VARMAX - installatie, gebruik en onderhoud
4.12.2. Optimalisatie operatie / prestaties:
4.12.3. Optimalisatiebedrijf / prestaties in 2 verbindingen:
4.12.4. Optimalisatiebedrijf / prestaties in 3 verbindingen:
4.12.5. Optimalisatiebedrijf / prestaties in 4 verbindingen:
Pagina 34 / 154
• Pas de waterwetten van de verwarmingsnetwerken aan om de algehele
efficiëntie van de installatie te bevorderen.
• Geschikt
voor
het
verwarmingscircuit.
Hoe lager het temperatuurregime, hoe beter de prestaties
• Meerdere verwarmingscircuits kunnen via de condensor worden
aangesloten, maar in dit geval heeft het de voorkeur dat ze een identieke
waterwet hebben, of dicht bij elkaar.
Als dit niet het geval is, geef dan de voorkeur aan een installatie met 3 hydraulische
aansluitingen..
Hetzelfde in aanwezigheid van een verwarmingscircuit en een swwproductie.
• Een of meer verwarmingscircuits kunnen via de condensor worden
aangesloten.
De stroom door de condensor is lager dan de nominale stroomsnelheden
van de circuits als ze verschillende waterwetten hebben en zijn uitgerust
met 3-wegkleppen.
• Sluit de condensor, indien mogelijk, aan op de circuits met de laagste
watertemperaturen.
Verkies een vloerverwarmingscircuit boven een circuit Radiatoren.
• Controleer bij aanwezigheid van alleen geregelde verwarmingscircuits
met dichtwaterwetgeving een installatie met 2 aansluitingen niet beter
presteert dan 3 kranen van Optimax Design-software..
In het bijzonder als bij een gelijke referentie buitentemperatuur de
retourtemperatuur van de circuits lager is dan het dauwpunt (55 ° C) en
het verschil in retourtemperaturen tussen de circuits dichtbij 10 ° C ligt.
Voorbeeld: circuit 1-> 60/40 ° C en circuit 2 -> 40/30 ° C. Retourtemperatuur
<55 ° C en ∆ Retourtemperatuur = 10 ° C => in dit geval zal een installatie
met 2 aansluitingen een betere efficiëntie behalen.
• Het vermogen van de circuits die op de condensor zijn aangesloten,
moet groter zijn dan het recuperatievermogen van de condensor, d.w.z.
20% van het nominale nuttige vermogen van de ketel of ketels waarop
deze is aangesloten..
In het tegenovergestelde geval zal een installatie met 2 aansluitingen
even krachtig zijn.
• Geef in de aanwezigheid van een SWW-productie de voorkeur aan een
primair of secundair ballonvolume dat ten minste overeenkomt met de
energieopslag van de piekstroom 10 minuten.
Dit voorkomt dat de ketels stijgen en weer stijgen bij vroegtijdige
temperaturen.
• Er mag slechts één circuit op de condensor worden aangesloten.
• Bevorder de aanwezigheid van thermostaten op zenders.
aansluiten
van
een
00BNO9173-K (U0606556)
enkel
gereguleerd