Functiekeuze-menu
Het menu is onderverdeeld in verschillende functies. Zo
kunt u snel naar de gewenste functie gaan.
Naargelang het apparaattype zijn er veel verschillende
functies.
Functie
Magnetron
Programma's
Instellingen
~ "Basisinstellingen"
op pagina 35
--------
Meer informatie
In de meeste gevallen biedt het apparaat u
aanwijzingen en meer informatie over de zojuist
uitgevoerde actie.Druk hiervoor op de toets l.De
aanwijzing wordt enkele seconden weergegeven. Bij
langere aanwijzingen bladert u met de draaiknop tot het
einde.
Vele aanwijzingen verschijnen automatisch, bijv. ter
bevestiging, als oproep of waarschuwing.
De aanwijzing kan worden verwijderd door opnieuw op
de toets l te drukken.
Functies voor de binnenruimte
Functies voor de binnenruimte vergemakkelijken het
gebruik van uw apparaat. Zo wordt bijv. de
binnenruimte volledig verlicht en een koelventilator
beschermt het apparaat tegen oververhitting.
Deur opent automatisch
De apparaatdeur springt open wanneer u de
automatische deuropening aanraakt.U kunt de
apparaatdeur volledig met de hand openen.
Bij een stroomonderbreking werkt de automatische
deuropening niet. U kunt de deur met de hand openen.
Aanwijzingen
Wanneer u de apapraatdeur tijdens het gebruik
■
opent, wordt de werking stopgezet.
Sluit u de apparaatdeur, dan wordt de werking niet
■
automatisch voortgezet. U moet dit handmatig doen.
Is het apparaat langere tijd uitgeschakeld, dan gaat
■
de apparaatdeur open met een vertraging.
Verlichting van de binnenruimte
Wanneer u de apparaatdeur opent, schakelt de
binnenruimteverlichting in.Blijft de deur langer dan ca.
5 minuten open, dan schakelt de verlichting weer uit.
Wanneer u de automatische deuropening aanraakt,
schakelt de verlichting van de binnenruimte weer in.
Bij alle functies schakelt de binnenruimteverlichting in
zodra de werking wordt gestart. Wanneer ze beëindigd
zijn, schakelt de verlichting uit.
Gebruik
Magnetronvermogen kiezen
Automatische programma's
Heel eenvoudig gekozen gerech-
ten bereiden.
U kunt de basisinstellingen van
uw apparaat aanpassen aan uw
gewoontes.
Koelventilator
De koelventilator wordt zo nodig in- en uitgeschakeld.
De warme lucht ontsnapt via de deur.
Na gebruik kan de koelventilator een bepaalde tijd
nalopen.
Attentie!
De ventilatiesleuven niet afdekken. Anders raakt het
apparaat oververhit.
Aanwijzingen
Bij gebruik van de magnetronfunctie blijft het
■
apparaat koud. De koelventilator wordt echter toch
ingeschakeld. Hij kan verder lopen, ook wanneer de
magnetronfunctie al beëindigd is.
Bij het deurvenster, de binnenwanden en op de
■
bodem kan condenswater onstaan. Dit is normaal,
de werking van de magnetron wordt hierdoor niet
gehinderd. Verwijder het condenswater na de
bereiding.
Het apparaat leren kennen nl
29