.C.C&
.C.C&
4.7.3 Ventilatie
Hier kunt u de parameters instellen voor de centrale luchttoevoer
en -afvoer van uw woning. Het menu heeft vier submenu's. Als
gebruiker kunt u echter alleen iets wijzigen in het submenu
0(7(5
9(17,/$7,(
. De submenu's
/8&+7 :7
6(59,&(
en
zijn voorbehouden aan de installateur.
3$5$0(7(5
In het submenu
lijk de ventilatorstanden voor dag-, nacht-, stand-by- en manuele
werking in te stellen, alsmede het party-programma. De ventila-
toren kunnen in drie verschillende standen werken. Om die reden
kunnen als instelbare waarden telkens 0 (uitgeschakeld), 1, 2 of
3 worden geselecteerd.
Doorgaans regelt het toestel wanneer en hoe lang de ventilatie
werkt. U kunt echter via de snelle toegang
buiten de ventilatie om laten werken.
7,-' '$780
,167(//,1*(1
9(17,/$7,(
3$5$0(7(56
+
-
%XLWHQJHZ YHQWWLMG VWDQG
Stel onder
hoeveel minuten de ventilator moet werken, wanneer u het toe-
9(17,/$72567$1'(1
stel via het menu-item
U kunt in stappen van vijf minuten waarden instellen tussen 0 en
1000 minuten. Bepaal op dezelfde wijze de ventilatietijden voor
de standen 0, 2 en 3.
Snelle ventilatie met externe knop
Met een externe knop die op locatie moet worden gemonteerd,
is het mogelijk de ventilatie onmiddellijk op stand 3 te zetten.
De ventilatie werkt in stand 3 en schakelt pas automatisch uit na
de periode die voor parameter
ingesteld.
Vochtbeveiligingsventilatie (stand 0)
Er is een vochtbeveiligingsventilatie in de regeling geïntegreerd.
Deze dient als bescherming tegen vochtschade, wanneer er geen
ventilatie is gewenst. Dit is bijvoorbeeld voor te stellen bij een lan-
gere afwezigheid vanwege vakantie. Daarvoor moet in het menu
VENTILATIE/PARAMETER de parameter Vochtbeveiliging worden
$$1
ingesteld op
. Na een pauze van 24 uur wordt de vochtbe-
veiligingsventilatie actief. Voordat de 24 uren zijn verstreken, is
de ventilatie niet actief.
Als de kamerluchtvochtigheid bij een uitgeschakelde ventilatie
(stand 0) een grenswaarde overschrijdt, wordt de ventilatie in-
geschakeld. De ventilatie wordt weer uitgeschakeld wanneer de
grenswaarde lager is dan de ingestelde hysteresiswaarde. De
grenswaarde is afhankelijk van de buitentemperatuur.
f Neem contact op met uw installateur.
qqq Z`.
<é<`VHC HB
3$5$
29(1.$&+(/
/8&+7
,
,
[MENU/VENTILATIE] is het moge-
9(17,/$7,(67$1'(1
%XLWHQJHZ YHQWWLMG 6WDQG
[MENU/VENTILATIE] in,
in stand 1 zet.
%XLWHQJHZ YHQWWLMG 6WDQG
Vochtafhankelijke correctie van het ventilatorvermogen (stand
1/2/3)
De installateur kan in ventilatorstanden 1, 2 en 3 een vochtaf-
hankelijke correctie van het ventilatorvermogen activeren. Dit
gebeurt afhankelijk van de kamerluchtvochtigheid. Bij een lage
kamerluchtvochtigheid, zoals in de winter, wordt het luchtdebiet
verlaagd afhankelijk van de parameter Vermogensreductie. Daar-
door wordt een te grote uitdroging tegengegaan. In de zomer kan
een te hoge kamerluchtvochtigheid worden verminderd via de
vochtafhankelijke correctie van het ventilatorvermogen.
f Neem contact op met uw installateur.
4.7.4 Service:
/2237,-' ),/7(5
deze parameter toont, wanneer de filter voor
het laatst werd gereset.
5(6(7 ),/7(5
via deze parameter kunt u de filter resetten door
"Aan" te selecteren.
4.7.5 Warm water
Stel hier de nominale warmwatertemperatuur in. Voer de waarden
in voor de dag-, nacht-, stand-by- en manuele werking. De tem-
peratuur in de warmwaterboiler wordt aangepast aan de betref-
fende nominale waarde afhankelijk van de bedrijfsmodus. Onder
::7(03(5$7885
de boiler weergegeven.
De instellingen in het submenu
aan de installateur.
4.7.6 Zonnesysteem
Aanwijzing
Het menu-item
geven, wanneer het toestel een model uit de SOL-serie is.
Als u een zonnesysteem hebt aangesloten, treft u hier alle para-
meters aan die moeten worden gespecificeerd voor de werking via
dat systeem. Bij de werking op zonne-energie wordt het toestel
is
voor de warmwaterbereiding en verwarming door de zonnewarm-
tewisselaar ondersteund.
95,-*$9( =211(6<67
95,-*$9( =211(6<67
bij het menu-item
mocht u de werking op zonne-energie willen activeren.
7(039(56&+,/
[MENU/ZONNESYSTEEM, P81]: met behulp van
deze parameter, ook wel Verschiltemperatuur zonnesysteem ge-
noemd, definieert u een temperatuurwaarde die als drempel voor
het in- en uitschakelen van de solarpomp dient.
Als de collectortemperatuur
=21
hoger is dan de retourtemperatuur, wordt de solarpomp
gestart. Als de collectortemperatuur alleen nog met
6&+,/
+<67(5(6,6 =21
–
wordt de solarpomp gestopt. De parameter
wordt ingesteld door de installateur.
Er dient op te worden gelet dat het uitschakelpunt niet lager is
dan de retourtemperatuur. Dat zou kunnen gebeuren, wanneer
de hysteresis hoger wordt ingesteld dan het temperatuurverschil.
Hoe hoger de waarde van de verschiltemperatuur van het zonne-
systeem is, des te later schakelt de solarpomp in wanneer de zon
wordt de werkelijke watertemperatuur in
3$5$0(7(5
zijn voorbehouden
=211(6<67((0
wordt alleen weerge-
[MENU/ZONNESYSTEEM, P80]: Stel
de waarde in op 1,
7(039(56&+,/
+<67(5(6,6
+
boven de retourtemperatuur ligt,
+<67(5(6,6 =21
<qx
7(039(5
ÔéÔ Ô