Hoofdstuk 6. Afregelen en instellen van de machine
NL
6.5. Afregelingen
6.5.1. Afregelen van de aanvoerband
Stel de de positie van de aanvoerband (N1) bij
naargelang de breedte (L) van het in te pakken product.
Draai de knop (M1) los en stel de positie van de
aanvoerband bij, zodat ere en minimum aan speling
overblijft ten opzichte van de geleiderstaaf (ong. 20mm)
en de achterste rand van de aanvoerband (ong. 10mm).
6.5.2. Bijstellen van de fotocellen
De machine maakt de positionering mogelijk van een
fotocel voor verticale uitlezing (B11) ideaal voor zeer lage
producten, en van een horizontale fotocel (B10) ideaal
voor zeer smalle producten.
Het is ook mogelijk om de afstand bij te stellen tussen de
fotocel en de lasbalk teneinde een ideale doorvoer van
producten te verzekeren.
6.5.3. Bijstellen van de hefstang voor de
verpakkingsfilm
De stang (A) dient om de film op correcte wijze op te
heffen wanneer het prduct wordt ingevoerd.
Draai de knop (M2) los en verschuif de stang naar links
voor het verpakken van producten met een geringe
hoogte.
Verschuif de stang naar rechts voor het verpakken van
producten met een hogere afmeting.
45