24
TZIDC-200, TZIDC-210, TZIDC-220 DIGITALE STANDSTELLER | CI/TZIDC-200/210/220-NL REV. D
... 5 Installatie
... Mechanische bevestiging
1 Koppeling vergroten
Afbeelding 10: Koppeling van de standsteller
De schaal op de kruk geeft een indeling weer voor de
verschillende slagbereiken van de klep.
Door de pen met de conusrol in het slobgat van de kruk te
verschuiven, kan het slagbereik van de armatuur aan de werkslag
van de wegsensor aangepast worden.
Als het verbindingspunt naar binnen wordt verschoven, wordt de
draaihoek van de wegsensor groter. Het naar buiten verschuiven
maakt de draaihoek van de wegsensor kleiner.
De slaginstelling moet zo worden uitgevoerd dat een zo groot
mogelijke draaihoek (symmetrisch om de middenstand) op de
wegsensor benut wordt.
Aanbevolen bereik voor lineaire aandrijvingen:
-30° tot 30°; minimale bereik: 25°
Aanwijzing
Na de bevestiging controleren of de standsteller binnen het
meetbereik werkt
.
1
2
M10431
2 Koppeling verkleinen
Positie van de meenemerpen
De meenemerpen voor het bewegen van de
potentiometerhendel kan vast aan de hendel zelf of aan de
klepspindel zijn gemonteerd. Afhankelijk van de montage
beschrijft de meeneempen bij de klepbeweging een
cirkelvormige of een lineaire beweging ten opzichte van het
draaipunt van de potentiometerkruk. In het menu van de HMI de
geselecteerde penpositie selecteren, om een optimale
linealisering te waarborgen. De standaardinstelling is
meenemerpen op hendel.
1
5
1 Potentiometerhendel
2 Meenemerpen
3 Ventielspindel
Afbeelding 11: Meenemerpen op hendel
1
5
1 Potentiometerhendel
2 Meenemerpen
3 Ventielspindel
Afbeelding 12: Meenemerpen op klep
2
3
4
M11031
4 Ventielkoppelstuk
5 Standsteller
2
3
4
M11032
4 Ventielkoppelstuk
5 Standsteller