Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aansluiting En Ingebruikneming Van Het Apparaat; Gasaansluiting; Gebruik Bij Afwijkende Instelling; Ingebruikneming - Kuppersbusch GHK 606.0 E Technische Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

14
Technisch handboek GH 606.0 E/GH 506.0 E/GH 505.0 E/GKH 507.0 E

3. Aansluiting en ingebruikneming van het apparaat

3.1 Gasaansluiting

3.2 Gebruik bij afwijkende instelling

Controleren of de uitvoering van het apparaat, de categorie en het ingestelde gastype met de gasfami-
lie of gasgroep ter plaatse overeenkomt. Indien dit niet het geval is, is een wijziging of aanpassing aan
het bestaande gastype noodzakelijk. Het apparaat moet met aan de nominale warmtebelasting aange-
paste spuitstukken worden gebruikt.
Het gebruik van het apparaat met de normaal voorziene spuitstukken en de daaruit resulterende warm-
tebelasting is voor de volgende aansluitdrukken toelaatbaar.
18 tot 25 mbar bij gassen van de 2e familie,
42,5 tot 57,5 mbar bij gassen van de 3e familie.
Ligt de aansluitdruk buiten deze grenzen, mag het apparaat niet in gebruik worden genomen. De
warmtebelasting bij de maximumstand wordt voor alle kookvuren bereikt door de spuitstukken te ver-
vangen. De warmtebelasting bij de minimumstand wordt bereikt door het instellen van de kleinstel-
schroef. De calorische onderwaarde op de opstellingsplaats moet bij de gasmaatschappij worden
aangevraagd en de juiste spuitstukkenset moet in de tabel worden opgezocht.

3.3 Ingebruikneming

Controle van de warmtebelasting met de volumetrische methode voor aardgas
Met behulp van een gassteller en een chronometer kan het gasvolume worden bepaald dat per tijds-
eenheid aan het apparaat moet worden toegevoerd.
De juiste gashoeveelheid wordt gegeven door de instelwaarde E in liter per uur (l/h) of liter per minuut
(l/min). Deze waarde wordt met de volgende formule berekend:
E = warmtebelasting : calorische onderwaarde
Bij het meten van de belasting moet het apparaat zich in rusttoestand bevinden.
De verschillende eenheden moeten overeenkomstig DVGW-TRGI worden omgerekend. De calorische
onderwaarde moet bij de plaatselijke gasmaatschappij worden aangevraagd. De vereiste instelwaarde
voor de nominale belasting en de kleinstandbelasting in verhouding tot de nominale druk vindt u in de
insteltabel voor het gasverbruik.
De aansluiting moet volgens deze handleiding en de technische
regels voor gasinstallaties (DVGW+TRGI) c.q. de technische regels
voor vloeibaar gas (TRF) worden uitgevoerd. Bovendien moeten de
plaatselijke voorschriften worden gerespecteerd.
De aansluiting van het apparaat kan zowel rechts als links gebeuren,
zodat de veiligheidsslang niet achter het apparaat moet worden geleid.
De aansluiting kan vast of los zijn. Een gasaansluitkraan met DVGW-
goedkeuring wordt tussengezet.
Als een veiligheidsgasslang volgens DIN 3383 Deel 1 wordt gebruikt,
moet erop worden gelet dat die niet door hete zones wordt geleid.
De gasaansluiting wordt aan een dichtheidsproef onderworpen. Hier-
voor wordt een lekzoekspray gebruikt. In geen geval mogen vlammen
voor de dichtheidsproef worden gebruikt.
Uitsluitend voor intern gebruik

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ghk 506.0 eGhk 505.0 eGkh 507.0 e

Inhoudsopgave