DE SCHOORSTEEN:
DE SCHOORSTEEN
Naast de algemene voorschriften die gelden voor
het rookgaskanaal, geldt het volgende voor de
schoorsteen: :
•
hij mag alleen worden gebruikt voor de afvoer van
rookgassen
•
hij moet de correcte afmetingen hebben voor de
afvoer van rookgassen (EN 13384-1)
•
bij voorkeur een isolatie hebben van staal met een
ronde inwendige doorsnede. Als hij rechthoekig
is moeten de hoeken een straal hebben van niet
minder dan 20 mm en een verhouding tussen de
interne afmetingen van <1,5
•
hij moet normaliter een hoogte van ten minste 1,5
meter hebben
•
hij moet een constante doorsnede hebben
•
hij moet waterdicht zijn en thermisch geïsoleerd
om de trek te waarborgen
•
het moet bij voorkeur een opvangkamer voor
onverbrand materiaal en eventueel condens
bevatten.
•
Indien vooraf al aanwezig, moet het worden
schoongemaakt om brandgevaar te vermijden.
•
als algemene aanwijzing wordt geadviseerd de
schoorsteen te omkokeren als de diameter groter
is dan 150 mm.
14
OMKOKERD SYSTEEM:
OMKOKERD SYSTEEM
Afgezien van de algemene voorschriften die van
toepassing zijn op het rookkanaal en de schoorsteen,
geldt het volgende voor een omkokerd systeem:
•
het moet een negatieve druk hebben;
•
het moet geïnspecteerd kunnen worden
•
het moet de lokale aanwijzingen in acht nemen.
DE SCHOORSTEENPOT
DE SCHOORSTEENPOT
•
moet windwerend zijn
•
een binnendoorsnede hebben die gelijk is aan
die van de schoorsteen, en een doorsnede van
de uitgaande rookgasdoorgang die gelijk is aan
minimaal het dubbele van de binnendoorsnede
van de schoorsteen
•
bij paarsgewijze schoorstenen (die bij voorkeur
een onderlinge afstand moeten hebben van 2
m) moet de schoorsteenpot die de afvoer van
het product met vaste brandstof opneemt, of die
van de hoogste verdieping, zich minstens 50 cm
boven de andere bevinden
•
moet tot voorbij het terugstroomgebied gaan (in
Italië is de referentienorm UNI 10683 punt 6.5.8.)
•
moet onderhoud van de schoorsteen mogelijk
maken
INSTALLATIE
INLAAT
(EXTERN)
Wij adviseren om de toestroom van voor de verbranding
noodzakelijke lucht op twee verschillende manieren te
waarborgen.
Luchtinlaat zonder directe verbinding met het
product
Bereid op vloerniveau een luchtinlaat met een
nuttig oppervlak (dus zonder roosters of andere
beschermingen) van ten minste 80 cm
10 cm).
Om luchtstromingen te vermijden adviseren wij om de
luchtinlaat achter het product te plaatsen.
Wij adviseren om de inlaat niet voor het product te
plaatsen, om hinderlijke luchtstromingen te vermijden.
Luchtinlaat met directe verbinding met
het product
Bereid een luchtinlaat voor met een nuttige doorsnede
(dus zonder roosters of andere beschermingen) die
gelijk is aan de doorsnede van de luchtingangsopening
achter het product.
Sluit de luchtinlaat aan op de opening door middel
van een (eventueel buigzame) leiding. Vergroot de
doorsnede van de leiding als de leiding niet glad is:
stel de belastingverliezen ervan vast.
Wij adviseren deze niet langer te maken dan 1 m, met
maximaal één bocht, afhankelijk van de trek van de
schoorsteen.
De toestroom van lucht mag alleen afkomstig zijn van
een aangrenzende ruimte op voorwaarde dat:
•
de stroming zonder obstakels plaatsvindt door
permanente openingen die communiceren met de
buitenlucht;
•
de ruimte die aan de installatieruimte grenst
nooit een onderdruk heeft ten opzichte van de
buitenlucht;
•
de aangrenzende ruimte niet gebruikt wordt
als garage of voor activiteiten die brandgevaar
veroorzaken, en verder ook niet als bad- of
slaapkamer
•
de aangrenzende ruimte geen gemeenschappelijke
ruimte van het gebouw is.
In Italië schrijft de norm UNI 10683 voor dat de ventilatie
ook voldoende is als een drukverschil tussen de
buitenlucht en de lucht in de ruimte gewaarborgd wordt
van 4 PA of minder (norm UNI EN 13384-1). Hiervoor is
de installateur die de verklaring van overeenstemming
afgeeft verantwoordelijk.
VERVERSING VAN DE VENTILATIELUCHT
Naast de luchtinlaat voor de verbranding (die van
buiten moet komen, zoals hierboven beschreven) en
de uitblaasopeningen moet er een gat van minimaal
10x10 cm worden gemaakt voor het verversen van
de ventilatielucht. Het gat moet in de bekleding
aangebracht worden.
INSTALLATEUR
INSTALLATEUR
VOOR
VERBRANDINGSLUCHT
voor (diameter
2