nl Uw apparaat leren kennen
4 Uw apparaat leren kennen
De gebruiksaanwijzing geldt voor verschillende kookplaten.
4.1 Bedieningspaneel
Via het bedieningsveld kunt u alle functies van uw apparaat instellen en informatie krijgen over de gebruikstoestand.
4.2 Indicaties
De indicaties geven ingestelde waarden en functies
aan.
Indicatie Naam
-
Kookstanden
Restwarmte
4.3 Touchvelden
Touch-velden zijn aanraakgevoelige oppervlakken. Om
een functie te kiezen het betreffende veld selecteren.
Touch-
Naam
veld
Hoofdschakelaar
Keuze kookzone
Instelvelden
5 De Bediening in essentie
5.1 Kookplaat inschakelen of uitschakelen
U schakelt de kookplaat met de hoofdschakelaar in en
uit.
5.2 Kookplaat inschakelen
Op
tippen.
▶
a Het indicatielampje boven
a De indicaties
branden.
a De kookplaat is klaar voor gebruik.
36
brandt.
Opmerkingen
¡ Houd het bedieningspaneel altijd droog. Vocht heeft
een nadelige invloed op de werking.
¡ Zorg dat er geen pannen in de buurt van indicaties
en touchvelden komen. De elektronica kan overver-
hit raken.
4.4 Restwarmte-indicatie
De kookplaat heeft voor elke kookzone een restwarm-
te-indicatie .
Zolang de restwarmte-indicatie brandt, is de kookzone
heet. De kookzone niet aanraken.
Opmerking: U kunt een klein gerecht warmhouden of
couverture smelten.
5.3 Kookplaat uitschakelen
Wanneer alle kookzones een bepaalde tijd (10-60 se-
conden) uitgeschakeld zijn, wordt de kookplaat auto-
matisch uitgeschakeld.
Op
tippen.
▶
a Het indicatielampje boven
a De indicaties verdwijnen.
a Alle kookzones zijn uitgeschakeld.
a De restwarmte-indicatie blijft verlicht totdat de kook-
zones voldoende zijn afgekoeld.
gaat uit.