7.2
Programmering met IPD-S
Menu 3 basisinstellingen en eerste inbedrijfstelling
Instellen van de deureindposities (menupunt 30)
Knelgevaar en botsgevaar door sluitende
WAARSCHUWING
deur
Zorg dat tijdens het instellen van de eindposities
geen sluitkant- of fotocelbewaking actief is.
De deureindpositie DICHT en de deureindpositie OPEN moeten
direct na elkaar worden ingesteld.
1.
Kies menu 3 "Basisinstellingen" in de besturing en kies
daarna het menupunt 30 "Instellen van de deureindposi-
ties".
2.
Druk kort op de knop PROG, zodat op het 7-segments-dis-
play de weergave
3.
Voor het vastleggen van de deureindpositie OPEN, de
knop
ingedrukt houden, tot de deur volledig is geopend
en bevestig de ingestelde positie door het lang drukken op
de knop
.
ð
Mocht de deur in de verkeerde richting bewegen, moet
een richtingsomkering worden ingeleid. De
knoppencombinatie
houden. De succesvolle draairichtingswijziging wordt
door een animatie van het 7-segments-display
bevestigd. Herhaal daarna de stap 2.
4.
Bevestig de vastgelegde positie door het lang drukken op
de knop .
5.
Na de bevestiging van de deureindpositie OPEN, knippert
de weergave
op het 7-segments-display, voor het in-
leren van de deureindpositie DICHT. De knop
houden, tot de deur volledig is gesloten en bevestig de in-
gestelde positie door het lang drukken op de knop .
6.
Na het bevestigen van de deureindpositie DICHT, wordt het
instellingenmenu automatisch verlaten.
7.
Op het 7-segments-display wordt dan het symbool
weergegeven en is de aandrijving in de stroominleermodus.
Er moet een volledige, storingsvrije openings- en sluitbewe-
ging worden uitgevoerd.
Instellen 1/2 deuropening (menupunt 32)
Voor het instellen van een 1/2 deuropening, als volgt te werk
gaan:
1.
Kies in het menu 3 "Basisinstellingen" het menupunt 32
"Deurinstelling 1/2 opening".
2.
Druk kort op de knop PROG, zodat op het 7-segments-dis-
play het cijfer 32 knippert.
3.
De deur met de knoppen
verplaatsen.
4.
Bevestig de vastgelegde positie door het lang drukken op
de knop .
ð
Het overnemen van de positie wordt gesignaleerd door
het 5 keer knipperen van de decimale punt.
Keuze sluitkantbeveiliging (menupunt 35)
1.
Navigeer naar menupunt 35 "Keuze van sluitkantbeveili-
ging".
2.
U kunt een automatische herkenning uitvoeren of een
handmatig keuze maken.
ð
Automatische herkenning: De knop
ingedrukt houden. De door de DCC herkende instelling
voor de sluitkantbeveiliging verschijnt. Druk kort op de
knop , voor het overnemen van de weergegeven
configuratie of selecteer met de knoppen
andere configuratie.
12 - NL
knippert.
+
+
5 seconden ingedrukt
ingedrukt
en
naar de gewenste positie
5 seconden
en
ð
Zonder automatische herkenning: Kies met de
knoppen
op de knop , voor het overnemen van de
weergegeven configuratie en het afsluiten van de
instelling.
Keuze fotocel (menupunt 36)
1.
Navigeer naar menupunt 36 "Keuze van fotocel".
2.
U kunt een automatische herkenning uitvoeren of een
handmatig keuze maken.
ð
Automatische herkenning: De knop
ingedrukt houden. De door de DCC herkende instelling
van de fotocel verschijnt. Druk kort op de knop , voor
het overnemen van de weergegeven configuratie of
selecteer met de knoppen
configuratie.
ð
Zonder automatische herkenning: Kies met de
knoppen
op de knop , voor het overnemen van de
weergegeven configuratie en het afsluiten van de
instelling.
Heeft u de configuratie "Fotocel in het kozijn" geselecteerd, wordt
na beëindiging van het menu een positioneringsbeweging uitge-
voerd. Op het 7-segments-display wordt de weergave
gegeven.
Keuze vooreindschakelaarpositie (menupunt 37)
Opvolging van de norm EN 12453
LET OP
Controleer na elke uitgevoerde instelling de uit-
schakelpositie van de deur. De instelling van de
uitschakeling mag niet meer dan 50 mm boven
de vloer liggen, anders wordt niet voldaan aan
de norm EN 12453. Dan dreigt verlies van de
goedkeuring.
1.
Navigeer naar menupunt 37 "Keuze vooreindschakelaarpo-
sitie".
2.
Druk kort op de knop
configuratie.
3.
De uitschakelpositie zo instellen, dat maximaal 50 mm af-
stand tot het vloercontact ontstaat. Hiervoor zijn waarden
van 0 tot en met 10 beschikbaar. Waarden van 4 (fabrieks-
instelling) tot en met 0 komen overeen met -10 mm, tot en
met ca. -50 mm. Waarden van 5 tot en met 10 komen over-
een met 0 mm, tot en met ca. +50 mm.
4.
Druk kort op de knop , voor het overnemen van de weer-
gegeven configuratie en het instellen af te sluiten.
Keuze intrekbeveiliging (menupunt 38)
1.
Navigeer naar menupunt 38 "Intrekbeveiliging".
2.
U kunt een automatische herkenning uitvoeren of een
handmatig keuze maken.
ð
Automatische herkenning: De knop
ingedrukt houden. De door de DCC herkende instelling
van de intrekbeveiliging verschijnt. Druk kort op de
knop , voor het overnemen van de weergegeven
configuratie of selecteer met de knoppen
andere configuratie.
ð
Zonder automatische herkenning: Kies met de
knoppen
op de knop , voor het overnemen van de
weergegeven configuratie en het afsluiten van de
instelling.
een
en
de gewenste configuratie en druk kort
5 seconden
en
een andere
en
de gewenste configuratie en druk kort
, voor weergave van de ingestelde
5 seconden
en
de gewenste configuratie en druk kort
weer-
en
een