Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Emotron FlowDrive
Afvalwater pompen AC aandrijving
Software-instructies
Nederlands
Geldig vanaf softwareversie 1.10

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor CG Products Emotron FlowDrive

  • Pagina 1 Emotron FlowDrive Afvalwater pompen AC aandrijving Software-instructies Nederlands Geldig vanaf softwareversie 1.10...
  • Pagina 3 Emotron FlowDrive Software-instructies - NEDERLANDS Geldig vanaf softwareversie 1.10 Documentnummer: 01-6064-03 Uitgave: r1 Datum van uitgifte: 22-11-2016 © Copyright CG Drives & Automation Sweden AB 2016 CG Drives & Automation Sweden AB behoudt zich het recht voor om, zonder kennisgeving vooraf, specificaties en illustraties in de tekst te wijzigen.
  • Pagina 5: Veiligheidsinstructies

    Veiligheidsinstructies Te nemen voorzorgsmaatregelen bij Gefeliciteerd met uw product van CG Drives & Automation! een aangesloten motor Voordat u de eenheid voor het eerst installeert, in bedrijf Als er werkzaamheden aan een aangesloten motor of de stelt of inschakelt, is het zeer belangrijk dat u eerst deze aangedreven machine moeten worden uitgevoerd, moet de handleiding zorgvuldig hebt gelezen.
  • Pagina 6 EMC-voorschriften IT-netvoeding De installatievoorschriften moeten strikt worden nageleefd De frequentieregelaars kunnen worden aangepast voor een om aan de EMC-richtlijnen te voldoen. Alle IT-netvoeding (niet-geaarde nulleider). Neem voor meer installatiebeschrijvingen in deze handleiding volgen de informatie contact op met uw leverancier. EMC-richtlijn.
  • Pagina 7: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Veiligheidsinstructies........1 3.7.3 Reiniging van de pomp ........... 24 3.7.4 Reiniging van de pompput........24 Inhoudsopgave..........3 3.7.5 Reiniging van de leidingen ........24 Bediening via het bedieningspaneel ..25 Inleiding............5 Algemeen..............25 Gebruik van deze gebruiksaanwijzing ..... 5 Bedieningspaneel ...........
  • Pagina 8 5.6.3 Logische uitgang Z [630] Adv)......121 5.6.4 Timer 1 [640] Adv) ..........122 5.6.5 Timer 2 [650] Adv) ..........124 5.6.6 Tellers [660] Adv)..........125 5.6.7 Klok Logic [670] Adv)..........128 Bedrijf/status weergeven [700]......130 5.7.1 Bedrijf [710 ............130 5.7.2 Status [720] ............
  • Pagina 9: Inleiding

    Inleiding Gebruik van deze gebruiksaanwijzing Binnen deze gebruiksaanwijzing wordt de afkorting De Emotron FlowDrive is een frequentieregelaar die speciaal "frequentieregelaar" gebruikt om de complete is ontwikkeld voor het aansturen van afvalwaterpompen bij frequentieregelaar als zodanig aan te duiden. continu bedrijf met het beste rendement (laagste kosten).
  • Pagina 10: Woordenlijst

    Woordenlijst 1.2.2 Definities In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende definities voor stroom, koppel en frequentie gebruikt: 1.2.1 Afkortingen en symbolen Tabel 2 Definities In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende afkortingen gebruikt: Naam Beschrijving Aantal Tabel 1 Afkortingen Nominale ingangsstroom van frequentieregelaar Afkorting/ Beschrijving...
  • Pagina 11: Hoofdfuncties

    • Reiniging van de leidingen Niveauregeling van het reservoir Configuratie met enkele pomp of dubbele De belangrijkste functie van de Emotron FlowDrive is de pompen niveauregeling van het reservoir. Deze functie regelt het De Emotron FlowDrive kan in drie modi werken: niveau in een pompput op basis van een ingang vanaf een analoge niveausensor, met één of twee pompen.
  • Pagina 12: Voorbeelden Van Minimale Bedrading

    2.1.1 Voorbeelden van minimale bedrading Stand-alone Follower Master Auto/Uit/Handmatig Auto/Uit/Handmatig Auto/Uit/Handmatig schakelaar schakelaar schakelaar Handmatig Handmatig Handmatig Auto Auto Auto Niveausensor Niveausensor + 10 VDC + 10 VDC + 10 VDC AnIn 1 AnIn 1 AnIn 1 0 VDC 0 VDC DigIn 1 DigIn 1 DigIn 1...
  • Pagina 13: Volledige Bedradingsvoorbeelden

    2.1.2 Volledige bedradingsvoorbeelden FlowDrive Standalone 0 VDC +10 VDC AnOut 1 AnIn 1 Niveausensor AnIn 2 AnOut 2 AnIn 3 Stroomsensor DigOut 1 DigOut 2 AnIn 4 -10 VDC 0 VDC Handmatig DigIn 1 Relais 1 Auto DigIn 2 DigIn 3 +24 VDC 0 VDC Schakelaar Persoonlijke...
  • Pagina 14 FlowDrive Master / Follower FlowDrive FlowDrive Follower Master 0 VDC 0 VDC +10 VDC +10 VDC AnOut 1 AnOut 1 Niveausensor AnIn 1 AnIn 1 AnOut 2 AnOut 2 AnIn 2 AnIn 2 Stroomsensor DigOut 1 DigOut 1 AnIn 3 AnIn 3 AnIn 4 DigOut 2...
  • Pagina 15: Niveauregeling Van Het Reservoir

    Niveauregeling van het 2.2.2 Niveausturing, details reservoir Wanneer “[3A22]Startniveau” wordt bereikt, start één van de pompen. Wanneer “[3B1] Spoel. start” gekozen is, zal de Deze functie regelt het niveau in een pompput op basis van gekozen pump opstarten naar “Spoel Snelheid”voor een een ingang vanaf een analoge niveausensor.
  • Pagina 16: Niveauregeling, Voorbeeld

    2.2.3 Niveauregeling, voorbeeld dit voorbeeld is 40 Hz nodig. Het niveau in de pompput daalt in overeenstemming met “[3A13] Leeg tijd”. Toeren P1 [Hz] Niveau [m] Toeren P2 [Hz] 6. “[3A23]Stopniveau” wordt bereikt (0 m in dit voor- beeld) en pomp 2 wordt gestopt. Het niveau in de pompput gaat stijgen door de instroom en geen uit- stroom (er draaien geen pompen).
  • Pagina 17: Autotune-Programma

    AutoTune-programma de instroomcondities en capaciteit van de pomp varieert de tijd voor het voltooien van het zelflerende Dit zelflerende programma voor ingebruikname moet inbedrijfstellingsprogramma. meestal worden gestart in de laatste fase van de Kalibratie voor de schatting van de stroom ingebruikname van de FlowDrive wanneer alle motorgegevens en niveaus door de gebruiker worden Bij het uitvoeren van BEP-metingen worden de schattingen...
  • Pagina 18: Reinigingsfuncties

    Reinigingsfuncties Belastingsmonitor - automatische detectie De belastingsmonitor wordt gebruikt om automatisch Het FlowDrive-systeem heeft de volgende reinigingsfuncties verstoppingen van de pomp te detecteren om het probleem om de onderhoudsvereisten te beperken automatisch op te lossen, zonder duur handmatig onderhoud. Daarnaast is het vaak essentieel om 2.4.1 Reiniging van de pomp verstoppingsproblemen vroegtijdig te detecteren;...
  • Pagina 19: Reiniging Van De Pompput

    Andere functies 2.4.2 Reiniging van de pompput Bij reiniging van de pompput draait of draaien de geselecteerde pomp(en) onder het normale stopniveau totdat 2.5.1 Alarm Onderhoud ze vrij lopen. Zo worden verzamelde resten op de bodem van de pompput verwijderd. Als persoonlijke beveiliging, terwijl er onderhoud wordt uitgevoerd, wordt er een externe schakelaar door de monteur Reinigen van de pompput kan geactiveerd worden vanuit de...
  • Pagina 20: Statistieken

    2.5.5 Statistieken 2.5.6 Trips De volgende statistieken kunnen worden uitgelezen: Zie Hoofdstuk 6. pagina 155 voor algemene informatie over trips en waarschuwingen Huidig niveau in pompput Fout analoge sensor • Niveau pompput in meter [741], ook weergegeven in [100] Geactiveerd als: Draaiuren •...
  • Pagina 21: Aan De Slag

    Aan de slag Functietoetsen In dit hoofdstuk laten we u stapsgewijs zien hoe u de pompen het snelst aan het draaien krijgt. De functietoetsen bedienen de menu’s en worden daarnaast We gaan ervanuit dat de FlowDrive-eenheid is gemonteerd gebruikt voor het programmeren en aflezen van alle menu- en aangesloten volgens de instructies in de aparte instellingen.
  • Pagina 22: De Functietoetsen Gebruiken

    3.1.1 De functietoetsen gebruiken 3.1.2 Toggle lus NEXT 7411 3A11 NEXT 3A14 3A31 3C13 3A21 Afb. 9 Voorbeeld van menunavigatie bij invoeren van motor- Afb. 10 Standaard-toggle-lus spanning De inbedrijfsstelling is vereenvoudigd door een Voorbeeld: voorgeprogrammeerde standaard-toggle-lus die kan worden Motorgegevens instellen.
  • Pagina 23: Basisconfiguratie (Alle Frequentieregelaars)

    Basisconfiguratie (alle 3.2.3 De configuratie voor FlowDrive instellen frequentieregelaars) In de afvalwatermodus kan de frequentieregelaar als een De FlowDrive kan in twee standen werken; Standalone-eenheid (met slechts één frequentieregelaar) of Afvalwater en algemene aandrijfmodus in een configuratie Master-Follower (met twee In de afvalwatermodus is de frequentieregelaar frequentieregelaars) werken.
  • Pagina 24: Standalone/ Master-Configuratie

    Standalone/ Master- 3.3.3 Configuratie van de niveausensor configuratie De niveausensor die is aangesloten op de 'Stand-alone'- of Master-eenheid moet worden geconfigureerd op basis van OPMERKING: Zorg dat "Hoofdstuk 3.2 Basisconfiguratie het type en de plaatsing. ga naar menu [3C13] of druk op de (alle frequentieregelaars)"...
  • Pagina 25: De Geometrie Voor Het Reservoir Instellen

