appendix
PROBLEEMOPLOSSING
Raadpleeg het volgende schema om uw airconditioner niet goed functioneert. Dit kan u tijd en onnodige
uitgaven besparen.
PROBLEEM
De airconditioner werkt niet
meteen nadat deze opnieuw
gestart wordt.
De airconditioner werkt
helemaal niet.
De temperatuur verandert
niet.
De koele (warme) lucht komt
niet uit de airconditioner.
De ventilator snelheid
verandert niet.
Timer functie is niet ingesteld. • Controleer of u de Power knop hebt ingedrukt nadat u de tijd hebt ingesteld.
Geuren blijven in de kamer
hangen.
De airconditioner maakt een
bubbelgeluid.
Water drupt van de
luchtstroombladen af.
De afstandsbediening werkt
niet.
De airconditioner kan niet
aan of uitgezet worden met
de afstandsbediening.
De afstandsbediening werkt
niet.
De indicator van het digitale
scherm knippert.
18_ appendix
OPLOSSING
• Het apparaat start niet meteen vanwege het beschermende mechanisme om zo te
voorkomen dat de unit overbelast wordt.
De airconditioner zal na 3 minuten starten.
• Controleer dat de stekker er goed in zit. Steek de stekker goed in het stopcontact.
• Controleer of de stroomonderbreker uitstaat.
• Controleer of er een stroomuitval is.
• Controleer uw zekering. Controleer of deze er uitgeblazen is.
• Controleer of de unit in Ventilator modus staat. Druk op de Mode knop op de
afstandsbediening om een andere modus te selecteren.
• Controleer of de ingestelde temperatuur hoger (lager) is dan de huidige
temperatuur. Druk op de Temperatuur knop op de afstandsbediening om de
ingestelde temperatuur te wijzigen.
Druk op de Temperatuur knop om de temperatuur te verlagen of verhogen.
• Controleer of het luchtfilter geblokkeerd wordt door vuil. Maak het luchtfilter elke 2
weken schoon.
• Controleer of de airconditioner net aan heeft gestaan. Als dat zo is, wacht dan
3 minuten. Koude lucht komt er niet uit om de compressor van de buitenunit te
beschermen.
• Controleer of de airconditioner geïnstalleerd is op een plaats waar deze blootgesteld
is aan direct zonlicht. Hang gordijnen voor de ramen om de koelefficiëntie te
verhogen.
• Controleer of een object in de buurt van de buitenunit staat.
• Controleer of de koelmiddelpijp niet te lang is.
• Controleer of de airconditioner alleen beschikbaar is in Koel modus.
• Controleer of de afstandsbediening alleen beschikbaar is in Koel modus.
• Controleer of de unit in Auto of Droog modus staat. De airconditioner past
automatisch de ventilator snelheid aan naar Auto in Auto/Droog modus.
• Controleer of het apparaat in een rokerig gebied functioneert en of er een geur van
buiten naar binnen komt. Zet de airconditioner in Ventilator modus of zet de ramen
open om de kamer te luchten.
• U kunt een bubbelgeluid kan horen wanneer het koelmiddel door de compressor
circuleert. Zet de airconditioner in een geselecteerde modus.
• Wanneer u op de Power knop op de afstandsbediening drukt kunt u een geluid
horen van de afvoerpijp binnenin de airconditioner.
• Controleer of de airconditioner voor een lange tijd heeft gekoeld met de
luchtstroombladen naar beneden gericht. Condensatie kan gegenereerd worden
door het verschil in temperatuur.
• Controleer of de batterijen het nog doen.
• Zorg ervoor dat de batterijen juist geplaatst zijn.
• Zorg ervoor dat er niets in de weg zit van de afstandsbedieningsensor.
• Controleer of er een sterk verlichtingsapparaat in de buurt van de airconditioner
staat. Sterk licht van fluorescerende lampen of neon kunnen elektrische golven
verstoren.
• Controleer of u de afstandsbediening hebt ingesteld voor groepsbediening.
• Controleer of TEST indicator getoond wordt op de afstandsbediening. Als dat zo is,
zet de unit dan uit en schakel de stroomonderbreker uit. Neem contact op met uw
dichtstbijzijnde contactcentrum.
• Druk op de Power knop op de afstandsbediening om de unit uit te zetten en
schakel de stroomonderbreker uit. Zet het daarna weer aan.