4. Vervang de zaagketting wanneer het langste deel
van de zaagtand kleiner dan 4 mm/0,16 inch is.
Vervang de zaagketting ook als er scheurtjes in de
zaagtanden zitten.
De geleider controleren
1. Controleer of het oliekanaal niet verstopt is. Reinig
indien nodig.
2. Controleer de randen van de geleider op bramen.
Verwijder bramen met een vijl.
3. Reinig de groef in het zaagblad.
4. Controleer de geleidergroef op slijtage. Vervang het
zaagblad indien nodig.
110
5. Controleer de punt van de geleider op ruwheid en
overmatige slijtage.
6. Controleer of het neuswiel van het zaagblad soepel
draait en of de smeeropening in het neuswiel van
het zaagblad open is. Maak schoon en smeer indien
nodig.
7. Draai de geleider dagelijks om de levensduur te
verlengen.
1155 - 005 - 29.06.2020