Voordat u hulp inroept
- De netwerkspanning mag niet meer of minder dan 10%
afwijken van de voeding die is vereist voor de
apparatuur.
- De voedingsfluctuaties tussen de fasen mag nooit met
meer of minder dan 3% worden overschreden.
1. Controleer of het elektrische paneel stroom krijgt,
2. Controleer of de filters niet verstopt zijn,
3. Controleer of de ventilatoren goed werken (riemen
aangespannen, enz...),
4. Test de werking van de compressor(en),
5. Als de apparatuur is uitgerust met een elektrische
resetbeveiliging, voert u een reset uit en controleert u
of de fout zich opnieuw voordoet. Als dat het geval is,
moeten de volgende controles worden uitgevoerd door
gekwalificeerd personeel.
ALGEMENE BEDRIJFSFOUTEN
Geen luchtstroom (ventilatorkant)
Probleem:
- Lage prestaties.
- Het gevaar dat een of meerdere compressoren uitvallen
(lagedruk pressostaat spreekt aan)
- Het gevaar dat de verdamper bevriest.
- Mogelijke uitval van de beveiligingsthermostaat van de
elektrische verwarmingselementen.
Oorzaak:
- De luchtkanalen hebben een te hoge luchtweerstand
(kokers te klein, gesloten kleppen, obstakel).
- Geblokkeerde filters of batterijen.
- Verkeerd aangespannen of gebroken riemen.
Oplossing:
- Controleer de kanalen.
- Controleer de filters, batterijen en maak ze schoon,
indien nodig.
- Controleer de riemen, span ze aan of vervang ze indien
nodig.
Geen luchtstroom (condensorkant)
Probleem:
- Compressor valt uit (hogedruk pressostaat).
Oorzaak:
- Vuile batterijen.
- Een of meer ventilatoren werken niet meer.
Oplossing:
- Maak de batterij schoon.
- Vervang een of meer defecte ventilatoren.
Pagina 82 - IOM / ROOFTOP FLEXY™ Serie
De ventilator stopt na het uitvallen van een
thermische relais (aangeduid met een foutcode)
Probleem:
- De ventilator en de compressoren werken niet.
Oorzaak:
- Het door de aandrijving geabsorbeerde vermogen is te
hoog:
• Luchtstroom is te hoog.
• Riemen te strak aangespannen.
• Lager vastgelopen.
• Fase-uitval
• Voedingsspanning te laag of ongebalanceerde fasen
(+/- 3%).
Oplossing:
- Stel de thermische relais opnieuw in.
Als de fout zich blijft voordoen:
• Controleer de instelling van het thermische relais
(deze moet overeenkomen met de nominale stroom
op het plaatje van de aandrijving).
• Controleer de doorstroming, riemen en lagers.
• Controleer de voedingsspanning.
Compressor stopt (aangeduid met een foutcode)
Probleem:
- Het thermische of bevriezingsproces valt terug of stopt.
Oorzaken:
- De compressor absorbeert heel veel stroom (zeer
warme lucht op de verdamper- en condensorinlaten,
ontbrekende lucht stroming, te lage spanning of
ongebalanceerde fasen (+/- 3%).
- De compressor is handmatig uitgevallen.
- De thermische beveiliging voor de batterij is open.
- De compressor wordt aangedreven door twee fasen in
plaats van drie.
Oplossing:
- Probeer de compressor opnieuw te starten als deze is
afgekoeld. Als de fout zich blijft voordoen:
• controleert u de luchtstromen (zie ontbrekende
luchtstroom)
• Controleer of de ventilatoren correct werken en of de
buitenste warmtewisselaars schoon zijn.
• Controleer de voedingsspanning.
• Als de compressor handmatig is uitgevallen, vervangt
u deze.