    3.3.5 De geometrie voor het reservoir instellen De instellingen voor de geometrie van het reservoir zijn Niveau 1[3A31] Gebied 1[3A32] essentieel voor het AutoTune-programma en het schatten Niveau 2[3A33] Gebied 2[3A34] van de stroming. Voer de waarden zo precies mogelijk in; Niveau 3[3A35] Gebied 3[3A36] wanneer u dat niet doet, krijgt u onnauwkeurige metingen.
  • Pagina 26: Voorbeelden Van Vormen En Niveaus Voor De Pompput

    Kopiëren naar follower Voorbeelden van vormen en niveaus voor de pompput In geval van een Master-Follower-systeem is het nu tijd om Hieronder staan voorbeelden van de verschillende vereiste parameters naar de follower te kopiëren. Sla dit gedeelte over vormen en niveaus voor de pompput. bij een "Standalone"-systeem.
  • Pagina 27: De Werking Voor 'Auto Mode' Controleren

    De werking voor 'Auto mode' controleren Het programma AutoTune voert "[3A43] Mnst BEP" uit van metingen bij elke frequentie. Maar als een In de pompmodus "Auto" moet de pomp starten als "[7411] monstermeting wordt beschouwd als onjuist (bijvoorbeeld Niveau put" het niveau van "[7412] Act strtNiv" heeft wanneer de instroom te veel is gewijzigd of te hoog is), dan bereikt (deze waarde moet identiek zijn aan de ingestelde wordt de meting gelost en opnieuw uitgevoerd.
  • Pagina 28: Configuratie Van Aanvullende Functies (Optioneel)

    Configuratie van 3.7.4 Reiniging van de pompput aanvullende functies Deze functie helpt om in de pompput verzamelde resten te verwijderen. Bij het reinigen van de pompput wordt de put (optioneel) geleegd door de geselecteerde pomp(en) onder het normale stopniveau te laten draaien totdat ze lucht opzuigen. Het stoppunt wordt bepaald op basis van de afname in de Hier volgt een overzicht van een aantal aanvullende functies belasting wanneer de pomp lucht begint op te zuigen.
  • Pagina 29: Bediening Via Het Bedieningspaneel

    Bediening via het bedieningspaneel In dit hoofdstuk wordt het gebruik van het bedieningspaneel Gebied B Geeft aan dat het menu in de toggle-lus zit of dat beschreven. de frequentieregelaar is ingesteld voor lokale bediening. Gebied C: Geeft de kop van het actieve menu weer. Algemeen Gebied D*:Geeft de status van de frequentieregelaar aan (3 posities).
  • Pagina 30: Indicaties Op Het Display

    4.2.3 Led-indicatoren De symbolen op het bedieningspaneel hebben de volgende functies: 300 Proces Afb. 16 Voorbeeld 1e menuniveau Trip Vermogen 220 Motor Data Groen Rood Groen Afb. 20 Led-indicaties Afb. 17 Voorbeeld 2e menuniveau Tabel 4 Led-indicatie Functie 221 Motor Spann Symbool 400 V KNIPPEREND...
  • Pagina 31: De Toggle En Lokaal/Ext Toets

    4.2.5 De Toggle en Lokaal/Ext toets. Deze toets heeft normaal gesproken twee Submenu's functies: Toggle en schakelen tussen Lokaal/ Ect.-functie. In de modus FlowDrive is de functie Loc/ NEXT Rem uitgeschakeld. Eén seconde ingedrukt houden voor toggle-functie. Bij het bewerken van waarden kan de toggle-toets worden gebruikt 3A41 om het teken van de waarde te wijzigen, zie deel 4.5, pagina Toggle-lus...
  • Pagina 32: Functietoetsen

    De menustructuur 4.2.6 Functietoetsen De functietoetsen bedienen de menu’s en worden daarnaast De menustructuur bestaat uit 4 niveaus: gebruikt voor het programmeren en aflezen van alle menu- instellingen. Hoofdmenu Het eerste teken in het menunummer. 1e niveau Tabel 6 Functietoetsen 2e niveau Het tweede teken in het menunummer.
  • Pagina 33: Het Hoofdmenu

    Waarden in een menu 4.3.1 Het hoofdmenu bewerken Deze sectie geeft u een korte beschrijving van de functies in het hoofdmenu. De meeste waarden op de tweede rij van een menu kunnen Startvenster op twee verschillende manieren worden gewijzigd. Wordt weergegeven bij inschakelen. Dit venster toont Enumeratiewaarden, zoals de baudrate, kunnen alleen standaard de actuele proceswaarde.
  • Pagina 34: Programmeervoorbeeld

    Programmeervoorbeeld Dit voorbeeld laat zien hoe u een wijziging van Acc Time 0 rpm Menu 100 verschijnt van 4,0 s naar 2,0 s programmeert. 0,0A na inschakelen. De knipperende cursor geeft aan dat er een wijziging heeft plaatsgevonden, maar dat deze nog niet is opgeslagen. Als op dat moment de stroom uitvalt, zal de wijziging niet NEXT opgeslagen worden.
  • Pagina 35: Beschrijving En Functionaliteit Van Parameters

    PEB-status (Best Efficiency Point-status) bekijken 5.7.5, pagina 144 Tripgeheugen Tripmeldingen en tripdata bekijken. 5.8, pagina 146 Model, softwareversie en hardwareversie Emotron FlowDrive bekijken. Systeemgegevens 5.9, pagina 149 Service-informatie. Werkelijke tijd en datum bekijken als u de optie RTC-Realtime klok hebt Klok (optie) 5.9.2, pagina 150...
  • Pagina 36: Toepassing Emotron Flowdrive

    Toepassing Emotron FlowDrive Beschrijving van menutabelindeling De Emotron FlowDrive is vooral bedoeld als een speciale In dit hoofdstuk worden de volgende twee soorten tabellen frequentieregelaar voor afvalwater. Deze kan echter ook gebruikt. worden gebruikt als algemene regelaar (zoals de Emotron ...
  • Pagina 37: Uitleg Van De Menumodus

    Startvenster [100] Uitleg van de menumodus Sommige menu's worden “Geavanceerde” FlowDrive- Dit menu wordt bij iedere inschakeling weergegeven. menu's genoemd. Tijdens Normaal gesproken hoeven deze menu's niet te worden bedrijf wordt het menu [100] automatisch weergegeven als gewijzigd. De tabellen met geavanceerde FlowDrive-menu's het toetsenbord gedurende 5 minuten niet wordt gebruikt.
  • Pagina 38: Regel [120]

    HOOFDINST [200] Niveau put Niveau put Instroom Instroom Het menu HOOFDINST bevat de belangrijkste instellingen voor de inbedrijfstelling van de Uitstroom Uitstroom frequentieregelaar en het configureren ervan voor de toepassing. Het bevat verschillende submenu's voor de De 'Motor temp' is alleen zichtbaar als u de optie PTC/ besturing van de eenheid, motorgegevens en -bescherming, PT100-kaart hebt geïnstalleerd en een PT100-ingang is algemene instellingen en het automatisch resetten van...
  • Pagina 39 Kies Motor [212] Communicatie-informatie Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43013 Dit menu wordt gebruikt als u meer dan één motor in uw Profibus-positie/index 168/172 toepassing gebruikt. Kies de motor die u wilt definiëren. Er EtherCAT index (hex) 4bc5 kunnen in de frequentieregelaar maximaal vier verschillende Profinet IO-index 19397 motoren worden gedefinieerd, M1-M4.
  • Pagina 40: Communicatie-Informatie

    Adv) Start-/stopsignaal [215] Reset Sgnl [216] Deze functie wordt gebruikt om de bron voor run- en Als de frequentieregelaar vanwege een storing wordt gestopt, stopcommando's te kiezen. Standaard is dit ingesteld op is er een resetcommando Flow ctrl, voor de functies van de FlowDrive en dit kan niet nodig om de frequentieregelaar opnieuw te kunnen starten.
  • Pagina 41 functies ingesteld zijn voor besturing via het toetsenbord. Communicatie-informatie Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43019 Profibus-positie/index 168/178 218 Code blokk? EtherCAT index (hex) 4bcb Profinet IO-index 19403 Veldbusformaat UInt Standaard: Modbusformaat UInt Bereik: 0–9999 Adv) Extern signaal Niveau/Flank [21A] Communicatie-informatie Alleen Niveau met FlowDrive. Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43018 Profibus-positie/index...
  • Pagina 42: Toepassing Regelaar [21C]

    geldt voor alle parametersets. De standaardinstelling, Niet Communicatie-informatie gespec., is nooit selecteerbaar en is alleen zichtbaar tot er een Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43382 nieuwe waarde geselecteerd is. Profibus-positie/index 170/31 EtherCAT index (hex) 4d36 Als de netspanning eenmaal is ingesteld, heeft het Profinet IO-index 19766 commando Fabriek>...
  • Pagina 43 Kopiëren naar Follower [21E] Autotoggle [21F] Via dit menu kunt u configuratiegegevens van de Master- De frequentieregelaar kan automatisch tussen menu's eenheid kopiëren naar een Follower-eenheid schakelen om verschillende eigenschappen van de Hiervoor moeten beide frequentieregelaars in de stopmodus frequentieregelaar weer te geven. Schakel de functie in door staan.
  • Pagina 44: Motor Data [220]

    5.2.2 Motor Data [220] Communicatie-informatie Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43028 In dit menu voert u de motorgegevens in om de Profibus-positie/index 168/187 frequentieregelaar af te stemmen op de aangesloten motor. EtherCAT index (hex) 4bd4 Dit zorgt voor een verbetering van de Profinet IO-index 19412 regelnauwkeurigheid en van verschillende uitlezingen en Veldbusformaat...
  • Pagina 45: Motorfrequentie

    Motorfrequentie [222] Motor Stroom [224] Hier wordt de nominale motorfrequentie ingesteld. Hier wordt de nominale motorstroom ingesteld. Bij parallelle motoren stelt u de waarde in als de som van de stroomsterkten van de motoren. 222 Motor Freq 50,0 Hz 224 Motor Stroom Standaard: 50 Hz (IMOT)A...
  • Pagina 46 Motor Polen [226] Motor Vent [228] Als het nominale toerental van de motor ≤ 500 rpm is, Parameter voor het instellen van het type motorventilatie. verschijnt automatisch het menu voor het invoeren van het Heeft gevolgen voor de kenmerken van de I aantal polen, [226].
  • Pagina 47 Communicatie-informatie Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43049 Profibus-positie/index 168/208 voor I EtherCAT index (hex) 4be9 Geforc. Profinet IO-index 19433 1.00 0.90 Veldbusformaat UInt 0.87 Eigen Modbusformaat UInt None Geluid [22A] 0.55 Stelt de geluidkarakteristiek in van de frequentieregelaar door de schakelfrequentie en/of het schakelpatroon te wijzigen.
  • Pagina 48 PWM Fswitch [22E1] PWM Random [22E3] De PWM-schakelfrequentie van de frequentieregelaar instellen 22E3 PWM Random 22E1 PWM Fswitch Standaard: 3,00 kHz Random-modulatie is Uit. Standaard: 3,00 kHz Random-modulatie is actief. Random- Bereik 1,50 - 6,00 kHz frequentievariatiebereik is ± 1/8 van het in [22E1] ingestelde niveau.
  • Pagina 49: Mot Beveilig [230]

