Oplossen van problemen
Vele problemen worden slechts veroorzaakt door een verkeerde bediening of verkeerde verbindingen. Kontroleer
voordat u uw handelaar raadpleegt eerst de volgende lijst voor een mogelijke oplossing van uw probleem.
PROBLEEM
Spanning wordt niet
ingeschakeld.
Geen geluidsweergave of zeer
laag volume.
Er gebeurt niets na het drukken
op toetsen.
Slechte geluidskwaliteit of
vervormd geluid.
Ontvangst van radio-
uitzendingen is slecht.
Het geheugen wordt gewist
wanneer het kontakt wordt
uitgeschakeld.
De telefoondempingfunktie
werkt niet.
De telefoondempingfunktie
wordt geaktiveerd maar de
telefoondempingkabel is niet
aangesloten.
MOGELIJKE OORZAAK
De zekering is doorgebrand.
Autokontakt heeft geen ACC stand.
De dempingsfunktie is geaktiveerd.
De fader en/of de balans is geheel naar een kant gesteld.
De in- en uitgangskabels of bedradingsbundel is/zijn niet
juist verbonden.
De computerchip in het toestel functioneert niet normaal.
Een luidsprekerkabel wordt mogelijk afgekneld door een
schroef in de auto.
De luidsprekers zijn niet juist aangesloten.
De auto-antenne is niet uitgetrokken.
De antennekabel is niet aangesloten.
De accukabel is niet met de juiste aansluiting verbonden.
De kabel van het kontakt en de accu zijn niet juist
verbonden.
De telefoondempingkabel is niet juist verbonden.
De telefoondempingkabel raakt een metalen deel van de
auto.
Nadat u de kabels op kortsluiting heeft gekontroleerd moet u
de zekering door een van hetzelfde type vervangen.
Verbind dezelfde kabel met het kontakt als de accukabel.
Schakel de dempingsfunktie uit.
Stel de fader en/of de balans juist in.
Sluit de in- en uitgangskabels en/of bedradingsbundel
opnieuw juist aan. Zie het gedeelte "Verbinden van kabels
met aansluitingen".
Druk op de terugsteltoets van het toestel (zie blz. 42).
Kontroleer de bedrading van de luidsprekers.
Sluit de luidsprekerkabels opnieuw juist aan zodat iedere
uitgangsaansluiting met een andere luidspreker is verbonden.
Trek de antenne geheel uit.
Sluit de kabel juist aan de hand van het gedeelte "Verbinden
van kabels met aansluitingen" aan.
Sluit de kabels juist aan de hand van het gedeelte
"Verbinden van kabels met aansluitingen" aan.
Sluit de kabels juist aan de hand van het gedeelte
"Verbinden van kabels met aansluitingen" aan.
Sluit de kabels juist aan de hand van het gedeelte
"Verbinden van kabels met aansluitingen" aan.
Zorg dat de telefoondempingkabel geen kontakt met een
metalen deel maakt.
— 73 —
OPLOSSING