4.
Uitvoeren van een inleerbeweging
Indicatie DCC: rode LED continu ingeschakeld
Display IPD-S:
Door kort drukken op de knop
krachtinleerbeweging uit, door het openen en sluiten.
Na afsluiten van de inleerbewegingen zijn de eerste instellingen
afgesloten. Zijn meer veiligheidssensoren op de DCC aangeslo-
ten, ga dan verder met stap 5, anders met stap 6.
5.
Keuze alternatieve veiligheidssensoren
Is een extra sluitkantbeveiliging of een fotocel aangesloten, confi-
gureer deze dan via de menupunten "Keuze sluitkantbeveiliging
J3" en "Keuze fotocel J2".
6.
Testcyclus
LET OP
Opvolging van de norm EN 12453
Controleer na elke uitgevoerde instelling de uit-
schakelpositie van de deur. De instelling van de
uitschakeling mag niet meer dan 50 mm boven
de vloer liggen, anders wordt niet voldaan aan
de norm EN 12453.
Voer na het afsluiten van de programmering en de krachtinleer-
beweging een testcyclus uit, door alle bedieningsfuncties en be-
veiligingsfuncties te testen. Zijn de testcyclus en krachtmetingen
volgens EN 12453 met succes afgesloten, is de deurinstallatie
bedrijfsgereed.
8 - NL
, resp.
, voert de deur een
6
Programmering met IPD-E
6.1
Procedure basisprogrammering
De programmering van de deuraandrijving DCC zonder IPD-S
gebeurt via de PROG-knop in de deuraandrijving. Open het be-
huizingsdeksel door de zes schroeven van het behuizingsdeksel
los te draaien. Het behuizingsdeksel is met een koord tegen val-
len beveiligd en kan hier aan blijven hangen.
De DCC biedt een LED-geleid basisinstellingenmenu. Als volgt te
werk gaan voor het uitvoeren van instellingen bij het programme-
ren:
1.
Voor het activeren van het configuratiemenu, de knop
PROG (2) ingedrukt houden, tot de LED (1) op de DCC om-
schakelt van blauw naar rood knipperend.
ð
Het configuratiemenu is geactiveerd en de rode LED
signaleert door het aantal keren knipperen welk
menupunt actueel actief is. Het configuratiemenu wordt
na 60 seconden inactiviteit automatisch beëindigd.
2.
Navigeer met de knoppen (OPEN) en
bedieningskastje, voor het kiezen van het gewenste menu-
punt 1-10.
3.
Bevestig het geselecteerde menupunt door het kort druk-
ken op de knop
(STOP).
ð
Het aantal keren knipperen van de blauwe LED (1),
geeft de actueel geselecteerde parameter aan.
4.
Navigeer met de knoppen
meter.
5.
Bevestig de keuze met de knop
van de instelparameter en om terug te keren naar het confi-
guratiemenu.
6.
Voor het verlaten van het configuratiemenu, herhaaldelijk
drukken op de knop
pert.
7.
Bevestig de keuze met de knop
de programmering.
(DICHT) op het
en
naar de gewenste para-
, voor het overnemen
of
, tot de rode LED (1) snel knip-
, voor het verlaten van
1
2