nl Reiniging en onderhoud
Geurfilter of akoestisch filter
2
Glaskeramiek
3
Overloopreservoir
4
25.3 Kookplaat reinigen
Reinig de kookplaat na elk gebruik, zodat kookresten
niet inbranden.
Vereiste: De kookplaat moet koud zijn. Laat bij suiker-
vlekken, rijstzetmeel, kunststof- of aluminiumfolie de
kookplaat niet afkoelen.
Verwijder hardnekkig vuil met een schraper voor vi-
1.
trokeramische kookplaat.
Reinig de kookplaat met een reinigingsmiddel voor
2.
glaskeramiek.
Houd de reinigingsinstructies op de verpakking van
het reinigingsmiddel aan.
Tips
¡ Met een speciale spons voor glaskeramiek kunt
u goede reinigingsresultaten boeken.
¡ Wanneer u de bodem van het kookgerei schoon
houdt, dan blijft het oppervlak van de kookplaat
in een goede conditie.
25.4 Kookplaatrand reinigen
Wanneer er na het gebruik vuil of vlekken op de rand
van de kookplaat bevinden, reinig deze dan.
Opmerking: Geen schraper gebruiken.
De kookplaatrand reinigen met warm zeepsop en
1.
een zachte doek.
Nieuwe vaatdoekjes voor gebruik grondig uitwas-
sen.
Droog na met een zachte doek.
2.
25.5 Geurfilter of akoestisch filter
vervangen
Vervang het geurfilter regelmatig. Vervang de akoesti-
sche filters als ze verontreinigd zijn.
Opmerking: De geurfilters of akoestische filters zijn
verkrijgbaar in de speciaalzaak, bij de klantenservice of
in de onlineshop.
Alleen originele filters, om een optimale werking te
1.
garanderen.
24
2.
LET OP!
Eraf vallende vetfilters kunnen de eronder liggende
kookplaat beschadigen.
Met een hand onder de vetfilter grijpen.
▶
Verwijder het vetfilter.
Vet kan zich op de bodem van het reservoir ver-
‒
zamelen. Het vetfilter niet schuin houden om te
voorkomen dat er vet vanaf druipt.
De 4 geurfilters of akoestische filters eruit halen en
3.
correct afvoeren.
De 2 geurfilters of akoestische filters links en rechts
4.
in het apparaat plaatsen en naar voren schuiven.