De geavanceerde
instellingen gebruiken
Tryk på
, og vælg
Optagelsestilstand for at åbne
de tilgængelige billedtyper. Vælg
derefter Panorama.
Grootte - wijzig de afmetingen
van de foto om geheugenruimte
te besparen of opnamen te
maken die de juiste afmetingen
hebben voor contactpersonen. Zie
Afbeeldingsgrootte wijzigen op
pagina 59.
Liggende modus - de instellingen
van de camera aanpassen aan de
omgeving. Kies uit Auto, Portret,
Landschap, Nacht, Strand en
Sport.
Kleureffect - kies een kleurtint
voor de opname die u wilt maken.
Zie Kleureffect kiezen op pagina 60.
ISO - ISO bepaalt de gevoeligheid
van de sensor van de camera.
Hoe meer ISO, hoe gevoeliger
de camera. Dat is handig onder
omstandigheden met weinig
licht waarin u de flits niet kunt
gebruiken. Kies een ISO-waarde uit
Auto, ISO 100, ISO 200, ISO 400,
ISO 800 of ISO 1600.
Witbalans - kies uit Auto,
Lichtgevend, Zonnig,
Fluorescerend of Bewolkt.
Macro - hiermee kunt u close-ups
maken.
Zelfontspanner - met de
zelfontspanner kunt u een
vertraging instellen na het
indrukken van de opnameknop.
Kies uit 3 seconden, 5 seconden
en 10 seconden. Ideaal voor
groepsfoto's waar u zelf ook op
wilt staan.
Knipperherkenning - hiermee
wordt voorkomen dat de camera
een foto maakt terwijl iemand met
de ogen knippert.
57