Volgende parameters kunnen ingesteld worden
Wire
: Meetmethode (bedradingssysteem
Freq
: Meetfrequentie
Site
: N° van de site (locatie)
Lh
: Interval van de hulpaardingspinnen bij het meten van
soortelijke aardingsweerstand (
Date/Time : Jaar/Maand/Dag, Tijd (24u-weergave
Rk
: Restweerstand op de meetsnoeren
8-2-2 Instelling voor meetmethode
Voor de meetmethode heeft men de keuze tussen: 2-wire (2-draadssysteem), 3-
wire (3-draadssysteem), 4-wire (4-draadssysteem) en
aardingsweerstand).
Selecteer "Wire" met de cursor in het CONFIG_SETTING scherm en druk op
om naar het scherm voor bedradingsinstelling te gaan (Fig.9).
Fig.9
Selecteer het geschikte bedradingssysteem via de cursor en druk op
Het CONFIG_SETTING scherm met het geselecteerde bedradingssysteem
wordt geopend.
Fig.10
8-2-3 Instelling voor meetfrequentie
De meetsignaalfrequenties kunnen geselecteerd worden tussen de vier
volgende frequentiebanden, dit om de invloed van de interferentiespanning
(aardspanning) te verminderen.
*Auto *94Hz *105Hz *111Hz *128Hz
Het instrument selecteert automatisch de meest geschikt frequentie als men
"Auto" selecteert, en genereert het frequentiesignaal. Selecteer "Freq" via de
cursor
op
het
voor weergave van het scherm voor frequentie-instelling (Fig.11).
Fig.11
CONFIG_SETTING
18/43
)
)
ρ
)
ρ
( soortelijke
"
scherm
en
druk
.
op