    5.2.3 Mot Beveilig [230] Motor I t I [232] Deze functie beschermt de motor tegen overbelasting op Stelt de stroombegrenzing in voor de I t-beveiliging van de basis van de norm IEC 60947-4-2. motor. Motor I t Type [231] 232 Mot I 100% De motorbeveiligingsfunctie maakt het mogelijk om de motor te beschermen tegen overbelasting conform de norm...
  • Pagina 50 100000 10000 1000 1000 s (120%) 480 s (120%) 240 s (120%) 120 s (120%) 60 s (120%) Werkelijke uitgangsstroom / I t-stroom i / I2t-current Afb. 27 I t-functie Afb. 27 toont hoe de functie het kwadraat van de motorstroom integreert afhankelijk van "Mot I t I [232]"...
  • Pagina 51: Therm Beveil

    Therm Beveil [234] Motor Klasse [235] Alleen zichtbaar als de PTC/PT100-optieprint is Alleen zichtbaar als de PTC/PT100-optieprint is geïnstalleerd. Hier wordt de PTC-ingang voor de thermische geïnstalleerd. Hier wordt de klasse van de gebruikte motor beveiliging van de motor ingesteld. De motorthermistoren ingesteld.
  • Pagina 52 PT100 Ingang [236] Motor PTC [237] Geeft aan welke van de PT100-ingangen moeten worden Voor frequentieregelaars van bouwvorm B tot en met D gebruikt voor thermische beveiliging. Door het deactiveren (FLD48/52-003-074) is er een optionele mogelijkheid om van ongebruikte PT100-ingangen op de PTC/PT100- de Motor PTC (niet te verwarren met PTC/PT100- optieprint worden deze ingangen genegeerd, waardoor er optieprint;...
  • Pagina 53: Verwerking Van Parametersets [240]

    5.2.4 Verwerking van 241 Kies Set parametersets [240] Standaard: OPMERKING: Het gebruik van meerdere parametersets is niet toegestaan in FlowDrive. Deze functie wordt Selectie: A, B, C, D, DigIn, Comm, Optie normaal gesproken gebruikt in de algemene modus. Vaste keuze van een van de vier Er zijn vier verschillende parametersets beschikbaar in de parametersets A, B, C of D.
  • Pagina 54 Kopieer Set [242] Fabriek> Set [243] Deze functie kopieert de inhoud van een parameterset naar Met deze functie kunnen drie verschillende niveaus een andere parameterset. (fabrieksinstellingen) worden gekozen voor de vier parametersets. Bij het laden van de instellingen worden alle wijzigingen in de software teruggezet naar de 242 Kopieer Set fabrieksinstellingen.
  • Pagina 55 Kopie>BP [244] 245 Laden uit BP Alle instellingen kunnen naar het bedieningspaneel worden Geen kopie gekopieerd , inclusief de motorgegevens. Tijdens het kopiëren worden Standaard: Geen Kopie startcommando's genegeerd. Geen Er wordt niets geladen. Kopie 244 Kopie>BP Gegevens uit parameterset A worden Geen kopie geladen.
  • Pagina 56: Automatische Reset Van Trips/Tripcondities [250]

    5.2.5 Automatische reset van trips/ • De Autoreset-teller wordt nu op nul gezet. Tripcondities [250] 251 Aantal Trips Deze functie zorgt ervoor dat af en toe voorkomende trips die geen gevolgen hebben voor het proces automatisch worden gereset. Alleen als een storing blijft terugkomen, Standaard: zich herhaalt op vaste tijden en daarom niet door de Bereik:...
  • Pagina 57 Overspann D [253] Overspann [255] Vertragingstijd gaat in als de storing verdwijnt. Als de Vertragingstijd gaat in als de storing verdwijnt. Als de vertragingstijd is verstreken, wordt het alarm gereset als de vertragingstijd is verstreken, wordt het alarm gereset als de functie actief is functie actief is.
  • Pagina 58 Rotor vast [257] Onderspann. [259] Vertragingstijd gaat in als de storing verdwijnt. Als de Vertragingstijd gaat in als de storing verdwijnt. Als de vertragingstijd is verstreken, wordt het alarm gereset als de vertragingstijd is verstreken, wordt het alarm gereset als de functie actief is functie actief is 257 Rotor vast...
  • Pagina 59 Motor I t TT [25B] Communicatie-informatie Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43079 Kies de gewenste reactie op een Motor I t-trip. Profibus-positie/index 168/238 EtherCAT index (hex) 4c07 25B Motor I t TT Profinet IO-index 19463 Trip Veldbusformaat Uint Modbusformaat UInt Standaard: Trip Trip Er treedt een trip van de motor op PTC [25E] Deceleratie De motor decelereert...
  • Pagina 60 Ext Trip [25G] Communicatie-informatie Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43089 Vertragingstijd gaat in als de storing verdwijnt. Als de Profibus-positie/index 168/248 vertragingstijd is verstreken, wordt het alarm gereset als de EtherCAT index (hex) 4c11 functie actief is. Profinet IO-index 19473 Veldbusformaat Lang, 1=1 s 25G Ext Trip Modbusformaat EInt...
  • Pagina 61: Over Toeren [25Q]

    Min Alarm TT [25L] Overstroom F [25O] Kies de gewenste reactie op een min alarm-trip. Vertragingstijd gaat in als de storing verdwijnt. Als de vertragingstijd is verstreken, wordt het alarm gereset als de functie actief is. 25L Min Alarm TT Trip 25O Overstroom F Standaard:...
  • Pagina 62: Ext Mot Tt [25S]

    Ext Mot Temp [25R] LC niveau [25T] Vertragingstijd gaat in wanneer de storing verdwijnt. Als de Vertragingstijd gaat in wanneer de storing verdwijnt. Als de vertragingstijd is verstreken, wordt het alarm gereset als de vertragingstijd is verstreken, wordt het alarm gereset als de functie actief is.
  • Pagina 63: Seriële Comm [260]

    5.2.6 Seriële Comm [260] Baudrate [2621] Stel de baudrate voor de communicatie in. Deze functie is bedoeld voor het definiëren van de communicatieparameters voor seriële communicatie. Er zijn OPMERKING: Deze baudrate wordt alleen gebruikt voor twee soorten opties beschikbaar voor seriële communicatie: de geïsoleerde RS232/485-optie.
  • Pagina 64: Aanvullende Proceswaarden

    Veldbus [263] Read/Write [2633] Kies read/write om de regelaar via een veldbusnetwerk Druk op Enter om de parameters voor te regelen. Raadpleeg voor meer informatie de handleiding veldbuscommunicatie in te stellen. voor de Veldbus-optie. 263 Veldbus 2633 Read/Write Address [2631] Standaard: Voer het adres in van de eenheid/node van de frequentieregelaar.
  • Pagina 65 Comm Fout [264] Tijd communicatiefout [2642] Bepaalt de vertragingstijd voor de trip/waarschuwing. Hoofdmenu voor instellingen communicatiefouten/- waarschuwingen. Raadpleeg voor nadere details de handleiding voor de Veldbus-optie. 2642 CommFt Tijd 0,5 s Modus communicatiefout [2641] Selecteert maatregel bij detectie van een communicatiefout. Standaard: 0,5 s Bereik:...
  • Pagina 66: Subnet Mask

    MAC Address [2652] DHCP [2655] 2652 MAC Address 2655 DHCP 000000000000 Een uniek nummer voor de Ethernet- Standaard: Standaard: module. Selectie: Aan/Uit Communicatie-informatie Communicatie-informatie 42705, 42706, 42707, Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 42719 42708, 42709, 42710 Profibus-positie/index 167/133 167/119, 167/120, EtherCAT index (hex) 4a9f Profibus-positie/index 167/121, 167/122,...
  • Pagina 67: Proces- En Toepassingsparameters [300]

    Adv) nF) Proces- en Lege tijd[3A13] Lege tijd bij benadering vanaf wanneer starten met pompen toepassingsparameters moet worden gestopt. De pompput moet regelmatig worden [300] geleegd. Dit is nodig om nauwkeurige metingen van stromen uit te voeren, pompen te wisselen bij natuurlijke Deze parameters worden voornamelijk aangepast om stops, de opbouw van resten op een specifiek niveau te optimale proces- of machineprestaties te verkrijgen.
  • Pagina 68 Config. niv. [3A2] Stopniveau[3A23] Algemene configuratie van Niveausturing. Niveau waarop het pompen wordt gestopt. 3A223 Stopniveau Niveauschakelaar overflow 0,000 m (optioneel) [3A21]Overflow Level Standaard: 0,000m [3A22]Start Level Communicatie-informatie Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43605 Profibus-positie/index 170/254 EtherCAT index (hex) 4e15 Profinet IO-index 19989 Veldbusformaat Lang, 1=0,001 Modbusformaat EInt...
  • Pagina 69 Niveau 1[3A31] Communicatie-informatie Laagste niveau van pompput in meter. Meestal 0. Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43607 Profibus-positie/index 171/1 EtherCAT index (hex) 4e17 3A31 Niveau 1 Profinet IO-index 19991 0,000 m Veldbusformaat Lang, 1=0,001 Modbusformaat EInt Standaard: 0,000m Adv) nF) PreOverFlow [3A26] Communicatie-informatie Wordt automatisch ingesteld tussen niveau voor overflow en Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43609 startniveau om een dreigende overflow te detecteren.
  • Pagina 70 Gebied 4 [3A38] Communicatie-informatie Gebied bij niveau 4. Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43612 Profibus-positie/index 171/6 EtherCAT index (hex) 4e1c 3A38 Gebied 4 Profinet IO-index 19996 Veldbusformaat Lang, 1=0,1 Modbusformaat EInt Standaard: Uit (m Niveau 3 [3A35] Communicatie-informatie Derde niveau waarbij het gebied weer wordt gewijzigd. Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43616 Profibus-positie/index...
  • Pagina 71 Adv) nF) AutoTune[3A4] Mnst BEP [3A43] Het AutoTune-programma voert metingen uit en berekent Aantal monsters genomen voor elke frequentie in BEP. Meer de procesgegevens die nodig zijn voor een optimale regeling. geeft een betere nauwkeurigheid. Standaard 5. Minder dan 3 Het zoekt bijvoorbeeld naar de meeste energie-efficiënte wordt niet aanbevolen.
  • Pagina 72: Functies[3B0] Nf)

