Werkzaamheden
Reinigen van het inwendige van de installatie
Controle van koelvloeistof en koelventilator
Functionele controle van de veiligheidsvoorzieningen
door het bedienend personeel
Visuele controle van het installatie, in het bijzonder de
aansluitkabels en de slangen van het laspistool
Aansluitkabels en slangen van het laspistool door
geautoriseerd personeel laten testen. Resultaat in het
daarvoor bestemde logboek rapporteren.
Keuringen uitvoeren volgens de landelijk geldende
voorschriften.
Volledige installatie door geautoriseerd personeel laten
testen. Resultaat in het daarvoor bestemde logboek
rapporteren.
Keuringen uitvoeren volgens de landelijk geldende
voorschriften.
66
13.2 Onderhoudstabel
De onderhoudsintervallen zijn aanbevolen door LASTEK bij normaal gebruik (bv.
normale ploegendienst van 8 uur, gebruik in schone en droge omgeving). De
exacte intervallen worden door uw veiligheidsdeskundige bepaald.
13.3 Reinigen van het inwendige van de installatie
Wanneer de LASTEK lasinstallatie in een stoffige omgeving wordt gebruikt, moet
de installatie regelmatig door uitblazen of uitzuigen worden gereinigd.
De frequentie van deze reiniging is afhankelijk van de resp. omstandigheden,
moet echter minimaal 2x per jaar worden uitgevoerd. Gebruik voor het uitblazen
van de installatie alleen schone, droge perslucht of gebruik een stofzuiger.
Technische gegevens
Hoofdstuk
Intervallassen
14.3
Minimaal 2x per jaar
14.4
Dagelijks
Dagelijks
Dagelijks
Elk half jaar
Jaarlijks