4
Bediening
Volg de onderstaande procedure wanneer u de airconditioner voor de eerste keer gaat gebruiken of wanneer u de
instellingen verandert. Door de volgende keer op de ON/OFF-toets te drukken, start de airconditioning met de
gekozen instellingen.
Stand-by
Handelingen worden niet geaccepteerd wanneer "SETTING (INSTELLEN)" knippert.
VEREISTEN
• Laat de stroom tijdens gebruik ingeschakeld.
• Indien u de airconditioner weer wilt gebruiken nadat deze een lange periode niet is gebruikt, moet u de stroom ten
minste 12 uur voor het starten inschakelen.
• Wanneer de stroom wordt ingeschakeld, duurt het ongeveer 1 minuut voordat de afstandsbediening kan worden
gebruikt.
Dat is normaal en duidt niet op een defect.
Bediening uitvoeren
Sommige werkingsmodi zijn niet beschikbaar, afhankelijk van het type binnenunit.
Menutoets
Insteltoets
ON/OFF (AAN/UIT)-
toets
1
ON/OFF (AAN/UIT)-toets
Druk op deze toets zodat het inbedrijf-lampje
oplicht en de werking start.
Bij verwarmen
• Verwarmde lucht komt vrij na ongeveer 3 tot 5
minuten voorverwarmen met de
binnenventilator uitgeschakeld.
2
Selecteer de werkingsmodus
Druk meerdere keren op menutoets om de
werkingsmodus te selecteren.
• De huidige werkingsmodus knippert.
Door iedere druk op de insteltoets verandert de
bedieningsfunctie en de overeenkomende
aanduiding als volgt:
Automa
Verwar
Drogen
Koelen
tisch
men
(Ontvochtigen)
• Als u gedurende 30 sec. niet op een toets drukt,
wordt de bedieningsmodus beëindigd.
15-NL
3
Kies de ventilatorsnelheid
Druk meerdere keren op de menutoets om de
modus voor de ventilatorsnelheid te selecteren.
• De huidige ventilatorsnelheidsindicator knippert.
Door iedere druk op de insteltoets verandert de
modus van de ventilatorsnelheid en de
overeenkomende aanduiding als volgt:
• Een selecteerbare ventilatorsnelheid verschilt
afhankelijk van de aan te sluiten binnenunits.
• "
Automatisch" kan niet worden gekozen
tijdens de ventilatiemodus.
• Als u gedurende 30 sec. niet op een toets drukt,
wordt de ventilatorsnelheidsmodus beëindigd.
4
Selecteer de temperatuur
Druk op de insteltoets om de temperatuur aan te
passen.
• De temperatuur kan vanaf 18,0 °C tot 29,0 °C
worden ingesteld.
• De temperatuur kan worden ingesteld in
stappen van 0,5 °C.
Ventila
tor
OPMERKING
Automatisch omschakelen
• Met de automatische functie kiest de unit de bedrijfsmodus (koelen, verwarmen of alleen ventileren) op basis van de door de
gebruiker ingestelde temperatuur.
• Indien u Automatische modus ongemakkelijk vindt, kunt u ook handmatig de gewenste instellingen bepalen.
Koelen
• Als koeling wordt ingesteld start de unit ongeveer 1 minuut later.
• Wanneer de kamertemperatuur de ingestelde temperatuur bereikt, stopt de buitenunit en draait de ventilator van de
binnenunit op zeer lage snelheid.
Verwarmen
• Als verwarmen wordt ingesteld start de unit ongeveer 3 tot 5 minuten later.
• Nadat het verwarmen is gestopt, kan de fan nog ongeveer 30 seconden blijven draaien.
• Wanneer de kamertemperatuur de ingestelde temperatuur bereikt, stopt de buitenunit en werkt de ventilator van de
binnenunit met zeer lage snelheid.
• Tijdens het ontdooien stopt de ventilator zodat er geen koude lucht wordt uitgeblazen. ("
Het apparaat opnieuw inschakelen nadat het gestopt is
Ter bescherming van de compressor kan de unit na het stoppen de eerste 3 minuten niet opnieuw worden gestart.
8 °C bediening (voor voorverwarming)
De airconditioner kan de verwarmingstemperatuur controleren tot ongeveer 8 °C in de verwarmingsmodus.
De 8 °C-verwarming moet worden ingesteld met de bedrade afstandsbediening. Vraag de instellingen aan de
installateur of de dealer volgens de installatiehandleiding van de binnenunit.
Start
1
Stel de weergegeven temperatuur in op 18 °C in de verwarmingsmodus door op de insteltoets
[
] te drukken.
2
Stel de weergegeven temperatuur in op 8 °C door de insteltoets [
te drukken.
Gestopt
1
Stel de weergegeven temperatuur in op 18 °C door op de insteltoets [
• De airconditioner keert terug naar de normale VERWARMEN-modus. Selecteer een gewenste temperatuur en
bedrijfsmodus.
OPMERKING
• De temperatuur van de uitgeblazen lucht is lager dan de temperatuur van de uitgeblazen lucht tijdens de normale verwarming.
• De kamertemperatuur is mogelijk niet evenredig verspreid afhankelijk van de plaats van installatie van de afstandsbediening.
• De kamertemperatuur bereikt mogelijk geen 8 °C afhankelijk van de grootte van de kamer of de installatieomstandigheden.
• De ventilatorsnelheid kan worden ingesteld tijdens het 8 °C verwarmen.
De 8 °C-verwarming wordt geannuleerd in de volgende gevallen.
• Wanneer het apparaat wordt gestopt met de ON/OFF (AAN/UIT)-toets.
• Wanneer er een andere bedrijfsmodus wordt geselecteerd.
• Wanneer de temperatuurinstelling of de bedrijfsmodus wordt gewijzigd of de werking wordt gestart/gestopt via de draadloze
afstandsbediening of de afstandsbediening voor centrale bediening.
• Bij gebruik van deze functie, mag de unit niet langer dan aangegeven worden gebruikt en dient bij voorkeur periodiek
onderhoud door onderhoudspersoneel te worden uitgevoerd.
– 8 –
" Voorverwarming wordt weergegeven.)
] minstens vier seconden in
] te drukken.
16-NL