    5.3.2 Functies[3B0] Start niv Δ [3B2] Functies die samen met niveauregeling worden gebruikt. Wanneer ingeschakeld wisselt het startniveau om te voorkomen dat er zich resten verzamelen bij het startniveau. Stelt startniveau willekeurig in tussen "Startniveau" en Spoel. start[3B1] “ "Starniveau ./. Startniveau Δ .
  • Pagina 73 De pompreiniging wordt vanaf de volgende bronnen Communicatie-informatie geactiveerd: Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43634 Profibus-positie/index 171/28 1. Alarm “PompNietGer”. EtherCAT index (hex) 4e32 2. Menu “[3B32] KrachtPompCl”. Profinet IO-index 20018 3. Digitale ingang. Veldbusformaat UInt Modbusformaat UInt 4. Run Tijd. 5. Real-time klok - Optie. Adv) nF) Pompreinigingsperiode [3B33] Activeer pompreiniging [3B31]...
  • Pagina 74 Adv) nF) Teruglooptijd [3B35] Pompreinigingsinterval [3B3A] Runtijd bij omgekeerd toerental. Dit menu is alleen zichtvaar als de optie RTC-Realtime klok Wanneer ingesteld op Uit, wordt pompreiniging is geïnstalleerd. uitgeschakeld. Hier kunt u het interval voor de geplande pompreiniging instellen. 3B35 Terugl.tijd Voorbeeld: Als een wekelijkse start moet worden ingesteld, stel het interval in op 7, bij om de week op 14 en bij een keer per...
  • Pagina 75 Starttijd pompreiniging [3B3C] Communicatie-informatie Dit menu is alleen zichtbaar met de optie RTC-Realtime Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43655 klok geïnstalleerd en menu “[3B3A] PC interval” ingesteld Profibus-positie/index 171/49 op 1 - 365. EtherCAT index (hex) 4e47 Profinet IO-index 20039 Hier kunt u instellen op welke tijd de pompreiniging Veldbusformaat UInt mogelijk is op de datum ingesteld in menu “[3B3B]...
  • Pagina 76 Adv) nF) Time-out [3B44] HerhalingsInterval [3B4A] Time-out vanaf start van functie (voorbij het stopniveau). Dit menu is alleen zichtbaar met de optie RTC-Realtime Dit is een veiligheidsfunctie om schade te voorkomen die klok geïnstalleerd. kan ontstaan als pompen te lang draaien bij een laag niveau Stel dagen in tussen reiniging pompput, zie voorbeeld in (met onvoldoende koeling tot gevolg).
  • Pagina 77 Starttijd pompputreiniging [3B4C] Leidingreinigingsperiode [3B52] Dit menu is alleen zichtbaar met de optie RTC-Realtime Stel in hoe vaak reiniging van de leidingen mogelijk moet klok geïnstalleerd en menu “[3B4A]” ingesteld op 1 - 365. zijn. Begin met reiniging van de leidingen bij elke afpompcyclus (een afpompcyclus betekent compleet Hier kunt u instellen op welke tijd de reiniging van de afpompen tot het stopniveau).
  • Pagina 78: Communicatie-Informatie

    Adv) Adv) nF) LastMonitor [3B6] LstMonTune [3B61] Status van de belastingsmonitor. Belastingsmonitor voor detectie van abnormale pompbelasting. De belastingsmonitor wordt automatisch ingesteld, wanneer 3B61 LstMonTune Alleen lezen toegestaan door “[3A42] LstMonTune” wanneer FlowDrive Niet gedaan AutoTune is geactiveerd. De leidingen worden gereinigd voorafgaand aan het afstellen van de belastingsmonitor Tuning van de belastingsmonitor is Not Done...
  • Pagina 79: Sensoren [3C0] Nf)

    Adv) nF) 5.3.3 Sensoren [3C0] Niveau-eh [3C11] Stel gewenste eenheid in voor de te gebruiken niveausensor. In de volgende menu's kan de procesconfiguratie voor aangesloten sensoren worden uitgevoerd. 3C11 Niveau-eh Functie van de sensor (niveausensor / stroomsensor) en elektrische eigenschappen worden gedefinieerd in “Hoofdstuk 5.5.1 pagina 94”.
  • Pagina 80 Nr. voor Nr. voor 3C12 Gebr.eh Character Character seriële comm. seriële comm. ö Standaard: Geen tekens weergegeven ¨ Communicatie-informatie Ü Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43701 - 43706 171/95 - Profibus-positie/index 171/100 EtherCAT index (hex) 4e75 - 4e7a & Profinet IO-index 20085 - 20090 ·...
  • Pagina 81 Stroom Min[3C23] Communicatie-informatie Dit is de configuratie waarbij de stroom in l/s het minimale Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43708 analoge signaal vanaf de sensor moet aangeven. Meestal is dit Profibus-positie/index 171/102 EtherCAT index (hex) 4e7c Profinet IO-index 20092 Veldbusformaat Lang, 1=0,001 3C23 Stroom min Modbusformaat EInt Adv) nF)
  • Pagina 82: Start/Stop-Instellingen [330]

    Adv) nF) 5.3.4 Start/Stop-instellingen [330] Ratio [3C25] Met deze functie wordt de verhouding ingesteld tussen de Submenu met alle functies voor acceleratie, werkelijke stroom en de afgelezen analoge waarde. De deceleratie, starten, stoppen enz. eigenschappen van de sensor wordt door de fabrikant van de sensor gegeven.
  • Pagina 83 Acceleratietijd tot minimaal toerental Adv) [335] Als het minimale toerental, [341]>0 Hz, in een toepassing Nom. Toerental wordt gebruikt, hanteert de frequentieregelaar afzonderlijke hellingtijden onder dit niveau. Met "Acc>Min rpm [335]" en "Dec<Min rpm [336]" kunt u de vereiste hellingstijden instellen.
  • Pagina 84 Adv) Acceleratiehellingstype [337] Hiermee wordt het type ingesteld van alle acceleratiehellingen in een parameterset. Zie Afb. 33. Op basis van de acceleratie- en deceleratievereisten voor de toepassing kan de vorm van beide hellingen worden gekozen. Voor toepassingen waar snelheidsveranderingen Lineair S-curve geleidelijk gestart en gestopt moeten worden, zoals bij een transportband met materiaal dat bij snelle...
  • Pagina 85: Toerental [340]

    Adv) Start Mode [339] 5.3.5 Toerental [340] Hier wordt ingesteld hoe de motor wordt gestart bij een run- Menu met alle parameters voor instellingen m.b.t. commando. toerentallen, zoals minimale/maximale toerentallen, jog- toerentallen, skiptoerentallen. 339 Start Mode Minimaal toerental [341] Snel Stelt het minimale toerental in.
  • Pagina 86: Koppels [350]Adv)

    Adv) Maximaal toerental [343] 5.3.6 Koppels [350] Stelt het maximale toerental in. Het maximale toerental Menu met alle parameters voor koppelinstellingen. fungeert als een absoluut maximum. Deze parameter wordt Adv) gebruikt om schade door hoge toerentallen te voorkomen. Maximaal koppel [351] Het synchroon toerental (Sync.
  • Pagina 87 OPMERKING: Een te hoog IxR-compensatieniveau kan 352 IxR Comp leiden tot verzadiging van de motor. Hierdoor kan er een "InverterFout"-trip optreden. Het effect van IxR- compensatie is groter bij zwaardere motoren. Standaard: Functie uitgeschakeld OPMERKING: De motor kan bij lagere toerentallen Automatisch Automatische compensatie oververhit raken.
  • Pagina 88: Belastingsmonitor En Procesbeveiliging [400] Adv)

    Adv) Belastingsmonitor en Maximaal vermogen [355] procesbeveiliging [400] Stelt het maximale vermogen in. Kan gebruikt worden om het motorvermogen te beperken bij veldverzwakking. Deze Adv) functie werkt als een bovengrens voor het vermogen en beperkt de parameter Max Koppel [351] intern op basis van: Tlimit = Plimit[%] / (Actueel toerental / Synchr.toerental) Adv) 5.4.1...
  • Pagina 89 Adv) Last Type [415] Communicatie-informatie Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43322 In dit menu kiest u het monitortype op basis van de Profibus-positie/index 169/226 lastkarakteristiek van uw toepassing. Door het gewenste EtherCAT index (hex) 4cfa monitortype te kiezen, kan de overbelastings- of Profinet IO-index 19706 onderbelastingsalarmfunctie worden geoptimaliseerd aan de Veldbusformaat...
  • Pagina 90 Adv) Adv) Max Alarm [416] Max Vooralarm [417] Adv) Adv) Max Alarm-marge [4161] Max Vooralarm-marge [4171] Bij lasttype Basis, [415], wordt met de Max Alarm-marge de Bij lasttype Basis, [415], wordt met de Max Vooralarm- band ingesteld boven de Normaal Last, [41B], waar geen marge de band ingesteld boven de Normaal Last, [41B], alarm wordt gegenereerd.
  • Pagina 91 Adv) Adv) Min Vooralarm [418] Min Alarm [419] Adv) Adv) Min Vooralarm-marge [4181] Min Alarm-marge [4191] Bij lasttype Basis, [415], wordt met de Min-Vooralarm- Bij lasttype Basis, [415], wordt met de Min Alarm-marge de marge de band ingesteld onder de Normaal Last, [41B], band ingesteld onder de Normaal Last, [41B], waar geen waar geen vooralarm wordt gegenereerd.
  • Pagina 92 Adv) Adv) Autoset Alrm [41A] Normaal Last [41B] De functie Autoset Alarm kan de nominale belasting meten, Stel het niveau van de normale belasting in. Het alarm of die wordt gebruikt als referentie voor de alarmniveaus. Als vooralarm wordt geactiveerd als de belasting boven/onder de het gekozen lasttype [415] Basis is, kopieert de functie de normale belasting ±...
  • Pagina 93: Procesbeveiliging [420]

