d) Frequentiemeting (alleen VC270 en VC290)
De DMM kan de frequentie van een signaalspanning tussen 10 Hz - 10 MHz meten en aangeven.
Voor het meten van frequenties gaat u als volgt te werk:
- Schakel de DMM in en kies het meetbereik „Hz". Op het display ver-
schijnt „Hz".
- Steek het rode meetsnoer in de Hz-meetbus (7), het zwarte in de COM-
aansluiting (8).
- Sluit nu de beide meetpennen aan op het meetobject (signaalgenerator,
schakeling, enz.).
- De frequentie wordt in de bijbehorende eenheid op het display weerge-
geven.
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en schakel de DMM uit.
e) Weerstandsmeting
Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals
andere meetobjecten absoluut spanningsloos en ontladen zijn.
Voor de weerstandsmeting gaat u als volgt te werk:
- Schakel de DMM in en kies het meetbereik "Ω".
- Steek het rode meetsnoer in de Ω-meetbus (7), het zwarte in de COM-
aansluiting (8).
- Controleer de meetsnoeren op doorgang door beide meetpunten met
elkaar te verbinden. Nu moet zich een weerstandswaarde van ca. 0 - 0,5
ohm instellen (de eigen weerstand van de meetsnoeren).
- Bij laagohmige metingen drukt u op de VC270 en de VC290 op de toets "REL" (3), om de invloed
van de eigen weerstand van de meetsnoeren op de volgende weerstandsmeting uit te schakelen.
Het display geeft 0 ohm weer. De automatische bereikskeuze (autorange) is uitgeschakeld. De
autorange-functie wordt door het veranderen van meetfunctie terug ingeschakeld (bijv. de toets
„SELECT" 2 x indrukken).
- Sluit nu de beide meetstiften aan op het meetobject. De meetwaarde wordt in het display weerge-
geven, mits het meetobject niet hoogohmig of onderbroken is. Wacht tot de displaywaarde gestabi-
liseerd is. Bij weerstanden >1 MOhm kan dit enkele seconden duren.
- Zodra "OL" (voor overflow = overloop) op het display verschijnt, heeft u het meetbereik overschre-
den of is het meetcircuit onderbroken.
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en schakel de DMM uit.
Wanneer u een weerstandsmeting uitvoert, moet u erop letten dat de meetpunten waarmee
de meetsnoeren in contact komen, vrij zijn van vuil, olie, soldeerhars of dergelijke. Dergelijke
omstandigheden kunnen het meetresultaat vervalsen.
88
All manuals and user guides at all-guides.com