Productbeschrijving: Speciale bedrijfsmodi
Speciale bedrijfsmodi
Deze paragraaf beschrijft het bedrijf van het systeem onder bijzondere omstandigheden.
Gegevens over de standaardbedrijfsmodi vindt u op pagina 32.
Voorverwarmen
Is een voorverwarmingselement geïnstalleerd, kan de eenheid de buitenlucht (T1) ook
elektrisch verwarmen, zodat het vorstgevaar wordt verlaagd en de
(met accessoire
toevoerluchttemperatuur wordt verhoogd. Is het voorverwarmingselementechter niet in
voorverwarmings-
staat de warmtewisselaar vorstvrij te houden, start het ontdooiprogramma.
element)
• De vloerverwarming wordt aangestuurd via een complex algoritme, waarbij meerdere
• De temperatuur van de buitenlucht wordt precies zo veel verhoogd dat de luchtstroom
• De voorverwarming schakelt al naargelang de temperatuuromstandigheden om de
De gewenste waarden voor de temperaturen bij bedrijf met actief
voorverwarmingselementzijn vast ingesteld en kunnen niet worden gewijzigd.
Ontdooien
Bij koude omstandigheden waarbij de T1-buitenlucht onder -3 °C ligt en de condens in de
warmtewisselaar ijs zou kunnen vormen, begint de eenheid te ontdooien.
INFO
De ontdooimodus is een veiligheidsmodus, tijdens het ontdooien kan de eenheid niet naar
een andere bedrijfsmodus wisselen tot het ontdooien beëindigd is. Als het ontdooien actief
is, toont het display van de HRC 3
Er zijn twee verschillende ontdooistrategieën:
• Geen open haard in huis (standaardinstelling)
• Open haard in huis
U kunt de ontdooistrategie wijzigen via de PC-tool. De gewenste waarden voor het
ontdooien kunnen echter niet worden gewijzigd.
Standaard-
De standaard-ontdooistrategie zonder open haard in huis zet de volgende stappen in
werking:
ontdooistrategie
• Het toerental van de toevoerluchtventilator neemt langzaam af tot het minimale
• Na 10 seconden schakelt de toevoerluchtventilator volledig uit, terwijl de
• Als het ontdooiproces is voltooid, start de toevoerluchtventilator met minimaal
Het ontdooiproces zorgt voor een onderdruk in de woning. Afhankelijk van de
luchtdichtheid van de gebouwschil leidt dit tot het volgende:
• Als de gebouwschil niet volledig luchtdicht is, dringt de "ontbrekende" toevoerlucht
• Als de gebouwschil volledig luchtdicht is en de "ontbrekende" toevoerlucht niet op
sensoren betrokken zijn. Ze meten de temperaturen continu, terwijl het systeem het
energieverbruik tot een minimum beperkt.
kan worden gehandhaafd en de start van het ontdooiprogramma zoveel mogelijk
wordt vermeden.
60 seconden 10% hoger/lager.
toerental is bereikt.
extractieventilator continu blijft draaien om met warme lucht uit de binnenruimtes het
ijs te ontdooien.
toerental en wordt de snelheid verhoogd tot de oorspronkelijk gewenste snelheid
bereikt is.
door kleine lekken in de Gebouwschil binnen. Het ontdooibedrijf heeft de juiste
voorwaarden.
andere manieren kan binnendringen, is het ontdooien minder efficiënt en werkt het
alleen onder omstandigheden met lage vriestemperaturen. LET OP! Onder dergelijke
omstandigheden adviseren wij dringend een voorverwarmingselement.
dEF
.
13