.
Het ondermes afstellen na slijpen,
wetten of demontage.
Voer deze procedure uit na het slepen, wetten
of demonteren van de messenkooi. Dit is geen
dagelijkse afstelprocedure.
Opmerking:
Bij eFlex maai-eenheden heeft het
contact tussen messenkooi en ondermes een
aanzienlijke invloed op het energieverbruik. Een heel
licht contact is het beste voor optimale maaiprestaties
en accuverbruik.
1.
Plaats de maai-eenheid op een vlak, horizontaal
oppervlak.
2.
Kantel de maai-eenheid zodat u bij het ondermes
en de messenkooi kunt.
Opmerking:
Zorg ervoor dat de moeren op het
achtereind van de stelschroeven van de snijbalk
niet op het werkvlak rusten
3.
Draai de messenkooi zodanig dat 1 van de
messen de rand van het ondermes kruist
tussen de eerste en de tweede schroefkop
van het ondermes aan de rechterkant van de
maai-eenheid.
4.
Breng een markering aan waar het mes de rand
van het ondermes kruist.
Opmerking:
Dit maakt latere instellingen
eenvoudiger.
5.
Steek een afstandsring (0,05 mm) tussen het
mes en de rand van het ondermes op de plaats
waar u de markering hebt aangebracht in stap 4.
6.
Draai aan de rechter afstelschroef van de
snijbalk
(Figuur
9) tot u een lichte druk voelt
(Figuur
8).
11
als u de afstandsring heen en weer schuift.
Verwijder de afstandsring.
7.
Voor de linkerzijde van de maai-eenheid draait u
de messenkooi langzaam tot het dichtstbijzijnde
mes de rand van het ondermes kruist tussen de
eerste en de tweede schroefkop.
8.
Herhaal stap
4
tot
maai-eenheid en de linkerstelschroef van de
snijbalk.
9.
Herhaal stappen
de contactpunten aan de linker- en rechterkant
van de maai-eenheid.
10.
Om een licht contact tussen het ondermes
en de messenkooi te verkrijgen, dient u elke
stelschroef van de snijbalk 3 klikstanden
rechtsom te draaien.
Opmerking:
Elke klikstand van de stelschroef
van de snijbalk beweegt het ondermes
0,018 mm. Draai de stelschroeven niet te
vast aan.
Draai de stelschroef rechtsom om de rand van
het ondermes dichter bij de messenkooi te
brengen. Draai de stelschroef linksom om de
afstand van de rand van het ondermes tot de
messenkooi te vergroten.
11.
Test de maaiprestaties door een lange strook
maaitestpapier tussen het ondermes en
de messenkooi te steken, loodrecht op de
messenkooi en het ondermes
de messenkooi traag naar voren om het papier
te snijden.
Opmerking:
Als het contact tussen ondermes en
messenkooi te zwaar wordt, moet u de messen
mogelijk wetten of slijpen om de scherpe snijranden te
krijgen die nodig zijn om met grote precisie te kunnen
maaien.
6
voor de linkerkant van de
5
en
6
tot er lichte druk is op
(Figuur
10). Draai
Figuur 10
g014411

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave