5. Inbedrijfstelling
Controlewaarden O
/CO
2
Keteltype
GMR 3015 Condens
GMR 3025 Condens
GMR 3025 Combi Condens 4,3 ± 1,0 9,3 ± 0,5
Controlewaarden O
/CO
2
Keteltype
GMR 3015 Condens
GMR 3025 Condens
GMR 3025 Combi Condens 7,8 ± 1,0 7,2 ± 0,5
Controlewaarden O
/CO
2
Keteltype
GMR 3015 Condens
GMR 3025 Condens
GMR 3025 Combi Condens 5,2 ± 1,0 10,3 ± 0,5
66
bij vollast voor G20 (H)
2
Controlewaarde
Doorlaatdiameter gas restrictiering
O
(%)
CO
(%)
2
2
5,2 ± 1,0 8,8 ± 0,5
4,3 ± 1,0 9,3 ± 0,5
bij vollast voor G25 (L)
2
Controlewaarde
Doorlaatdiameter gas restrictiering
O
(%)
CO
(%)
2
2
8,6 ± 1,0 6,8 ± 0,5
7,8 ± 1,0 7,2 ± 0,5
bij vollast voor G31 (Propane)
2
Controlewaarde
O
(%)
CO
(%)
2
2
5,2 ± 1,0 10,3 ± 0,5
5,2 ± 1,0 10,3 ± 0,5
T001569-A
GMR 3015 Condens GMR 3025 Condens GMR 3025 Combi
3,70
5,10
5,10
3,70
5,10
5,10
Doorlaatdiameter gas restrictiering
2,85
3,80
3,80
Als de gemeten waarden buiten de grenzen liggen van de
controlewaarden:
1. Controleer de doorlaatdiameter van de gas restrictiering.
2. Controleer de gas restrictiering op vervuiling.
3. Controleer de gasaanvoerdruk.
4. Controleer de vlam via het kijkglas.
De vlam mag niet afblazen.
Condens
03/07/2009 - 120948-AB