iTEMP TMT82
Gebruik van een afgeschermde kabel wordt voor HART-communicatie geadviseerd. Let op het
aardingsconcept van de installatie. Een minimale belasting van 250 Ω is nodig in het
signaalcircuit om de HART®-transmitter via het HART-protocol (klem 1 en 2) te kunnen
bedienen.
LET OP
‣
ESD – elektrostatische ontlading. Bescherm klemmen tegen elektrostatische ontlading.
Indien dit niet wordt aangehouden kunnen onderdelen van de elektronica onherstelbaar
worden beschadigd.
5.3
Aansluiten van de sensoren
LET OP
Waarborg bij het aansluiten van 2 sensoren dat er geen galvanische verbinding bestaat
tussen de sensoren (bijv. veroorzaakt door sensorelementen die niet zijn geïsoleerd ten
opzichte van de beschermbuis). De daardoor optredende compensatiestromen
veroorzaken een aanmerkelijke vervalsing van de meting.
‣
De sensoren moeten ten opzichte van elkaar galvanisch gescheiden blijven, door elke
sensor separaat op een transmitter aan te sluiten. De transmitter waarborgt voldoende
galvanische scheiding (> 2 · 10
Bij bezetting van beide sensoringangen zijn de volgende aansluitcombinaties mogelijk:
RTD of
weerstandstransmitter,
2-draads
RTD of
weerstandstransmitter,
3-draads
Sensoringang 2
RTD of
weerstandstransmitter,
4-draads
Thermokoppel (TC),
spanningstransmitter
Voor de veldbehuizing een thermokoppel op sensoringang 1: het is niet mogelijk een tweede
thermokoppel (TC) of weerstandsthermometer, weerstandstransmitter of spanningstransmitter aan
te sluiten op sensoringang 2 omdat deze ingang nodig is voor de externe referentieaansluiting.
Endress+Hauser
3
V
) tussen in- en uitgang.
AC
RTD of
weerstandstra
weerstandstra
nsmitter, 2-
draads
-
Sensoringang 1
RTD of
RTD of
weerstandstra
nsmitter, 3-
nsmitter, 4-
draads
draads
-
-
-
-
Elektrische aansluiting
Thermokoppel
(TC),
spanningstrans
mitter
-
19