4 Over de units
a
b
c
d
e
1×
1×
1×
2×
2×
a
Installatiehandleiding
b
Gebruiksaanwijzing
c
Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de
veiligheid
d
Titaniumapatiet luchtzuiveringsfilter (alleen voor
FTXP20~35L en ATXP20~35L)
e
Bevestigingsschroef binnenunit (M4×12L). Zie
binnenunit plaatsen" op
f
Droge AAA.LR03-batterij (alkaline) voor
gebruikersinterface
g
Houder gebruikersinterface
h
Gebruikersinterface
i
Montageplaat
4
Over de units
4.1
Systeemlay-out
OPMERKING
Het systeem mag niet worden ontworpen bij een
temperatuur van minder dan –15°C.
a
d
a
Binnenunit
b
Servicedeksel
c
Luchtfilter
d
Titaniumapatiet luchtzuiveringsfilter (alleen voor ATXP-L en
FTXP-L)
e
Koelmiddelleiding, afvoerslang en kabel tussen de units
f
Isolatietape
4.2
Werkingsgebied
Gebruik het systeem binnen de volgende temperatuur- en
vochtgehaltewaarden om een veilige en efficiënte werking te
verzekeren.
Werkingsstand
(a)(b)
Koelen
▪ Buitentemperatuur: –10~46°C
▪ Binnentemperatuur: 18~32°C
▪ Binnenvochtigheid: ≤80%
Uitgebreide handleiding voor de installateur
8
f
g
h
i
1×
1×
2×
1×
"6.2.4 De
pagina 12.
b
e
c
f
Werkingsgebied
Werkingsstand
(a)
Verwarmen
▪ Buitentemperatuur: –15~24°C
▪ Binnentemperatuur: 10~30°C
(a)
Drogen
▪ Buitentemperatuur: –10~46°C
▪ Binnentemperatuur: 18~32°C
▪ Binnenvochtigheid: ≤80%
Indien gebruikt buiten het werkingsbereik:
(a)
Een beveiliging kan het systeem stilleggen.
(b)
Er kan condensatie op de binnenunit ontstaan en er af
druppelen.
5
Voorbereiding
5.1
Overzicht: Voorbereiding
In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u moet doen en wat u moet
weten alvorens u ter plaatse gaat.
Het bevat informatie over:
▪ Installatieplaats voorbereiden
▪ Koelmiddelleiding voorbereiden
▪ Elektrische bedrading voorbereiden
5.2
Installatieplaats voorbereiden
Installeer de unit NIET op een plaats die vaak als werkplaats wordt
gebruikt. Wanneer bouwwerken (bijv. slijpwerk) worden uitgevoerd
waarbij veel stof wordt geproduceerd, MOET de unit worden
afgedekt.
Kies een installatieplaats met voldoende ruimte om de unit in en uit
de site te kunnen dragen.
WAARSCHUWING
Het toestel wordt opgeslagen in een ruimte zonder
ontstekingsbronnen die voortdurend branden (bijvoorbeeld:
open vuur, een draaiend gastoestel of een draaiende
elektrische verwarming).
5.2.1
Vereisten inzake de plaats waar de
binnenunit geïnstalleerd wordt
INFORMATIE
Lees tevens de voorzorgsmaatregelen en vereisten in
hoofdstuk "Algemene veiligheidsmaatregelen".
INFORMATIE
Het geluidsdrukniveau is lager dan 70 dBA.
▪ Luchtstroom. Zorg ervoor dat de luchtstroom niet geblokkeerd
wordt.
▪ Afvoer. Zorg ervoor dat het condenswater goed kan worden
afgevoerd.
▪ Muurisolatie. Wanneer de temperatuur in de muur hoger is dan
30°C en er een relatieve vochtigheid van meer dan 80% heerst, of
wanneer er verse lucht in de muur wordt geleid, is er extra isolatie
nodig (polyethyleenschuim met een dikte van minstens 10 mm).
▪ Muursterkte. Controleer of de muur of de vloer sterk genoeg is
om het gewicht van de unit te dragen. Als er een risico is,
verstevig de muur of de vloer dan alvorens de unit te installeren.
Leg
de
stroomkabels
op
televisietoestellen en radio's om storingen te voorkomen. Afhankelijk
van de radiogolven volstaat een afstand van 3 meter soms NIET.
(A)(F)TXP20~35L2V1B + FTXF20~71A2V1B
Werkingsgebied
minstens
1 meter
afstand
Daikin kamerairconditioner
4P513661-1 – 2017.10
van