Inhoudsopgave
Advertenties
Servicehandboek KE 470-2-2T
Fout
Koelapparaat werkt niet.
Binnenverlichting werkt.
Koelapparaat loopt te lang/vaak of
ononderbroken.
Koelapparaat loopt niet, enige tijd
na het ontdooien.
Koelapparaat loopt
ononderbroken, maar koel- en
vriesvak worden niet koud.
Koelapparaat loopt
ononderbroken. Koel- en vriesvak
zijn allebei te koud
(krachtontneming normaal).
Koelapparaat loopt
ononderbroken. Koelvak niet koud
genoeg, vriesvak kouder dan
normaal.
Alleen voor intern gebruik
Mogelijke oorzaak
Compressormotor
- Stroomkabel naar de compres-
sor onderbroken.
- Compressor defect (afhankelijk
van het soort fout klikt de overbe-
lastingsbeveiliging al dan niet).
Voedingspanning te laag (over-
belastingsbeveiliging klikt
regelmatig bij startpogingen).
Volledige of gedeeltelijke
verstopping bij hoge
omgevingstemperatuur
(overbelastingsbeveiliging werkt
cyclisch en probeert opnieuw te
starten na uitschakeling).
Binnenverlichting gaat nooit uit.
Condensor is vervuild of verstopt
door vet, stof of haren van dieren.
Temperatuurregeling defect.
Condensorventilator loopt niet.
Ontdooitimer defect (loopt niet
voorwaarts tot koelmodus).
Verlies van aanzienlijke
hoeveelheden koelmiddel in het
gesloten systeem (lage
krachtontneming).
Capillaire buis of droger verstopt
aan de hogedrukzijde (bij lopen
lage krachtontneming).
Overbelastingsbeveiliging werkt
cyclisch, als er na het ontdooien
een herstartpoging plaatsvindt of
nadat er is uitgeschakeld en de
verstopping nog niet is verholpen.
Compressor defect.
Temperatuurregeling defect
(contacten kortgesloten of onjuist
afgesteld).
Regelaar van het koelelement
onjuist afgesteld.
Luchtkanaal van vries- naar
koelvak verstopt (krachtontneming
normaal).
Oplossing
- Bedradingschema's raadplegen
en kabels controleren.
- Vervangen.
Spanning controleren. Minimale
waarde 200V bij aansluiting van
alle andere verbruikers aan deze
kabel.
Zie onder "Controleren van de
bedrijfsdruk".
Lichtschakelaar controleren en
indien nodig vervangen.
Deurafstelling controleren.
De klant wijzen op de noodzaak
van regelmatige reiniging in de
betreffende omgeving.
Repareren of vervangen.
Repareren of vervangen.
Vervangen.
Lek zoeken en dichten, pas daarna
koelmiddel bijvullen.
Defect(e) onderdeel/onderdelen
vervangen.
Repareren of vervangen.
Indien nodig repareren of bijstellen.
Voor de juiste afstelling zie onder
"Temperatuurregeling van het
koelelement"
Belemmering van de luchtstroom
verwijderen. Zie onder
"Luchtstroomschema" (handboek 1).
35
Advertenties
Inhoudsopgave
