Aanblik hoofdscherm als de unit in de CAV-modus geconfi gureerd is.
Run-modus: Uit
CAV-regelmodus (werkt alleen indien minimaal 1 extra pressostaat (accessoire) in
toevoer- en/of retourkanaal is geplaatst)
Kiezen in het vereenvoudigde parametreringsmenu (toegang met het wachtwoord
1111) kunt u:
• Normale luchtstroom en Gereduceerde luchtstroom voor elke ventilator selecteren.
• De nachtsetpointwaarde van de ventilatoren.
U kunt tussen de Normale of Gereduceerde luchtstroom kiezen:
• handmatig
• automatisch door programmatijdsschema (zie paragraaf Tijdprogrammering)
• op afstand, door externe digitale contacten (zie paragraaf Stoppen-starten op afstand)
Het overschakelen tussen de verschillende setpoints gebeurt handmatig of automa-
tisch middels tijdprogrammering. Een derde setpoint, de "nachtsnelheid", kan via het
regelpaneel worden ingevoerd. De waarde in % komt overeen met het percentage van
de maximale ventilatorcapaciteit. Dit wordt 's nachts gebruikt voor vrije koeling (zie
overeenkomstige functie).
Door de CAV-modus in dit installatiemenu te kiezen, wordt het scherm van het gebrui-
kersmenu automatisch geconfi gureerd. De gebruiker kan vervolgens de werking van
de unit veranderen zonder de instellingen te wijzigen.
26
Invoeren Pin-Code
Annul.
Uit
Lagere debiet
Normale debiet
Auto
Instellingen
Ventilatiemodus
Normale debiet
Lagere debiet
Nacht verlaging
Normale debiet
Lagere debiet
Nacht verlaging
CAV Toevoer
CAV afvoer