VARMAX - installatie, gebruik en onderhoud
5. INDIENSTSTELLING
5.1. Ontgrendelen van de ketel
OPGELET:
5.2. Controles voor de indienststelling
GEVAAR :
OPGELET:
Pagina 42 / 154
Bij de inbedrijfstelling, kan de ontgrendeling van de ketel alleen
uitgevoerd worden als de hydraulische installatie conform de
voorschriften is, zoals bepaald in de hydraulische schema's (zie
paragraaf 9.3). De persoon, belast met deze ingreep, moet de
conformiteit garanderen.
Ontgrendeling van de temperatuur:
Wijzig de parameter 2212 van 70 °C naar de gewenste waarde (85 °C
maximum).
Ontgrendeling van het vermogen:
Doe de waarde van de parameter 9529 stijgen tot de waarde van de parameter
9530 (die overeenstemt met het nominaal vermogen van de ketel).
Als onderdeel van de installatie van een systeem in cascade, moet het
hydraulische evenwicht van de ketels worden gecontroleerd.
Controleer of de koude druk minstens 1 bar is.
Als het gaat om een renovatie van de stookplaats, zorg ervoor dat het
spoelen en eventueel ontslibben van de installatie is uitgevoerd (zie
paragraaf "1.5", pagina 6 van deze handleiding).
Controleer de aansluiting van de rookgassen afhankelijk van het schouwtype
(zie paragraaf "4.10", pagina 25).
Controleer of de druk en het type gas zijn aangepast zijn aan de producten.
Het gebruik van glycol is verboden.
Bij het aansluiten van SCHOUW B23 of B23P, is het verplicht om de
luchtfilter meegeleverd met de ketel te monteren.
00BNO9173-K (U0606556)