4 progress
• De elektrische installatie moet een isola-
tieapparaat bevatten waardoor het appa-
raat volledig van het lichtnet afgesloten
kan worden. Het isolatieapparaat moet
een contactopening hebben met een mi-
nimale breedte van 3 mm.
• Gebruik alleen de juiste isolatie-appara-
ten: stroomonderbrekers, zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de houder
worden verwijderd), aardlekschakelaars
en contactgevers.
Gasaansluiting
• Alle gasaansluitingen moeten door een
gediplomeerd elektromonteur worden
gemaakt.
• Zorg ervoor dat er koude luchtcirculatie in
het apparaat aanwezig is.
• Op het typeplaatje staat informatie over
de gastoevoer.
• Dit apparaat mag niet aangesloten wor-
den op een inrichting dat producten af-
voert voor verbranding. Sluit het apparaat
aan volgens de geldende installatieregels.
Let op de vereisten voor voldoende venti-
latie.
Gebruik van het apparaat
Waarschuwing! Gevaar op letsel,
brandwonden of elektrische schokken
• Gebruik dit apparaat in een huishoudelij-
ke omgeving.
• De specificatie van het apparaat mag niet
worden veranderd.
• Bedien het apparaat niet met een externe
timer of een apart afstandbedieningssys-
teem.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik niet
onbeheerd achter.
• Bedien het apparaat niet met natte han-
den of als het contact maakt met water.
• Leg geen bestek of deksels van steelpan-
nen op de kookzones. Ze zijn heet.
• Zet de kookzone op "uit" na elk gebruik.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt
als werkblad of aanrecht.
Waarschuwing! Brand- of
explosiegevaar.
• Verhitte vetten en olie kunnen ontvlamba-
re damp afgeven. Houd vlammen of ver-
warmde voorwerpen uit de buurt van vet
en olie als u er mee kookt.
• De dampen die hete olie afgeeft kunnen
spontane ontbranding veroorzaken.
• Gebruikte olie die voedselresten bevat
kan brand veroorzaken bij een lagere
temperatuur dan olie die voor de eerste
keer wordt gebruikt.
• Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door ontvlambare
producten in, bij of op het apparaat.
• Probeer niet om een brand te blussen
met water. Haal het apparaat uit het
stopcontact en dek de vlammen af met
een deksel of blusdeken.
Waarschuwing! Risico op schade aan
het apparaat.
• Zet geen hete pannen op het bedienings-
paneel.
• Laat kookgerei niet droogkoken.
• Laat pannen niet afkoelen op de kook-
plaat.
• Activeer de kookzones niet met lege pan-
nen of zonder pannen erop.
• Geen aluminiumfolie op het apparaat leg-
gen.
• Laat geen zure vloeistoffen, zoals bijv.
azijn, citroensap of reinigingsmiddelen
voor het verwijderen van kalkaanslag, in
aanraking komen met de kookplaat. Hier-
door kunnen doffe plekken ontstaan.
• Zorg voor een goede ventilatie in de ruim-
te waar het apparaat is geënstalleerd.
• Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen
niet geblokkeerd zijn.
• Gebruik alleen stabiel kookgerei met de
juiste vorm en een diameter groter dan
de afmetingen van de branders. Er be-
staat een risico op oververhitting en bre-
ken van de glazen plaat (indien toepasse-
lijk).
• Zorg dat de vlam niet uit gaat als u de
knop snel van de maximale stand naar
de minimale stand draait.
• Zorg ervoor dat de pannen in het midden
van de ringen worden gezet en niet uit-
steken over de randen van het kookop-
pervlak.
• Gebruik alleen de accessoires die zijn
meegeleverd met het apparaat.
• Plaats geen vlamverdeler op de brander.
Onderhoud en reiniging
Waarschuwing! Risico op schade aan
het apparaat.