Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Verbranding Controleren - Weishaupt WL10/2-D 1LN Montage- En Bedieningshandleiding

Stookoliebrander
Inhoudsopgave

Advertenties

7 Inbedrijfstelling
Voorbeeld
83299407 1/2019-04 La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Stookoliebrander WL10/2-D 1LN

7.4 Verbranding controleren

Luchtovermaat controleren
Luchtklep(pen) in het overeenkomstige werkingspunt langzaam sluiten tot de
verbrandingsgrens bereikt wordt (Roetgetal ca. 1).
O
-gehalte meten en documenteren.
2
Luchtfactor (λ) aflezen.
Voor een veilige luchtovermaat luchtfactor verhogen:
met 0,15 ... 0,2 (stemt overeen met 15 ... 20 % luchtovermaat);
met >0,2 bij moeilijke omstandigheden, bijv.:
Vervuilde verbrandingslucht
Schommelende aanzuigtemperatuur
Schommelende schoorsteentrek
λ + 0,15 = λ*
Luchtfactor (λ*) instellen zonder CO-gehalte van 50 ppm te overschrijden.
O
-gehalte meten en documenteren.
2
Rookgastemperatuur controleren
Rookgastemperatuur meten.
Ervoor zorgen dat de rookgastemperatuur overeenstemt met de gegevens van
de ketelfabrikant.
Evt. rookgastemperatuur aanpassen, bijv.:
Brandervermogen verhogen vermijdt condensatie in de rookgaskanalen,
behalve bij condensatietechniek.
Brandervermogen reduceren verbetert het rendement.
Warmtegenerator volgens de gegevens van de fabrikant aanpassen.
Rookgasverlies bepalen
Verbrandingsluchttemperatuur (t
Zuurstofgehalte (O
) en rookgastemperatuur (t
2
meten.
Rookgasverliezen met volgende formule bepalen.
q
=
(t
) (
- t
A
A
L
21- O
q
Rookgasverlies [%]
A
t
Rookgastemperatuur [ C]
A
t
Verbrandingsluchttemperatuur [ C]
L
O
Volumegehalte aan zuurstof in de droge rookgassen [%]
2
Brandstoffactoren
A2
B
32-80
) in de omgeving van de luchtklep(pen) meten.
L
) gelijktijdig op hetzelfde punt
A
A
2
) + B
2
Stookolie
0,68
0,007

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave