Advertenties
Benutzen Sie zum Überprüfen der Spannung an Bordspannungslei-
tungen nur ein Voltmeter oder eine Diodenprüflampe, da normale
Prüflampen zu hohe Ströme aufnehmen und so die Bordelektronik
beschädigen können.
Achten Sie bei der Verlegung von Leitungen darauf, dass diese nicht
gequetscht werden oder an scharfen Kanten scheuern, benutzen
Sie bei Durchführungspunkten Gummitüllen.
Um Störeinflüsse der Lichtmaschine oder anderer elektrischer Ein-
richtungen des Fahrzeugs zu vermindern sollte die Spannungsver-
sorgung der Endstufe direkt über den Abgriff an der Bordbatterie
erfolgen. Keine anderen Verbraucher, wie z.B. Lüfter, Scheiben-
waschanlage etc. dürfen über das gleiche Kabel wie die Endstufe
mit Spannung versorgt werden.
Verwenden Sie für den Anschluss von Spannungsversorgung und
Masse der Endstufe Anschlusskabel mit einem möglichst großen Lei-
tungsquerschnitt. Der erforderliche Leitungsquerschnitt richtet sich
nach dem Leistungsbedarf der angeschlossenen Komponenten.
Werden Kabel mit einem zu geringen Querschnitt verwendet, kann
dies in ungünstigen Fällen zum Durchschmoren eines Kabels
führen. Außerdem kommt es durch den erhöhten ohmschen Wider-
stand zu unnötigen Leistungsverlusten.
Eine zusätzliche Sicherung in der Pluszuleitung der Endstufe ist
unbedingt erforderlich (Sicherungshalter ist nicht im Lieferumfang
enthalten). Die Sicherung muss möglichst nahe der Batterie plat-
ziert werden. Im Falle eines Kurzschlusses (z.B. Anschlusskabel
durchgescheuert) unterbricht die Sicherung die Plusleitung, eine
Beschädigung der Batterie oder ein Kabelbrand der Zuleitung wird
somit verhindert.
Die Sicherungsstärke richtet sich nach der Stromaufnahme der
angeschlossenen Geräte der Auto-HiFi-Anlage.
10
All manuals and user guides at all-guides.com
Brandt de weergave-LED POWER (5)
draai de luidsterkte van de autoradio op
ca. 75 % van de maximale luidsterkte.
Stel nu het maximale volume van de
luidsprekers met de regelaar/s GAIN (3)
op een voor u te verdragen maat in. Bij
het gebruik van meerdere eindtrappen
pas het volume van de verschillende
eindtrappen onderling aan.
Stel na deze instelling met de volumere-
gelaar van de autoradio een gemiddeld
volumeniveau in.
Om een optimale klank te bereiken, kun-
nen nu nog de ingestelde scheidingsfre-
quenties met de regelaars HPF (1) en
LPF (2) licht worden veranderd.
Bij te zwake diepbasweergave kunt u
met de schakelaar SUPER BASS (6) een
tweetrapse dieptebasversterker active-
ren (geldt alleen voor model XA 1000).
Geval alle aansluitingen en luidspre-
kers. Indien hierbij geen storing kan
worden geconstateerd, raadpleeg dan
a.u.b. een vakman.
Let erop dat het maximale volume van
het prestatievermogen van de luidspre-
kers en de eindtrap afhankelijk is. Door
een te hoog volume kan het tot
beschadigingen zowel aan de luidspre-
kers als ook aan de eindtrap komen.
Een overbelasting is door optredende
vervormingen licht te horen.
Het totale volume wordt van meet af
aan uitsluitend met de volumeregelaar
van de autoradio ingesteld.
Let erop dat bij de instelwerkzaamhe-
den de door de fabrikant van de luid-
sprekers vermelde toegestane frequen-
tiebereiken niet worden overschreden.
Bij gebruik van een subwoofer kan een
andere poolaansluiting van de luidspre-
kerleidingen aan de subwoofer qua
klank voor een verbetering zorgen.
Vaak brengt de gedraaide fasepositie
een betere basweergave (dit is afhan-
kelijk van de inbouwplaats van de sub-
woofer).
zie „Super bas-schakeling"
79
Advertenties
Hoofdstukken