    5.4.2 Procesbeveiliging [420] Communicatie-informatie 43336%, 43337 rpm, Submenu met instellingen voor de beveiligingsfuncties voor 43338%, 43339 rpm, de frequentieregelaar en de motor. 43340%, 43341 rpm, 43342%, 43343 rpm, Netonderbreking [421] Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43344%, 43345 rpm, 43346%, 43347 rpm, Als er dip in de netvoeding optreedt en de 43348%, 43349 rpm, 43350%, 43351 rpm, netonderbrekingsfunctie...
  • Pagina 94 Motor los [423] Tussen- Met de functie motor los ingeschakeld is de frequentieregelaar in staat om een fout te detecteren in het motorcircuit: motor, motorkabel, thermisch relais of uitgangsfilter. Motor los veroorzaakt een trip en de motor zal Overbrug- gingsni- uitlopen tot stilstand als gedurende een periode van 500 ms veau een ontbrekende motorfase wordt gedetecteerd.
  • Pagina 95: Person. Bev. [430] Nf)

    5.4.3 Person. bev. [430] 424 Volt Limiet Persoonlijke beveiliging maakt het mogelijk om een persoonlijk beveiligingsalarm via digitale ingangen te activeren. Het is de bedoeling om een externe operator op de Standaard: hoogte te stellen van een potentieel ongeval op de locatie. Overspanningsregeling geactiveerd Hiervoor is een verbinding met een extern SCADA-systeem Overspanningsregeling uit...
  • Pagina 96: Trips Gebr. [440] Nf)

    5.4.4 Trips gebr. [440] PreAlarm[431] Vertraging voordat VoorAlarm Persoonlijke beveiliging Hier is het mogelijk om tot vier extern geactiveerde alarmen wordt geactiveerd te configureren met uw eigen melding en alarmgedrag. Configureer DigitalIn als “Trip 1 gebr.” tot en met “Trip 4 gebr.”.
  • Pagina 97 Actieve polariteit 1[4413] Communicatie-informatie Stel in of het alarm moet worden geactiveerd bij actief hoog Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 42317 of laag. Profibus-positie/index 165/241 EtherCAT index (hex) 490d Profinet IO-index 18701 4413 Actief bel. 1 Veldbusformaat UInt Hoog Modbusformaat UInt Standaard: Hoog TekstTrip 1 [4416] Hoog Alarm geactiveerd wanneer signaal hoog is Hier kunt u uw eigen alarmtekst invoeren.
  • Pagina 98: I/O's En Virtuele Verbindingen [500]

    I/O’s en virtuele AnIn1 Setup [512] verbindingen [500] De instelling van de analoge ingang wordt gebruikt om de analoge ingang te configureren in overeenstemming met het Hoofdmenu met alle instellingen van de standaardingangen gebruikte signaal dat en -uitgangen van de frequentieregelaar. op de analoge ingang wordt aangesloten.
  • Pagina 99 Stelt de ingang in voor een bipolaire spanningsingang, waarbij de schaal het Bipol V bereik voor het ingangssignaal regelt. 100 % Schaal kan worden gedefinieerd in geavanceerd menu AnIn Bipol. 2–10 V 4-20 mA OPMERKING: Voor de bipol-functie moeten ingangen RunR en RunL actief zijn en moet Rotatie, [219] zijn ingesteld op "R+L".
  • Pagina 100: Speciale Functie: Omgekeerd Referentiesignaal

    AnIn1 Functie Min [5134] Communicatie-informatie Met AnIn1 Functie Min wordt de schaal van de fysieke Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43204 minimumwaarde aangepast aan de gekozen proceswaarde. Profibus-positie/index 169/108 De standaardschaal is afhankelijk van de gekozen functie van EtherCAT index (hex) 4c84 AnIn1 [511]. Profinet IO-index 19588 Lang, 1=0,01 mA,...
  • Pagina 101: Anin1 Functie Max

    Communicatie-informatie OPMERKING: Met de instellingen voor AnIn Min, AnIn Max, AnIn Functie Min en AnIn Functie Max kan worden Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43541 gecompenseerd voor het uitvallen van feedbacksignalen Profibus-positie/index 170/190 (bv. spanningsval door te lange sensorbedrading) om EtherCAT index (hex) 4dd5 een nauwkeurige processturing veilig te stellen.
  • Pagina 102: Anin2-Functie

    Communicatie-informatie AnIn wijzigen Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43211 Profibus-positie/index 169/115 Origineel ingangssignaal EtherCAT index (hex) 4c8b 100% Profinet IO-index 19595 Veldbusformaat UInt Modbusformaat UInt Gefilterd AnIn-signaal AnIn2 Setup [515] Parameter voor het instellen van de functie van analoge ingang 2. Zelfde functies als AnIn1 Setup [512]. 5 X T 515 AnIn2 Setup Afb.
  • Pagina 103: Anin3-Functie

    AnIn3-functie [517] Communicatie-informatie 43223–43230, Parameter voor het instellen van de functie van analoge Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43543, ingang 3. 43553 Zelfde functie als AnIn1 Funct [511]. 169/127–134, Profibus-positie/index 170/192, 170/202 517 AnIn3 Fc 4c97 - 4c9e, EtherCAT index (hex) 4dd7, 4de1 Standaard: 19607-19614, Profinet IO-index 19927,...
  • Pagina 104: Digitale Ingangen [520]

    AnIn4 Advanced [51C] 5.5.2 Digitale ingangen [520] Zelfde functies en submenu’s als bij AnIn1 Advan [513]. Submenu met alle instellingen voor de digitale ingangen. OPMERKING: Extra ingangen worden beschikbaar als de 51C AnIn4 Advan I/O-optieprints worden aangesloten. Digitale ingang 1 [521] Communicatie-informatie Om de functies van de digitale ingang te kiezen.
  • Pagina 105: Digitale Ingang 2 [522] Tot En Met Digitale Ingang

    Tabel 10 Activeert andere parameterset. Zie Tabel ParSet kz 2 10 voor keuzemogelijkheden. Parameterset ParSet kz 1 ParSet kz 2 Als er niets op de ingang is aangesloten, zal de frequentieregelaar direct trippen Ext Mot Temp 27 "Temp externe motor". OPMERKING: De externe motortemp is actief laag.
  • Pagina 106: Analoge Uitgangen [530]

    5.5.3 Analoge uitgangen [530] Communicatie-informatie Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43251 Submenu met alle instellingen voor de analoge uitgangen. Profibus-positie/index 169/155 Er kan worden gekozen uit toepassings- en EtherCAT index (hex) 4cb3 frequentieregelaar-waarden om de actuele status te Profinet IO-index 19635 visualiseren. Analoge uitgangen kunnen ook worden Veldbusformaat UInt gebruikt als een spiegel voor de analoge ingang.
  • Pagina 107 AnOut1 Max [5332] Communicatie-informatie Deze parameter wordt automatisch weergegeven als Eigen Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43252 mA of Eigen V is gekozen in menu AnOut1 Setup [532]. Profibus-positie/index 169/156 Dit menu wordt op basis van de gekozen instelling EtherCAT index (hex) 4cb4 automatisch Profinet IO-index 19636 aangepast naar stroom- of spanningsinstelling.
  • Pagina 108: Anout1 Functie Min

    AnOut1 Functie Min [5334] AnOut1 Functie Waarde Min [5335] Met AnOut1 Functie Min wordt de schaal van de fysieke Met AnOut1 Functie WaMin definieert u een eigen waarde minimumwaarde aangepast aan de gekozen proceswaarde. voor het signaal. Alleen zichtbaar als eigen definitie is De standaardschaal is afhankelijk van de gekozen functie van gekozen in menu [5334].
  • Pagina 109: Anout1 Functie Waarde Max

    AnOut2 Setup [535] AnOut1 Functie Waarde Max [5337] Met AnOut1 Functie WaMax definieert u een eigen waarde Vooraf ingestelde schaal en offset van de voor het signaal. Alleen zichtbaar als eigen definitie is uitgangsconfiguratie voor analoge uitgang 2. gekozen in menu [5334]. 535 AnOut2 Setup 5337 AnOut1WaMax 4-20 mA...
  • Pagina 110: Digitale Uitgangen [540]

    5.5.4 Digitale uitgangen [540] Eén van de AnIn-ingangssignalen ligt Sgnl<Offset onder 75% van het offset niveau. Submenu met alle instellingen voor de digitale uitgangen. Het niveau voor Min Alarm of Max Alarm Alarm is bereikt. Digitale uitgang 1 [541] Het niveau voor Min Vooralarm of Max Vooralarm Stelt de functie van digitale uitgang 1 in.
  • Pagina 111 Communicatie-informatie Overtemp Waarschuwing overtemperatuur Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43271 Onderspann Waarschuwing onderspanning Profibus-positie/index 169/175 DigIn 1 Digitale ingang 1 EtherCAT index (hex) 4cc7 DigIn 2 Digitale ingang 2 Profinet IO-index 19655 Veldbusformaat UInt DigIn 3 Digitale ingang 3 Modbusformaat UInt DigIn 4 Digitale ingang 4 DigIn 5 Digitale ingang 5 Digitale uitgang 2 [542...
  • Pagina 112: Relais [550]

    5.5.5 Relais [550] Relais 3 [553] Submenu met alle instellingen voor de relaisuitgangen. De Stelt de functie voor relaisuitgang 3 in. relaismoduskeuze maakt het mogelijk om een "storingsbestendige" ("fail safe")relaiswerking te realiseren 553 Relais 3 door het normaal gesloten contact te laten fungeren als het normaal open contact.
  • Pagina 113: Relais Geavanceerd [55D]

    Relais Geavanceerd [55D] 5.5.6 Virtuele aansluitingen Adv) [560] Deze functie maakt het mogelijk om ervoor te zorgen dat het relais ook wordt gesloten als de frequentieregelaar defect Functies voor het inschakelen van acht interne verbindingen is of van comparator-, timer- en digitale signalen zonder fysieke wordt uitgeschakeld.
  • Pagina 114: Logische Functies En Timers [600] Adv)

    Logische functies en Communicatie-informatie Adv) Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43282 timers [600] Profibus-positie/index 169/186 Met de comparators, logische functies en timers kunnen EtherCAT index (hex) 4cd2 voorwaardelijke signalen worden geprogrammeerd voor Profinet IO-index 19666 regelings- of signaleringsfuncties. Dit biedt u de Veldbusformaat UInt mogelijkheid om verschillende signalen en waarden te Modbusformaat UInt...
  • Pagina 115 Adv) CA1 Setup [611] Het uitgangssignaal kan worden geprogrammeerd als een virtuele aansluiting en naar de digitale of relaisuitgangen. Analoge comparator 1, parametergroep. Analoge comparator 1, Waarde [6111] 6111 CA1 Waarde Keuze van de analoge waarde voor analoge Comparator 1 Toerental (CA1).
  • Pagina 116: Min./Max. Instelbereik Voor Menu

