Inhoudsopgave
Advertenties
4.3.4
Aansluiting op Modbus
4.3.4.1 Aansluitplan
A1
120
X216
TA
TB COM
Afb. 3: Bedradingsvoorbeeld: Modbus-netwerk
4.3.4.2 Gegevens aansluitklemmen
Beschrijving aansluitklem
Aansluiting
Type aansluiting
Min. doorsnede kabel
Max. doorsnede kabel
Striplengte
Aandraaimoment
Vereiste schroevendraaier
4.3.4.3 Essentiële netwerkinstellingen
Het netwerk moet worden aangesloten met een weerstand van 120 Ω bij het fysieke eerste en
laatste knooppunt.
Zet de R-schakelaar op AAN bij deze knooppunten.
Gebruik de DIP-schakelaar om het knooppuntadres en de baudrate in te stellen en om de afsluitweerstand voor de
geïntegreerde bus te activeren.
R
c
b
a 128 64 32 16
Modus
Afsluiting
bus
R
c
UIT
n.c.
Niet actief
Automatische detectie
AAN
Actief
Waarde van parameter
Vetgedrukt = Emotron-instelling
Elektrische installatie Aansluiting op de veiligheidsmodule
A2
120
X216
TB COM
TA
mm²
mm²
mm
Nm
8
4
2 1
AA
N
Adres
Baudrate
b
UIT
Automatische
AAN
Waarde van
parameter
Monteren
A3
120
X216
TB COM
TA
Modbus
X216
Veerklem
0,5
1,5
10
-
0,4 x 2,5
Pariteit
a
128
64
UIT
UIT
UIT
AAN
Knooppuntadres – voorbeeld:
UIT
UIT
Knooppuntadres = 16 + 4 + 2 + 1 = 23
Knooppuntadres > 247: waarde van parameter
An
120
X216
TA
TB COM
Modbus-knooppuntadres
32
16
8
4
UIT
UIT
UIT
UIT
UIT
Waarde van parameter
UIT
AAN UIT
AAN AAN AAN
4
2
1
UIT
17
Advertenties
Inhoudsopgave
