3.
Plaats het papier in de lade. Zorg ervoor dat de
geleiders de stapel papier raken zonder dat de
stapel gaat opbollen. Raadpleeg
Afdrukstand van lade 2 en de papierrichting van de
laden voor 550 vel op pagina 26
over de afdrukstand van het papier.
OPMERKING:
Plaats niet te veel papier in de lade
om storingen te voorkomen. Let erop dat de
bovenkant van de stapel niet boven de indicator
voor de maximale stapelhoogte uitkomt.
OPMERKING:
Als de lade niet goed wordt
ingesteld, kan tijdens het afdrukken een
foutbericht verschijnen of kan het papier
vastlopen.
4.
Sluit de lade.
5.
Een configuratiebericht over de lade wordt op het
bedieningspaneel van de printer weergegeven.
6.
Raak de knop
OK
aan om het gedetecteerde
formaat en de gedetecteerde soort te accepteren,
of raak de knop
Wijzigen
papierformaat of een andere papiersoort wilt
kiezen.
Voor papier van afwijkend formaat moet u de X- en
Y-afmetingen opgeven wanneer daarom wordt
gevraagd op het bedieningspaneel.
7.
Selecteer de juiste papiersoort en het juiste
formaat en raak de knop
NLWW
Tabel 2-2
voor informatie
aan als u een ander
OK
aan.
Plaats papier in lade 2 en de laden voor 550 vel
25