    Adv) Analoge Comparator 1, Niveau Hi [6112] Communicatie-informatie Stelt de analoge comparator in op hoog niveau, met bereik Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43402 volgens de geselecteerde waarde in menu [6111]. Profibus-positie/index 170/51 EtherCAT index (hex) 4d4a Profinet IO-index 19786 6112 CA1 NivoHI Lang, 300rpm 1=1 W, 0,1 A, 0,1 V, °...
  • Pagina 117: Beschrijving

    Tabel 12 Opmerkingen bij Afb. 48 voor selectie Hysterese. Tabel 13 Opmerkingen bij Afb. 48 voor selectie Window. Beschrijving Beschrijving Hysterese Window Het referentiesignaal passeert de Niveau LO- Het referentiesignaal passeert de waarde waarde van onderen (positieve flank). De voor Niveau HI van boven (signaal binnen comparator CA1 verandert niet, dus de grenswaarden window), de uitgang van uitgang blijft laag.
  • Pagina 118 Adv) Analoge Comparator 1, Niveau Lo [6113] Communicatie-informatie Stelt het lage niveau voor de analoge comparator in, met Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43486 eenheid en bereik volgens de in het menu gekozen waarde Profibus-positie/index 170/135 [6111]. EtherCAT index (hex) 4d9e Profinet IO-index 19870 Veldbusformaat UInt 6113 CA1 NivoLO...
  • Pagina 119 Adv) CA2 Setup [612] Communicatie-informatie Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43406 Analoge comparator 2, parametergroep. Profibus-positie/index 170/55 Adv) Analoge Comparator 2, Waarde [6121] EtherCAT index (hex) 4d4e Functie is identiek aan analoge comparator 1, waarde Profinet IO-index 19790 [6111]. Lang, 1=1 W, 0,1 A, 0,1 V, °...
  • Pagina 120 Adv) CA3 Setup [613] Communicatie-informatie Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43473 Analoge comparators 3, parametergroep. Profibus-positie/index 170/122 Adv) Analoge Comparator 3, Waarde [6131] EtherCAT index (hex) 4d91 Functie is identiek aan analoge comparator 1, waarde Profinet IO-index 19857 [6111]. Lang, 1=1 W, 0,1 A, 0,1 V, °...
  • Pagina 121 Adv) CA4 Setup [614] Communicatie-informatie Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43476 Analoge comparators 4, parametergroep, Profibus-positie/index 170/125 Adv) Analoge Comparator 4, Waarde [6141] EtherCAT index (hex) 4d94 Functie is identiek aan analoge comparator 1, waarde Profinet IO-index 19860 [6111]. Lang, 1=1 W, 0,1 A, 0,1 V, °...
  • Pagina 122: Instelling Digitale Comparator

    Adv) Adv) Instelling digitale comparator [615] Digitale Comparator 3 [6153] Adv) Functie is identiek aan digitale comparator 1 [6151 Digitale comparators, parametergroep. Adv) Digitale Comparator 1 [6151] 6153 CD 3 Keuze van het ingangssignaal voor digitale comparator 1 Trip (CD1). Het uitgangssignaal CD1 is op hoog ingesteld als het Standaard: Trip...
  • Pagina 123: Logische Uitgang Y [620] Adv)

    Adv) 5.6.2 Logische uitgang Y [620] Venster [620] bevat nu de expressie voor Logic Y: Met behulp van een expressie-editor kunnen de CA1&!A2&CD1 comparatorsignalen op logische wijze worden samengevoegd die moet worden gelezen als: tot de Logic Y-functie. (CA1&!A2)&CD1 De expressie-editor beschikt over de volgende functies: •...
  • Pagina 124 Adv) Y Operator 2 [624] Communicatie-informatie Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43411 Kiest de tweede operator voor de Logic Y-functie. Profibus-positie/index 170/60 EtherCAT index (hex) 4d53 624 Y Operator 2 Profinet IO-index 19795 & Veldbusformaat UInt Modbusformaat UInt Standaard: & Indien · (stip) is gekozen, is de Logic Y- Adv) Y Operator 1 [622] expressie klaar (als er slechts twee...
  • Pagina 125: Logische Uitgang Z [630] Adv)

    Adv) Adv) 5.6.3 Logische uitgang Z [630] Z Comp 2 [633] Kiest de tweede comparator voor de Logic Z-functie. 630 LOGIC Z CA1&!A2&CD1 633 Z Comp 2 De expressie moet worden geprogrammeerd met behulp van Standaard: de menu's [631] tot en met [635]. Selectie: Gelijk aan menu [621 Adv)
  • Pagina 126: Timer 1 [640] Adv)

    Adv) Adv) 5.6.4 Timer 1 [640] Timer 1 Trig [641] De timerfuncties kunnen worden gebruikt als Keuze van het triggersignaal van de timeringang. vertragingstimer of als interval met afzonderlijke Aan- en Uit-tijden (schakelmodus). In de vertragingsmodus wordt 641 Timer1 Trig het uitgangssignaal T1Q hoog als de ingestelde vertragingstijd is verstreken.
  • Pagina 127: Vertraging Timer

    Adv) Adv) Vertraging Timer 1 [643] Timer 1 T2 [645] Dit menu is alleen zichtbaar als de timermodus op Timer 1 T2 stelt de uit-tijd in de schakelmodus in. vertraging is ingesteld. Dit menu kan alleen worden bewerkt volgens mogelijkheid 645 Timer1 T2 2, zie Hoofdstuk 4.5 pagina 29.
  • Pagina 128: Timer 2 [650] Adv)

    Adv) Adv) 5.6.5 Timer 2 [650] Vertraging Timer 2 [653] Zie de beschrijvingen voor Timer1. 653 Timer2 Vert Adv) Timer 2 Trig [651] 0:00:00 Standaard: 0:00:00, uur:min:sec 651 Timer2 Trig Bereik: 0:00:00–9:59:59 Standaard: Communicatie-informatie 43453 uur Zelfde selecties als voor Digitale uitgang 1, Selectie: Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43454 minuten...
  • Pagina 129: Tellers [660] Adv)

    Adv) Adv) Timer 2 T2 [655] 5.6.6 Tellers [660] Teller functie voor het tellen van pulsen en een signalering op digitale uitgang als de teller specifieke hoge en lage 655 Timer 2 T2 limietwaardes heeft bereikt. 0:00:00 De teller wordt verhoogd op de positieve flanken van het trigger signaal, de teller wordt gewist zolang het resetsignaal Standaard: 0:00:00, uur:min:sec...
  • Pagina 130 Adv) Teller 1 Lage waarde [6614] Communicatie-informatie Stelt lage limietwaarde teller 1 in. Uitgang teller 1 (C1Q) Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 43571 wordt gedeactiveerd (laag) als de tellerwaarde gelijk is aan of Profibus-positie/index 170/220 kleiner dan de lage waarde. EtherCAT index (hex) 4df3 Profinet IO-index 19955 Veldbusformaat...
  • Pagina 131 Adv) Teller 2 Hoge waarde [6623] 6619 T1 Waarde Functie is identiek aan analoge Hoge waarde teller 1 [6613]. Standaard: 6623 C2 Wa Hi Bereik: 0 - 10000 Standaard: Communicatie-informatie Bereik: 0 - 10000 Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 42927 Profibus-positie/index 168/86 Communicatie-informatie EtherCAT index (hex) 4b6f Profinet IO-index 19311...
  • Pagina 132: Klok Logic [670] Adv)

    Adv) Adv) 5.6.7 Klok Logic [670] Teller 2 Waarde [6629] Parameter toont de werkelijke waarde van teller 2. Voor deze functie is de optieprint RTC nodig. Er zijn twee klokfuncties, Klok 1 en Klok 2. Elke klok heeft OPMERKING: waarde teller 2 geldt voor alle aparte instellingen voor Time on, Time Off, Date on, Date parametersets.
  • Pagina 133 Adv) Klok 1 Weekdag [6715] Communicatie-informatie 43803, 43804, 43805 Weekdagen als de klokfunctie actief is. Als u in de Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: (h,m,s) bewerkingsmodus bent, selecteer of deselecteer de gewenste 171/197, 171/198, weekdagen met de cursor en de toetsen PREV en NEXT op Profibus-positie/index 171/199 het bedieningspaneel.
  • Pagina 134: Bedrijf/Status Weergeven [700]

    Bedrijf/status weergeven Voorbeeld 2: De uitgang CLK1 is actief in het weekend, alle dagen. [700] Menu Tekst Instelling Menu met parameters voor het weergeven van alle werkelijke 6711 Klok1TydAan 0:00:00 bedrijfsgegevens, zoals toerental, koppel en vermogen. 6712 Klok1TydUit 23:59:59 Klok1Datum 2013-02-01 (datum in het 5.7.1 Bedrijf [710...
  • Pagina 135: Elektrisch Vermogen

    Asvermogen [714] Uitg Spann. [717] Geeft het actuele asvermogen weer. Geeft de actuele uitgangsspanning weer. 717 Uitg Spann. 714 Asvermogen Alleen lezen Alleen lezen Eenheid: Eenheid: Resolutie: 0,1 V Resolutie: Communicatie-informatie Communicatie-informatie Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 30858 Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 30855 Profibus-positie/index 121/2 Profibus-positie/index 120/254 EtherCAT index (hex) 235a EtherCAT index (hex)
  • Pagina 136: Status [720]

    Temperatuur koellichaam [71A] 5.7.2 Status [720] Geeft de actuele temperatuur van het koellichaam weer. Het signaal wordt gegenereerd door een sensor in de IGBT- Frequentieregelaar Status [721] module. Geeft de algehele status van de frequentieregelaar aan. 71A Temperatuur Alleen lezen 721 Frequentierege- °C laar Status...
  • Pagina 137 Waarschuwing [722] Omschrijving van communicatieformaat Gebruikte integerwaarden en bits Geeft de actuele of de laatste waarschuwingstoestand weer. Een waarschuwing treedt op als de frequentieregelaar een trip-conditie benadert, maar nog steeds in bedrijf is. Tijdens Vertegenwoordiging integerwaarde een waarschuwingstoestand zal de rode trip-led gaan Actieve Parameterset, waarbij knipperen zolang de waarschuwing actief is.
  • Pagina 138: Waarschuwing Pomp

