10.3.92 Impulsteller
De functie "Impulsteller" dient voor het tellen van ingangsimpulsen. Hiervoor staat in het
parametervenster "Impulsteller" een absolute hoofdteller ter beschikking. Om verschilwaarden
te kunnen detecteren, heeft u de mogelijkheid om hier ook een tussenteller vrij te geven
(vergelijkbaar met een dagkilometerteller). Het startpunt van de tussenteller kan vrij worden
geparametreerd. De instellingen voor de tussenteller voert u in het extra parametervenster uit.
10.3.93 Impulsteller — E1-E5 — Communicatieobject vrijgeven "Blokkeren" 1 bit
Opties:
10.3.94 Impulsteller — E1-E5 — Capacitieve ontstoring
Opties:
10.3.95 Impulsteller — E1-E5 — Ontdendertijd
Opties:
Het ontdenderen verhindert ongewenst, meervoudig bedienen van de ingang, bijv. door
denderen van het contact.
10.3.96 Impulsteller — E1-E5 — Tussenteller vrijgeven
Opties:
10.3.97 Impulsteller — E1-E5 — Minimale signaalduur activeren
Opties:
KNX Technisch Handboek 2CKA002273B9313
Applicatie-/parameterbeschrijvingen
Inactief
Actief
Zwak
Gemiddeld
Sterk
10/20/30/50/70/100/150 ms
Inactief
Actief
Inactief
Actief
Applicatie "Ingangen"
│101