3. Het luchtfilter eruit halen.
Druk zachtjes op het luchtfilter en haal het luchtfilter er dan uit.
4. Maak het luchtfilter schoon met een stofzuiger of een zachte borstel.
Als er teveel stof opzit, spoel het dan af met lopend water en laat
het drogen op een geventileerde plaats.
5. Plaats het luchtfilter weer terug op zijn plaats.
6. Sluit het voorste luchtrooster.
• Druk, na het schoonmaken van het filter, twee seconden op de Filter Reset knop op de
afstandsbediening om het filterschema opnieuw in te stellen.
• Herhaal dit elke twee weken voor het beste resultaat.
• Als het luchtfilter in een beperkte (of vochtige) ruimte uitdroogt, kunnen geuren ontstaan.
Indien dit gebeurt, maak het filter dan opnieuw schoon en laat het drogen op een goed
geventileerd plaats.
schoonmak en onderhoud _15