7 Inbedrijfstelling
WAARSCHUWING
83242007 1/2019-03 La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Stookoliebrander WL5-PB-H purflam®
7.3 Afsluitende werkzaamheden
Uitlopende stookolie door continu belaste stookoliedrukmeettoestellen
Stookoliedrukmeettoestellen kunnen beschadigd worden waardoor er stookolie kan
uitlopen en milieuvervuiling kan ontstaan.
Stookoliedrukmeettoestellen na de inbedrijfstelling verwijderen.
Regel- en veiligheidsinrichtingen controleren.
Dichtheid van de stookolievoerende onderdelen controleren.
Verbrandingswaarden en instellingen op de inspectiekaart en/of het meetblad
invullen.
Afdekkap op de brander monteren.
Gebruiker over de bediening van de installatie informeren.
Montage- en bedieningsrichtlijnen aan de gebruiker overmaken en erop wijzen
deze steeds bij de installatie te bewaren.
Gebruiker wijzen op het jaarlijkse onderhoud van de installatie.
7.4 Verbranding controleren
Rookgastemperatuur controleren
Rookgastemperatuur meten.
Ervoor zorgen dat de rookgastemperatuur overeenstemt met de gegevens van
de ketelfabrikant.
Evt. rookgastemperatuur aanpassen, bijv.:
Brandervermogen verhogen vermijdt condensatie in de rookgaskanalen,
behalve bij condensatietechniek.
Brandervermogen reduceren verbetert het rendement.
Warmtegenerator volgens de gegevens van de fabrikant aanpassen.
Rookgasverlies bepalen
Verbrandingsluchttemperatuur (t
Zuurstofgehalte (O
) en rookgastemperatuur (t
2
meten.
Rookgasverliezen met volgende formule bepalen.
q
=
(t
) (
- t
A
A
L
21- O
q
Rookgasverlies [%]
A
t
Rookgastemperatuur [ C]
A
t
Verbrandingsluchttemperatuur [ C]
L
O
Volumegehalte aan zuurstof in de droge rookgassen [%]
2
Brandstoffactoren
A2
B
32-76
) in de omgeving van de luchtklep(pen) meten.
L
) gelijktijdig op hetzelfde punt
A
A
2
) + B
2
Stookolie
0,68
0,007