3.
BLOKKEREN / UITSCHAKELEN VAN HET SYSTEEM
3.1. HET BLOKKEREN VAN GEBRUIKERS
Elke gebruiker kan tijdelijk worden geblokkeerd (bijvoorbeeld wanneer een gebruiker zijn kaart/tag verliest
of zijn toegangscode bekend wordt gemaakt). Als een toegang van de gebruiker is geblokkeerd, zullen
zijn ID-code of kaart/ tag niet meer geaccepteerd worden door het systeem. De gebruikers zullen op hun
telefoon ook geen SMS-waarschuwingen of spraakmeldingen ontvangen.
Alleen de systeemadministrator of servicetechnicus kan een gebruiker blokkeren. Een methode om de
toegangsrechten te ontnemen is Instellingen / Gebruikers / Gebruiker / Bypass en „Ja" te selecteren op
het LCD-Klavier. Een andere optie is om lokaal of op afstand een gebruiker te blokkeren via de software
J-Link door te klikken op de gebruiker in de kolom Instellingen / Gebruikers / Gebruiker blokkeren.
Een geblokkeerde (uitgeschakelde) gebruiker zal gemarkeerd worden met een rode cirkel, totdat de
blokkering wordt opgeheven.
3.2. HET BLOKKEREN VAN DETECTOREN
Een detector kan tijdelijk gedeactiveerd worden op dezelfde manier, waarop een gebruiker kan worden
geblokkeerd. Een detector wordt geblokkeerd, als de activering ervan tijdelijk niet wenselijk is (bijvoorbeeld
een bewegingsmelder in een kamer met een huisdier of een uitschakeling van het geluid van een sirene).
Het systeem voert nog steeds de diagnostiek van sabotagecontacten uit en stuurt service-evenementen,
maar de alarmfunctie is uitgeschakeld.
Alleen de systeemadministrator of servicetechnicus kan een detector blokkeren. Dit kan worden bereikt
door te kiezen voor Instellingen / Apparaten / Bypass en te selecteren voor Ja op het LCD-Klavier. Een
andere optie is om de software J-Link te gebruiken door te klikken op de detector in de kolom Instellingen
/ Diagnose / Uitgeschakeld. Een geblokkeerde detector wordt gemarkeerd met een gele cirkel totdat deze
opnieuw wordt ingeschakeld volgens dezelfde procedure. Een apparaat kan ook geblokkeerd worden
door de smartphone app. MyJABLOTRON.
3.3. UITSCHAKELING VAN TIMERS
Om geautomatiseerde geplande gebeurtenissen in het systeem tijdelijk te deactiveren, kan een timer
worden gedeactiveerd. De uitschakeling van een geplande gebeurtenis (bijvoorbeeld uitschakeling van het
systeem van de bewaking tijdens de nacht op een vooraf vastgesteld moment) verhindert de uitvoering
van deze gebeurtenis (bijvoorbeeld tijdens de vakantie).
Een timer kan lokaal of op afstand worden geblokkeerd via de software J-Link door te klikken op de sectie
in de kolom Instellingen / Kalender / Geblokkeerd. Een uitgeschakelde timer wordt gemarkeerd met een
rode cirkel, totdat deze opnieuw wordt ingeschakeld volgens dezelfde procedure.
4.
AANPASSING VAN HET SYSTEEM
4.1. VERANDERING VAN DE TOEGANGSCODE VAN EEN GEBRUIKER
Als het systeem opgezet wordt zonder vooraf ingestelde codes, kunnen alleen de systeemadministrator en
de servicetechnicus de beveiligingscodes veranderen. De systeemadministrator kan wijzigingen uitvoeren
via zowel het LCD-klavier als de software J-Link en de smartphone-applicatie MyJABLOTRON. De code
kan gewijzigd worden na autorisatie door Instellingen / Gebruikers / Gebruiker / Code te selecteren. Voor
het invoeren van een nieuwe code moet u de bewerkingsmodus invoeren (de code begint te knipperen)
door op Enter te drukken, de nieuwe code invoeren en bevestigen door opnieuw op Enter te drukken.
Na voltooiing van de veranderingen moeten deze worden bevestigd door Opslaan te kiezen, als het
systeem u uitnodigt met „Instellingen opslaan?".
Als het systeem opgezet wordt met prefi xcodes, kunnen individuele gebruikers toestemming krijgen om
hun code te veranderen vanuit het LCD-menu op het Klavier.
NL
19