9. Vervangen van de batterijen
Het batterijcompartiment niet openen als het toestel vochtig is.
Vervang
functieschakelaar op OFF en verwijder de meetsnoeren uit het toestel
om de batterijen te vervangen; dit om een elektrische schok te
voorkomen.
Gebruik nooit gelijktijdig oude en nieuwe batterijen.
Installeer de batterijen en let op de polariteit die in het
compartiment is aangeduid.
1.
Zet de functieschakelaar op OFF en verwijder de meetsnoeren uit
de connectorblok.
2.
Maak de 2 schroeven van het batterijcompartiment los en verwijder
het deksel.
3.
Vervang tegelijkertijd de 8 batterijen. Installeer ze en let hierbij op
de polariteit. Type: R6P (afm. AA) x 8 st.
4.
Schroef het deksel weer vast.
Fig. 11
de
batterijen
GEVAAR
niet
tijdens
OPGELET
26
de
meting.
Zet
de