11 Koelvak ..................................... 91
11.1 Tips voor het bewaren van
levensmiddelen in het koel-
vak .......................................... 91
11.2 Koudezones in het koelvak .... 91
12 Vriesvak .................................... 92
12.1 Invriescapaciteit...................... 92
12.2 Vriesvakvolume volledig
gebruiken ............................... 92
12.3 Tips voor het bewaren van
levensmiddelen in het vries-
vak .......................................... 92
12.4 Tips voor het bevriezen van
verse levensmiddelen............. 92
12.5 Houdbaarheid van de diep-
vrieswaren bij −18 °C ............ 93
12.6 Ontdooimethodes voor
diepvrieswaren ....................... 93
13 Ontdooien ................................. 94
13.1 Ontdooien in het koelvak. ...... 94
13.2 Ontdooien in het vriesvak ...... 94
14 Reiniging en onderhoud .......... 94
14.1 Apparaat voorbereiden
voor reiniging.......................... 94
14.2 Apparaat schoonmaken ......... 94
14.3 Camera reinigen..................... 95
14.4 Onderdelen eruit halen........... 95
14.5 Apparaatonderdelen de-
monteren ................................ 95
15 Storingen verhelpen ................ 97
15.1 Stroomuitval.......................... 101
15.2 Apparaatzelftest uitvoeren.... 101
16 Opslaan en afvoeren.............. 101
16.1 Apparaat buiten gebruik
stellen ................................... 101
16.2 Afvoeren van uw oude ap-
paraat ................................... 102
17 Servicedienst.......................... 102
17.1 Productnummer (E-nr.) en
productienummer (FD) ......... 103
18 Technische gegevens............ 103
19 Conformiteitsverklaring......... 103
nl
73