iTEMP TMT82
6.2
Configuratie van de transmitter en HART-protocol
De transmitter is geconfigureerd en de meetwaarden zijn afgevraagd via het HART-protocol of
de CDI (= Endress+Hauser Common Data Interface). De volgende bedieningstools staan
daarvoor ter beschikking:
Bedieningstools
FieldCare, DeviceCare, Field Xpert
(Endress+Hauser)
AMS Device Manager
(Emerson Process Management)
LET OP
Het volgende geldt bij gebruik van het instrument in explosiegevaarlijke omgeving:
maak voordat toegang wordt verkregen tot het instrument met de Commubox FXA291
via de CDI (= Endress+Hauser Common Data Interface), de transmitter los van de
voedingsspanning, klemmen (1+) en (2-).
‣
Wanneer deze instructie niet wordt aangehouden, kunnen onderdelen van de elektronica
beschadigd raken.
De configuratie van de instrumentspecifieke parameters wordt in detail beschreven in de
bedieningshandleiding van het instrument.
7
Inbedrijfname
Schakel het instrument in
Schakel, wanneer u de controles voor de aansluiting heeft uitgevoerd, de voedingsspanning in.
Na het inschakelen doorloopt de transmitter interne testfuncties. Gedurende dit proces,
verschijnt afwisselend verschillende instrumentinformatie op het display. Het instrument
functioneert normaal na circa 30 seconden, en de bevestigbare displaymodule na circa
33 seconden tijdens normaal bedrijf! Na een succesvol verlopen inschakelprocedure wordt het
normale meetbedrijf gestart. Meetwaarden en statuswaarden verschijnen op het display.
8
Onderhoud en reiniging
Er zijn geen speciale onderhoudswerkzaamheden nodig voor het instrument.
Een schone, droge doek kan worden gebruikt om het instrument schoon te maken.
Endress+Hauser
SIMATIC PDM
(Siemens)
AMS Trex Device Communicator
(Emerson Process Management)
Inbedrijfname
25