    Waarschuwing Pomp 2[723] Integerwaarde Waarschuwing communicatie Geeft de actuele of de laatste waarschuwingstoestand voor Pomp 2 weer. Deze toestand en waarschuwing als menu Niet in gebruik [722]. CRIO Comm Encoder 723 Warning P2 Alleen lezen AnalogueIn1 AnalogueIn2 AnalogueIn3 Communicatie-informatie AnalogueIn4 Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 30877 Profibus-positie/index...
  • Pagina 139: Status Digitale Uitgang

    Status digitale uitgang [725] Analoge ingang Status [726 Geeft de status aan van de digitale uitgangen en relais aan. Geeft de status van de analoge ingangen 1 en 2 aan. Zie Afb. 57. RE geeft de status aan van de relais in positie: 726 AnIn 1 -100% 1 Relais1...
  • Pagina 140: Status Virtuele I/O [72D]

    Status Analoge uitgang [728 Area D Stat[72C] Geeft de status van de analoge uitgangen aan. Afb. 60. Als er Dit menu is niet zichtbaar op het display van het bv. een uitgang van 4-20 mA wordt gebruikt, staat de bedieningspaneel. Wordt alleen gebruikt in de PC-tool waarde 20% gelijk aan 4 mA.
  • Pagina 141: Opgeslagen Waarden [730]

    5.7.3 Opgeslagen waarden [730] Runtijd Pomp 2 [7313] Geeft de totale tijd weer dat pomp 2 heeft gedraaid. De weergegeven waarden zijn de feitelijke waarden die in de loop van de tijd zijn opgebouwd. Waarden worden opgeslagen bij uitschakeling en bij inschakeling weer 7313 P2 Run Time Alleen lezen bijgewerkt.
  • Pagina 142 Runtijd dagelijks Pomp 2 [7316] Communicatie-informatie Geeft de tijd weer dat pomp 2 op een dag heeft gedraaid. Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 30909 Profibus-positie/index 121/53 EtherCAT index (hex) 238d 7316 P2 RunT Day Profinet IO-index uu:mm:ss Veldbusformaat Lang, 1=1 Modbusformaat EInt Eenheid: hh: mm:ss (uren: minuten: seconden) Bereik: 00: 00: 00–262143: 59: 59 Energie Pomp 1 [7332]...
  • Pagina 143: Energie Dagelijks

    Energie dagelijks [7334] Communicatie-informatie Totaal dagelijks energieverbruik van alle pompen. Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 30914 Profibus-positie/index 121/58 EtherCAT index (hex) 2392 7334 Energy Day Alleen lezen Profinet IO-index Veldbusformaat Lang, 1=1 Modbusformaat EInt Eenheid: Wh (toont Wh, kWh, MWh of GWh) 0,0–1 GWh, Bereik: Pomp Start [734] teller begint weer bij 0 na 1 GWh.
  • Pagina 144: Pompstarts Per Dag

    Pompstarts per dag [7345] Totale duur [7373] Het totale aantal starts per dag door elke pomp. Toont totale tijd voor alle overflow. 7345 Pstarts day 7373 TotDurTijd Alleen lezen Alleen lezen 00:00:00 Eenheid: u: mm:ss (uren: minuten: seconden) Communicatie-informatie Bereik: 00: 00: 00–262143: 59: 59 Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 30919, 30920...
  • Pagina 145: Status Stroom [740]

    5.7.4 Status stroom [740] Instroom [742] In de volgende menu's staan statistieken voor FlowDrive. Toont de geschatte instroom naar de pompput. Levels [741] 742 Instroom Alleen lezen lit/s Geeft statistieken voor de pompputniveaus weer. Eenheid: lit/s Niveau put [7411] Toont het werkelijke niveau in de pompput. Communicatie-informatie Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 30941...
  • Pagina 146 Uitstroom Pomp 2 [7433] Volume Pomp1 [7442] Huidige uitstroom geproduceerd bij pomp 2. Verzameld verpompt volume voor pomp 1. 7433 Uitstroom P2 7442 P1 Volume Alleen lezen Alleen lezen lit/s 0 m3 Eenheid: lit/s Eenheid: Communicatie-informatie Communicatie-informatie Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 30944 Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 30946 Profibus-positie/index 121/88...
  • Pagina 147: Volume Dagelijks Pomp

    Pompmodus Pomp 1 en Pomp 2 [746] Volume dagelijks Pomp 1 [7445] Dagelijks verzameld verpompt volume voor pomp 1. Geeft de werkelijke runmodus voor elke pomp aan. 7445 P1Vol Dag. 746 Pompmodus Alleen lezen Alleen lezen 0 m3 Stp Uit Eenheid: Draaien pomp niet toegestaan.
  • Pagina 148: Communicatie-Informatie

    Str.status [74A] 5.7.5 BEP [750] Geeft de huidige status van de FlowDrive aan. De volgende menu's geven de BEP-status aan (Status Best Efficiency Point) (AutoTune-programma bestaat voornamelijk uit het BEP-algoritme). 74A Str.status Alleen lezen Status BEP [751] Stroomregeling niet ingeschakeld. Geeft de huidige status aan.
  • Pagina 149 Adv) nF) Adv) nF) BEP Aborts [753] PrePostFlow[7533] Als Status BEP [751] wordt afgebroken, wordt de reden Geeft opeenvolgende gevallen aan waarbij het verschil tussen voor het afbreken weergegeven in menu [7531]. De menu's de instroommonsters voor en na de meting te groot is. [7532] tot en met [7538] geven het aantal opeenvolgende fouten voor elke type weer.
  • Pagina 150: Tripgeheugen Bekijken [800]

    Adv) nF) Tripgeheugen bekijken Runtijd laag[7536] [800] Geeft opeenvolgende gevallen aan waarbij de tijd tussen Startniveau, BEP start en BEP stop te kort is. Hoofdmenu met parameters voor het bekijken van alle opgeslagen tripgegevens. In totaal slaat de frequentieregelaar 7536 RuntimeLow de laatste 10 trips op in het tripgeheugen.
  • Pagina 151 Tripmelding [811]-[8144] Communicatie-informatie Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 31102 - 31149 De informatie van de statusmenu's wordt gekopieerd naar 121/246 - 254, het tripmeldingslog als er een trip plaatsvindt. Profibus-positie/index 122/0 - 38 EtherCAT index (hex) 244e - 247d Gekopieerd Tripmenu Beschrijving Profinet IO-index 1102 - 1149 Afhankelijk van parameter, Veldbusformaat...
  • Pagina 152: Tripmeldingen [820] - [890]

    5.8.2 Tripmeldingen [820] - [890] 5.8.3 Tripgeheugen resetten [8A0] Zelfde informatie als voor menu [810] Hiermee wordt de inhoud van de 10 tripgeheugens gereset. Communicatie-informatie 8A0 Reset Trip L Tripgeheugenli 31102–31149 31201–31235 Standaard: 31251–31285 Modbus-instancenr./ 31301–31335 DeviceNet-nr.: 31351–31385 31401–31435 31451–31485 31501–31535 Communicatie-informatie Tripgeheugenli...
  • Pagina 153: System Data [900]

    System Data [900] Communicatie-informatie 31038 softwareversie Hoofdmenu voor het bekijken van alle systeemgegevens Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.: 31039 optieversie voor de frequentieregelaar. Profibus-positie/index 121/182-183 EtherCAT index (hex) 240e, 240f 5.9.1 VSD Data [920] Profinet IO-index 1038, 1039 Veldbusformaat UInt Modbusformaat UInt Type frequentieregelaar [921] Tabel 14 Informatie voor Modbus- en Profibus-nummer, Toont het type van de frequentieregelaar op basis van het softwareversie...
  • Pagina 154: Klok [930]

    Unit Naam [923] 5.9.2 Klok [930] Mogelijkheid om een naam voor de eenheid voor service of Deze menugroep toont de werkelijke tijd en datum als de klantenidentificatie in te voeren. Met deze functie kan de optie RTC-Realtime klok is geïnstalleerd, zie “Hoofdstuk gebruiker een naam met maximaal 12 tekens op te geven.
  • Pagina 155: Stroomlog 1P [940] Adv)

    Adv) Weekdag [933] 5.9.3 Stroomlog 1P [940] Weergave van actuele weekdag. Resultaat van metingen door AutoTune-programma voor één pomp. 933 Weekdag Adv) nF) Geld. punten [941] Maandag Aantal meetpunten. Standaard: Maandag Maandag 941 Geld. punten Alleen lezen Dinsdag Woensdag Donderdag Communicatie-informatie Vrijdag Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:...
  • Pagina 156: Freq:xx.xhz [943] Tot En Met [94K]

    Adv) nF) Adv) nF) 5.9.4 Stroomlog 2P [950] Str.energie [9422] Berekende relatieve energie voor één pomp bij de frequentie Resultaat van metingen door AutoTune-programma voor weergegeven in hoofdmenu. Wordt vergeleken met de twee pompen. energiepunten voor de stroom voor andere frequenties aan het einde van het AutoTune-programma, voor het bepalen Adv) nF) Geld.
  • Pagina 157: Reset [990]

    5.9.5 Reset [990] Reset Volume[993] In de volgende menu's kunnen verschillende statistische Met een reset in dit menu worden gegevens in menu's gegevens worden gereset. Deze statistische gegevens staan [7441], [7442] en [7443] gereset. meestal in de menu's in hoofdstuk “5.7 Bedrijf/status weergeven [700]”...
  • Pagina 158 Dag. Reset [995] Runtijd reset[997] Met een reset in dit menu worden gegevens in alle dagelijkse Met een reset in dit menu worden gegevens in menu's menu's gereset: [7311], [7312] en [7313] gereset [7314], [7315] en [7316] [7334], [7335] en [7336] 997 Rst RunTijd [7344] en [7345] [7444], [7445] en [7446].
  • Pagina 159: Opsporen Van Fouten, Diagnose En Onderhoud

