5. Inbedrijfstelling
5.2
Controlepunten vóór inbedrijfstelling
C
62
GMR 3015 Condens GMR 3025 Condens GMR 3025 Combi
5.2.1.
Ketel bedrijfsklaar maken
WAARSCHUWING
Stel de ketel niet in bedrijf als de aangeboden gassoort
niet overeenkomt met de toegestane gassoorten.
4 Controleer of de geleverde gassoort overeenkomt met de
gegevens op het typeplaatje van de ketel.
4 Controleer het gascircuit.
4 Controleer het hydraulisch circuit.
4 Controleer de waterdruk van de cv-installatie.
4 Controleer de elektrische aansluitingen van de thermostaat en de
andere externe aansluitingen.
4 Overige aansluitingen controleren.
5.2.2.
Gascircuit
WAARSCHUWING
Zorg dat de ketel spanningsloos is.
1. Open de hoofdgaskraan.
2. Draai de twee schroeven aan de onderzijde van de frontmantel
een kwartslag los en verwijder de frontmantel.
3. Kantel de instrumentenbox naar voren door de klipsluitingen aan
de zijkanten te openen.
4. Controleer de gasvoordruk op het meetpunt C van het gasblok.
WAARSCHUWING
¼ Voor de toegestane gassoorten, zie hoofdstuk:
"Gascategorieën", pagina 8
5. Controleer de gasaansluitingen ná het gasblok in de ketel op
dichtheid.
6. Controleer de afdichting van de gasleiding, inclusief de
gaskranen. De testdruk mag maximaal 60 mbar zijn.
7. Ontlucht de gastoevoerleiding door het meetpunt op het gasblok
los te schroeven. Schroef het meetpunt weer dicht wanneer de
leiding voldoende ontlucht is.
8. Controleer de gasaansluitingen in de ketel op dichtheid.
T001518-B
5.2.3.
Hydraulisch circuit
4 Controleer de sifon, deze moet tot de merkstreep met schoon
water gevuld zijn.
Condens
03/07/2009 - 120948-AB