Menu 5.3.16 - vochtigheidssensor
voork. condensatie, syst.
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
RH beperk. in ruimte, syst.
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
Hier selecteert u of uw system(en) het niveau van de re-
latieve vochtigheid (RV) tijdens verwarmen of koelen
moet(en) beperken.
U kunt ook de min. aanvoer van koeling beperken om
condensatie op leidingen en onderdelen in het koelsys-
teem te voorkomen.
Raadpleeg de installatie-instructies voor HTS 40 een be-
schrijving van de werking.
Menu 5.3.21 - externe energiemeter
instelmodus
Instelbereik: energie per puls / pulsen per kWh
Standaardwaarde: energie per puls
energie per puls
Instelbereik: 0 – 10000 Wh
Fabrieksinstelling: 1000 Wh
pulsen per kWh
Instelbereik: 0 – 10000
Fabrieksinstelling: 500
De energiemeter(s) wordt (worden) gebruikt om pulssig-
nalen te sturen telkens wanneer er een bepaalde hoe-
veelheid energie is verbruikt.
energie per puls: Hier stelt u de hoeveelheid energie in
die met elke puls moet corresponderen.
pulsen per kWh: Hier stelt u het aantal pulsen per kWh
dat naar de F1155 wordt verstuurd.
Menu 5.4 - in-/uitgangen software
Hier kunt u selecteren op welke in-/uitgang op de in-
gangskaart (AA3) de externe contactfunctie (pagina 27)
moet worden aangesloten.
Selecteerbare ingangen op klemmenstrook AUX 1-5
(AA3-X6:9-18) en uitgang AA3-X7 op de ingangskaart.
Menu 5.5 - service fabriekinstelling
Alle instellingen kunnen hier worden gereset (inclusief
instellingen die beschikbaar zijn voor de gebruiker) naar
standaardwaarden.
Voorzichtig!
Bij het resetten wordt bij de volgende start van
de warmtepomp de startgids weergegeven.
54
Hoofdstuk 8 |
Regeling - Menu's
Menu 5.6 - geforceerde regeling
U kunt hier de verschillende componenten in de warm-
tepomp en eventueel aangesloten accessoires regelen.
Voorzichtig!
Geforceerde besturing is alleen bedoeld voor
het oplossen van problemen. Elk ander gebruik
van de functie kan schade veroorzaken aan de
onderdelen van uw klimaatsysteem.
Menu 5.7 - startgids
Wanneer de warmtepomp voor de eerste keer wordt
gestart, opent de startgids ook automatisch. Hier kunt
u deze handmatig starten.
Zie pagina 34 voor meer informatie over de startgids.
Menu 5.8 - snelstart
Van hieruit is het mogelijk om de compressor te starten.
LET OP!
Er moet een warmtevraag of een warmtapwa-
tervraag zijn om de compressor te starten.
LET OP!
U kunt de compressor beter niet te vaak snel-
starten gedurende een kort periode, want
hierdoor kunnen de compressor en zijn neven-
apparatuur beschadigen.
Menu 5.9 - vloerdroogfunctie
duur periode 1 – 7
Instelbereik: 0 – 30 dagen
Fabrieksinstelling, periode 1 – 3, 5 – 7: 2 dagen
Fabrieksinstelling, periode 4: 3 dagen
temp. periode 1 – 7
Instelbereik: 15 – 70 °C
Standaardwaarde:
temp. periode 1
temp. periode 2
temp. periode 3
temp. periode 4
temp. periode 5
temp. periode 6
temp. periode 7
Stel hier de functie drogen ondervloer in.
U kunt maximaal zeven tijdsperioden instellen met ver-
schillende, berekende aanvoertemperaturen. Als er
minder dan zeven perioden worden gebruikt, moeten
de resterende tijdsperioden worden ingesteld op 0 da-
gen.
20 °C
30 °C
40 °C
45 °C
40 °C
30 °C
20 °C
NIBE F1155