    Opsporen van fouten, diagnose en onderhoud Trips, waarschuwingen en limieten "Waarschuwing" Om de frequentieregelaar te beveiligen, worden de belangrijkste bedrijfsvariabelen continu bewaakt door het • De regelaar benadert een triplimiet. systeem. Als één van deze variabelen de veiligheidslimiet • Waarschuwingsrelais of -uitgang is actief (indien geko- overschrijdt, wordt er een foutmelding/waarschuwing zen).
  • Pagina 160 Tabel 16 Lijst met trips en waarschuwingen Tabel 16 Lijst met trips en waarschuwingen Onderspann Normaal Waarsch.- Trip/ Trip indicatore Trip/Uit/ Normaal/ Waarschuwing Keuzes (Normaal/ Trip 1 - 4 gebr. n (gebied Waarsch Zacht berichten Zacht) Ver.Mismatch Trip/Uit Normaal Reiniging niet Waarschuwing uitgevoerd *) Zie tabel Tabel 17 om te zien welke Desat-fout of...
  • Pagina 161: Triptoestanden, Oorzaken En Oplossingen

    Triptoestanden, oorzaken 6.2.1 Technisch gekwalificeerd personeel en oplossingen Installatie, inbedrijfstelling, demontage, metingen enz. van De tabel verderop in deze paragraaf is bedoeld als of aan de frequentieregelaar mogen alleen worden uitgevoerd basishulpmiddel bij het zoeken naar de oorzaak van een door technisch gekwalificeerd personeel.
  • Pagina 162 Tabel 17 Triptoestand, mogelijke oorzaken en oplossingen Trip-conditie Mogelijke oorzaak Oplossing Als de waarschuwing “PompNietGer” nog Controleer waarom de pompen traag zijn; als ze verstopt altijd actief is na herhaaldelijke zijn, moet u de pomp handmatig reinigen. Reiniging niet pompreinigingen, wordt “ReinMislukt” Verwijder de waarschuwing door Reiniging van de pomp uit uitgevoerd geactiveerd.
  • Pagina 163 Tabel 17 Triptoestand, mogelijke oorzaken en oplossingen Trip-conditie Mogelijke oorzaak Oplossing Controleer de motorspanning op alle fasen. Controleer op losse of slechte motorkabelaansluitingen. Faseverlies of te grote onbalans tussen de Motor los Neem contact op met uw leverancier als alle aansluitingen motorfasen.
  • Pagina 164 Tabel 17 Triptoestand, mogelijke oorzaken en oplossingen Trip-conditie Mogelijke oorzaak Oplossing Controleer het pompstation en waarom de monteur het Externe schakelaar niet op tijd gereset. See Pers. bev. lokale alarm dat voorafgaand aan dit alarm is geactiveerd Hoofdstuk 5.4.3 pagina 91 niet heeft gereset.
  • Pagina 165 Tabel 17 Triptoestand, mogelijke oorzaken en oplossingen Trip-conditie Mogelijke oorzaak Oplossing Alarm ingeschakeld en de toegewezen Controleer de polariteit van de digitale ingang. Trip 1 - 4 gebr. digitale ingang heeft het alarm geactiveerd. Controleer de bron van de digitale ingang. Verschillende softwareversies in Master en Werk de software bij zodat beide units dezelfde versie Ver.Mismatch...
  • Pagina 166: Onderhoud

    Onderhoud De frequentieregelaar is zo ontworpen dat er minimale service en onderhoud nodig is. Er zijn echter een aantal punten die wel regelmatig moeten worden gecontroleerd om de levensduur van het product te optimaliseren. • Houd de frequentieregelaar schoon en de koeling effi- ciënt (schone luchtinlaten, profiel koellichaam, onderde- len, componenten enz.) •...
  • Pagina 167: Seriële Communicatie

    Seriële communicatie De frequentieregelaar biedt mogelijkheden voor WAARSCHUWING! verschillende soorten seriële communicatie. Een juist en veilig gebruik van een RS232- verbinding is afhankelijk van hetzelfde • Modbus RTU via RS232/485 potentiaal voor de beide aardingspennen. Er • Veldbussen als Profibus DP en DeviceNet kunnen problemen optreden bij aansluiting van twee poorten van bv.
  • Pagina 168: Parametersets

    Parametersets Beschrijving van de EInt- formaten Communicatiegegevens voor de verschillende parametersets. De verschillende parametersets in de frequentieregelaar Een parameter met EInt -formaat kan in twee formaten hebben de volgende DeviceNet-instance-nummers, worden weergegeven (F). Als een 15-bits unsigned integer- Profibus-positie/indexnummers, Profinet IO-index en formaat (F= 0) of als een Emotron floating point-formaat EtherCAT-indexnummers: (F=1).
  • Pagina 169: Voorbeeld, Floating-Point-Formaat

    Waarde binair -8 1000 -7 1001 -2 1110 -1 1111 0 0000 1 0001 2 0010 6 0110 7 0111 De waarde die wordt weergegeven door het Emotron- floating-point-formaat is m·10e. Gebruik de bovenstaande formule om een waarde om te zetten van Emotron-floating-point-formaat naar een floating-point-waarde.
  • Pagina 170 Programmeervoorbeeld: typedef struct int m:11; // mantissa, -1024..1023 int e: 4; // exponent -8..7 unsigned int f: 1; // format, 1->special emoint format eint16; //--------------------------------------------------------------------------- unsigned short int float_to_eint16(float value) eint16 etmp; int dec=0; while (floor(value) != value && dec<16) dec++;...
  • Pagina 171: Emc En Normen

    EMC en normen EMC-normen Stopcategorieën en noodstop De frequentieregelaar voldoet aan de volgende normen: EN(IEC)61800-3:2004 Regelbare elektrische De volgende informatie is belangrijk als er noodcircuits aandrijfsystemen, deel 3, EMC-productnormen: nodig zijn of gebruikt worden in de installatie waar een frequentieregelaar gebruikt wordt. EN 60204-1 definieert 3 Standaard: categorie C3, voor systemen met nominale stopcategorieën: voedingsspanning van <...
  • Pagina 172 EMC en normen CG Drives & Automation, 01-6064-03r1...
  • Pagina 173: Menulijst

    Menulijst Fabrieksinstelli Klant Page Op onze website staat in de downloadrubriek een lijst met Motor PTC "Communicatie-informatie" en een lijst waarin u informatie 240 Set Keuze over Parametersets kunt noteren. Kies Set Sommige menu's zijn grijs gemarkeerd, zie hieronder. Deze Kopieer Set A>B menu's worden "Geavanceerde menu's genoemd:...
  • Pagina 174 Fabrieksinstelli Fabrieksinstelli Klant Page Klant Page FB Signaal 3B34 Trgl.toer. 50 Hz 2661 FB Sign. 1 3B35 Terugl.tijd 2662 FB Signaal 2 3B36 ReinKopp 2663 FB Signaal 3 3B3A PC interval 2664 FB Signaal 4 3B3B PCstartDatum 2015-01-01 2665 FB Signaal 5 3B3C PCstartTijd 2666 FB Signaal 6 PutReiniging...
  • Pagina 175 Fabrieksinstelli Fabrieksinstelli Klant Page Klant Page HellingAlarm 4436 TekstTrip 3 Trip 3 gebr. Startvertr. Trip 4 gebr. Last Type Lastcurve 4441 Actie 4 Geen actie Max Alarm 4442 Vertraging4 4161 MaxAlarmMar 30% 4443 ActiefBel.4 Hoog 4162 MaxAlrmVert 4444 Autoreset 4 Max Vooralarm 4445 Naam trip 4 Gebr.
  • Pagina 176 Fabrieksinstelli Fabrieksinstelli Klant Page Klant Page 51C7 AnIn4 VaMax B3 Relais 3 51C8 AnIn4 Oper Add+ 55D Relais Advan 51C9 AnIn4 Filt 0,1s 55D1 Relais 1 Mode N.O 51CA AnIn4Actief 55D2 Relais 2 Mode N.O 520 Digi Ingangen 55D3 Relais 3 Mode N.O DigIn 1 ManRun str.
  • Pagina 177 Fabrieksinstelli Fabrieksinstelli Klant Page Klant Page CD Setup 6725 Klk2Weekdag MDWDVZZ 6151 CD1 700 Bedrf/Status 6152 CD2 DigIn 1 710 Bedrijf 6153 CD3 Trip Toerental 6154 CD4 Bereid Koppel 620 Logic Y Asvermogen Y Comp 1 El Vermogen Y Operator 1 &...
  • Pagina 178 Fabrieksinstelli Fabrieksinstelli Klant Page Klant Page Verpompt vol 8142 Pompmodus 7441 Vol verp. 8143 Stroomstatus 7442 P1 Volume 8144 Status BEP 7443 P2 Volume 820 Tripmelding 821- 8244(loglijst 2) 7444 VolumeDag. 830 Tripmelding 831 - 8344 (loglijst 3) 7445 P1Vol Dag. 840 Tripmelding 841 - 8444 (loglijst 4) 7446 P2Vol Dag.
  • Pagina 179: Index

    I n d e x EtherNet ........163 (210) ........34 Ethernet IP ........163 (211) ........34 EXOR-operator ......119 (212) ........35 Expressie ........119 (213) ........35 AandrijfMode ........35 (214) ........35 Aandrijfmodus (215) ........36 Frequentie ........94 (216) ........36 Fabrieksinstellingen ......50 Acceleratie .........78, 80 (218) ........
  • Pagina 180 (25L) ........57 (3A34) ........65 (418) ........87 (25M) ........57 (3A35) ........66 (4181) ........87 (3A36) ........66 (4182) ........87 (25N) .........52, 57 (25O) ........57 (3A37) ........66 (419) ........87 (25Q) ........57 (3A38) ........66 (4191) ........87 (25R) ........58 (3A39) ........66 (4192) ........
  • Pagina 181 (535) ........105 (644) ........123 (7336) ........139 (536) ........105 (645) ........123 (734) ........139 (649) ........123 (540) ........106 (7341) ........139 (541) ........106 (650) ........124 (7342) ........139 (542) ........107 (651) ........124 (7344) ........139 (550) ........108 (652) ........124 (7345) ........140 (551) ........108 (653) ........124 (736) ........
  • Pagina 182 Modbus/TCP ........163 Reiniging van de leidingen ..7, 15, 24 Modus V/Hz ........35 Reiniging van de pomp ..7, 14, 24 Veldbus ........60, 163 Reiniging van de pompput ..15, 24 Monitor functie Ventilatie ......... 42 Autoset ........88 Relaisuitgang ........108 Voortgang BEP ......144 Monitorfunctie Relais 1 ........108 VSD Data ........
  • Pagina 184 CG Drives & Automation Sweden AB Mörsaregatan 12 Box 222 25 SE-250 24 Helsingborg Sweden T +46 42 16 99 00 F +46 42 16 99 49 www.emotron.com/www.cgglobal.com...

Inhoudsopgave