Uw apparaat met één hand bedienen
U kunt naar een minischerm overschakelen, zodat u uw apparaat met één hand kunt
gebruiken.
1
Ga naar Instellingen > Toegankelijkheidsfuncties > Eenhandige modus en schakel
Eenhandige modus in.
2
U kunt Eenhandige modus openen met behulp van één van de volgende methoden:
Als u Gebaren gebruikt en als Langs de onderkant vegen om van app te wisselen is
•
ingeschakeld, veegt u over de onderkant van het scherm en houdt u uw vinger op
het scherm.
Als u Gebaren gebruikt en Langs de onderkant vegen om van app te wisselen is
•
uitgeschakeld, dan veegt u in een boog over de onderkant van het scherm en houdt
u uw vinger op het scherm.
Als u Navigatie met drie toetsen gebruikt, veegt u over de onderkant van het
•
scherm.
3
Tik op een gebied buiten de minischermweergave om af te sluiten.
Eenhandige modus werkt niet als Vergroting van gebaren op uw apparaat is ingeschakeld.
Snelkoppelingen en gebaren
U kunt eenvoudig algemene functies openen met behulp van snelkoppelingen en gebaren.
U kunt naar Instellingen > Toegankelijkheidsfuncties > Snelkoppelingen en gebaren gaan
om de functies die door dit apparaatmodel worden ondersteund, te bekijken.
Tweemaal drukken op de volume lager-knop om Snel starten te activeren
Wanneer het scherm van uw apparaat uitgeschakeld of vergrendeld is en er geen audio op
de achtergrond wordt afgespeeld, kunt u tweemaal op de volume lager-knop drukken om
snel functies zoals Zaklantaarn en Camera te activeren.
Ga naar Instellingen > Toegankelijkheidsfuncties > Snelkoppelingen en gebaren, tik op
Snel starten. Nadat u ervoor hebt gezorgd dat Snel starten is ingeschakeld, selecteert u
de functies die u gemakkelijk wilt kunnen openen, zoals Camera starten en foto maken en
Zaklantaarn in-/uitschakelen.
Algemene functies activeren door met drie vingers omlaag te vegen
U kunt de functies die worden geactiveerd door met drie vingers omlaag te vegen,
aanpassen.
Ga naar Instellingen > Toegankelijkheidsfuncties > Snelkoppelingen en gebaren, tik op
Schermafbeelding/Globale favorieten en dan op Met drie vingers omlaag vegen.
Selecteer vervolgens de functies die moeten worden geactiveerd door met drie vingers
omlaag te vegen of schakel Met drie vingers omlaag vegen uit.
Instellingen
155