6 Installatie
a
b
c
a
Montageplaat (accessoire)
b
Kabel tussen de units
c
Kabelgeleiding
5 Open
het
voorpaneel
"6.2.2 Binnenunit openen" op
6 Steek de kabel tussen de units van de buitenunit door de
doorvoeropening in de muur, door de achterkant van de
binnenunit en door de voorkant. (Draai isolatietape rond de
uiteinden van de kabel tussen de units als hij al op voorhand
gestript was.)
7 Buig het uiteinde van de kabel omhoog.
8 Duw het onderframe van de unit met beide handen op de
onderste haken van de montageplaat. Let op dat de draden
NIET vastgeklemd geraken.
Leidingen aan linkerkant, links achter of links
onder aansluiten
INFORMATIE
Standaard worden de leidingen aan de rechterkant
voorzien. Voor leidingen aan de linkerkant, verwijder de
leidingen van de rechterkant en installeer ze aan de
linkerkant.
1 Verwijder de isolatiebevestigingsschroef aan de rechterkant en
verwijder de afvoerslang.
2 Verwijder de afvoerplug aan de linkerkant en bevestig ze aan
de rechterkant.
3 Breng
de
afvoerslang
bevestigingsschroef omdat er anders water kan gaan lekken.
a
b
a
Isolatiebevestigingsschroef
b
Afvoerslang
4 Maak
de
afvoerslang
met
koelmiddelleidingen.
b
A
Leidingen linkerkant
B
Leidingen links achter
C
Leidingen links onder
a
Verwijder het leidingpoortdeksel hier voor leidingen aan de
linkerkant.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
14
en
dan
het
servicedeksel.
pagina 10.
aan
en
bevestig
ze
met
a
b
plastic
tape
vast
aan
a
A
B
C
b
Verwijder het leidingpoortdeksel hier voor leidingen links
onder.
6.2.5
Afvoer voorzien
Zorg ervoor dat het condenswater goed kan worden afgevoerd. Dit
omvat:
▪ Algemene richtlijnen
▪ Koelmiddelleiding aansluiten op de binnenunit
▪ Controleren op waterlekken
Zie
Algemene richtlijnen
▪ Leidinglengte. Houd de afvoerleiding zo kort mogelijk.
▪ Leidingmaat. De leidingmaat moet gelijk aan of groter dan de
verbindingsleiding zijn (plastic buis met een nominale diameter
van 16 mm en buitendiameter van 18 mm).
OPMERKING
▪ Installeer de afvoerslang aflopend.
▪ Sifons zijn NIET toegelaten.
▪ Leg het uiteinde van de afvoerslang NIET in water.
de
▪ Afvoerverlengslang. Verleng de afvoerslang met een lokaal
voorziene slang van Ø16 mm. Vergeet NIET om een isolatiebuis
te gebruiken voor het deel van de verlengslang binnenshuis.
a
a
Bij de binnenunit geleverde afvoerslang
b
Warmte-isolerende buis (lokaal te voorzien)
c
Afvoerverlengslang
▪ Harde pvc buis. Gebruik een lokaal voorziene afvoeraansluiting
(Ø13 mm) wanneer u een harde pvc buis (Ø13 mm) rechtstreeks
op de afvoerslang aansluit.
a
de
a
Bij de binnenunit geleverde afvoerslang
b
Ø13 mm afvoeraansluiting (lokaal te voorzien)
c
Harde pvc buis (lokaal te voorzien)
▪ Condensatie. Neem maatregelen tegen condensatie. Isoleer de
volledige afvoerleiding in het gebouw.
Controle op waterlekken
1 Verwijder de luchtfilters.
2 Giet langzaam ongeveer 1 l water in de afvoerbak en controleer
op waterlekken.
a
b
c
b
(A)(F)TXP20~35L2V1B + FTXF20~71A2V1B
Daikin kamerairconditioner
4P513661-1 – 2017.10
c