Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Sulzer XTA 152 Handleiding pagina 18

Inhoudsopgave

Advertenties

Een hijsdraadkabel wordt tussen het kraanhaakoog en het(de) bovenste aanslagpunt(en) aan de motorkop ge-
spannen. Hijsdraadkabels moeten qua materiaal en nominale diameter zo gedimensioneerd worden dat ze met
een veiligheidsfactor van 5 over het nodige draagvermogen beschikken. De kabel mag met uitzondering van de
einden geen splitsen of kronkels hebben.
Veilige kabeleinden moeten bij de montage met draadkabelkousen en klemmen in zware uitvoering gevormd
worden.
Rond de kous moet telkens een einde van de draadkabel gelegd worden. Het losse kabeleinde moet voldoende
groot zijn om het vereiste aantal draadkabelklemmen (4 stuks) op een afstand van minstens het 2-voudige van
de draadkabeldiameter te kunnen aanbrengen. Het kabeleinde wordt parallel aan de hijskabel gelegd en met de
eerste draadkabelklem onmiddellijk aan de kous geklemd. De beugel van de draadkabelklem moet tegen het
onbelaste kabeleinde liggen.
LET OP
Aanhaalmomenten voor edelstaalschroeven in acht nemen! (zie hoofdstuk 6.4)
Motor met vangbeugel
LET OP
U-beugel van de kabelklem op onbelast kabeleinde vastzetten! Alle sluitbouten moe-
ten met een borgdraad tegen loskomen geborgd worden!
Kabel Ø d
Motor 50 Hz/60 Hz
XTA 152
Het Sulzer kraanhaakoog wordt gebruikt als als enig bevestigingspunt voor de aan de dompelbeluchter aange-
slagen kabel de luchtleiding zich aanbiedt. Dit is b.v. in open bekkens (zonder begaanbare brug) het geval. Hier
wordt de dompelbeluchter in de regel met een mobiele kraan opgesteld.
Het kraanhaakoog wordt aan het bovenste einde van de luchtleiding gemonteerd. Het ovale ringoog dient hierbij
tegelijk voor de haak van de mobiele kraan en als aanslag voor de later te monteren hijsdraadkabel.
18
Afbeelding 16 Kabelklem zware uitvoering
Ø 8
XTA 302
XTA 602
Motor met hijsoog
XTA/XTAK
XTA/XTAK
901
1200
min. 2 x d
d
Ø
Ø 10
XTA/XTAK
XTA/XTAK
1800
2400
6006652-04

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave